"h'fim
We zetten een toomke op
X\;:;
7 v7
Het Boomke: 3.5 km westelijk van de Royerssluis,
ter hoogte van de installaties van het petroleumbedrijf Esso. Halfweg tussen Oosterweel en het
vroegere, meer westwaarts gelegen Fort Philippe, stond inderdaad eeuwenlang een opvallende
lindeboom, die zijn naam gaf aan die plek op de Antwerpse rechter Schelde-oever en aan
de gelijknamige plaat in de rivier.
SCHELDE
VERLEGGING VAN DE
8 CONSENT NR. 34 VOORJAAR 2018
X KunK ST\
John Dries
Het toponiem komt al voorop een Scheldekaart uit 1749, maar
is waarschijnlijk veel ouder. De geschiedenis van "het Boomke"
dateert uit de tijd van de 'echte' zeilvaart. Wanneer na hoog
water met het inzetten van de eb de zeilschepen de rede
verlieten, bestond het eerste werk van de bemanning er in de
meertrossen onderdeks op te bergen en daarna, staande op
de paarden onder de ra's, de zeilen bij te zetten. Beneden aan
dek werden de vierkante zeilen gezet door het vieren van de
gordings en de geitouwen. De schoten werden aangehaald.
Sommigen klinkt deze onvervalste scheepstaal misschien wat
vreemd in de oren, maar het gaat dan ook om een zeer oud
zeemansgebruik.
Terwijl de haven langzaam achter de Sint-Annekesbocht uit
het zicht verdween, moest deze karwei geklaard zijn voor het
schip "het Boomke" bereikte. Als beloning voor de geleverde
inspanning werd het scheepsvolk dan steevast op een oorlam
(rum of jenever) getrakteerd. Daar dronken de matrozen op
de gezondheid van de kapitein, want als die behouden thuis
kwam, dan gold dat ook voor hen. In die donkere tijden lag
het lot van de bemanning in de handen van de kapitein en
zijn officieren. De kapitein had altijd het laatste woord, maar
was ook verantwoordelijk voor schip en bemanning.
Kwamen ze na een behouden vaart weer thuis dan werden
de zeilen gedeeltelijk gestreken dwars van "het Boomke", ter
hoogte van Pijp-Toebak waar de kapitein vond dat ze aan de
rede waren en alzo de toestemming gaf om te roken. Tijdens
de ganse vaart mocht de bemanning wel pruimen naar, niet
roken wegens het brandgevaar.
De vrachtvaart met zeilschepen mag dan inmiddels groten
deels verdwenen zijn, de borrel is gebleven. Zo werd het een
gewoonte dat zeilers, die bij het uitvaren deze plaats voorbij
voeren, een glas dronken op de veilige vaart, de goede wind
en een behouden thuiskomst.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de oude boom op
last van de Duitse bezetter verwijderd. Hij werd beschouwd
als een herkenningspunt voor de Engelse vliegtuigen. Dit
tot groot verdriet van de jachtman, die zich sterk verbonden
voelde met dit folkloristisch gebruik.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat onmiddellijk na de
bevrijding stappen werden gezet om een nieuw 'Boomke' te
planten.
Niemand minder dan de Antwerpse burgervader Lode
Craeybeckx nam het initiatief en op 29 november 1947 werd
een nieuwe boom - ditmaal een achtjarige populier - op
dezelfde plaats neergepoot. De plechtigheid werd opgeluis
terd door fiere Antwerpse zeilers, die koude, sneeuw en wind
trotseerden om het evenement bij te wonen. Meter was mevr.
Jack Rens-De Braey, dochter van zeiler en gemeenteraadslid
Jan De Braey. Afgevaardigden van de WW (Verbond Vlaamse
Watersportverenigingen) hingen in de takken van de boom
een klein kruikje Bols-jenever, waarna het hele gezelschap in
de RYCB ontvangen werd voor een receptie.
Door de snelle evolutie van het havenlandschap in de naoor
logse periode - denk maar aan het verdwenen Noordkasteel
en vervolgens het Sigma-dijkenplan - sneuvelde "het Boomke"
(de populier) nogmaals. Dat dit al lang een doorn in het oog
was van vele zeilers, hoeft geen betoog.
Bij de start van WME (Werkgroep Maritiem Erfgoed begin
1990) als vzw werd daarom het idee geopperd dit oude
gebruik weer in eer te herstellen. Blijkbaar viel dit niet in dove
mansoren. Zowel de Antwerpse burgemeester Leona Detiège,
de Dienst der Zeeschelde als de jachtclubs, de zeescouts, het
Loodswezen en de rivierpolitie bleken onmiddellijk bereid aan
dit initiatief mee te werken.
Een bescheiden plechtigheid greep plaats op 23 maart 1995
om 15.00 uur.
Het Departement Groenvoorziening van de stad Antwerpen
zorgde voor een nieuwe 12-jarige lindeboom en in samenwer
king met specialist Ronald Ferket van de bekende Antwerpse
jeneverkroeg 'De Vagant' werd er een speciale 'Boomke-jene-
ver' gestookt.
Er was heel wat belangstelling, waaronder Admiraal Michel
Hellemans, in vol ornaat en met sabel.
CONSENT NR. 34 VOORJAAR 2018 9
Ontwerpplan voorde verlegging van de Schelde
uit 1895 van de bocht aan Fort Philippe.
'AND in 1895 SITUATION EN 1895
van cie de
<le iabat
Pijp tabaP
Antwerpen GL-V
tusschen
Antwerpen en de
NIEUW ONTWERP
VAX
BENEDEN ANTWERPEN
HANS.
Mexico Natiebaas (Bosmans?) met zijn dochters
voor de boom in 1939.
Uit de toespraak van Leona Detiège:
Voor een gezelschap van mensen, dat innig met de Schelde
en de scheepvaart verbonden blijft, is praten over het
maritiem belang van Antwerpen uiteraard overbodig.
Toch wil ik opnieuw wijzen op het uitzonderlijk belang
van de Schelde en de scheepvaart voor onze stad, niet
enkel omwille van onze wereldhaven, maar tevens voor de
pleziervaart die alsmaar aan belang wint.
Flet maritiem belang van Antwerpen is overigens niet van
vandaag.
De betekenis van Antwerpen als haven, en meer bepaald
als wereldhaven, gaat ver terug in de geschiedenis.
In dat verband bevinden we ons momenteel op een
historische plaats. Deze plek was ooit de noordelijke grens
van Antwerpen.
Hier werden het scheepsrecht onderzocht en het tolrecht
geheven.
Op deze plek stond immers eeuwenlang een oude, opval
lende lindeboom, die zijn naam gaf aan het toponiem op
de rechter Schelde-oever én aan de gelijknamige plaat in
de rivier.
De oude scheepsuitrusting is intussen verdwenen, de
legendarische zeilschepen omzeggens ook, maar de borrel
is gebleven. Nog steeds is het bij zeilers en zelfs in de oude
generatie binnenvaart de traditie bij het buitenvaren van
Antwerpen, wanneer deze plek wordt gepasseerd, een glas
te drinken op een behouden vaart of thuiskomst.
Door de uitvoering van het tweede Sigma-dijkenplan
moest er een derde boomplanting plaatsvinden. De aanne
mer, belast met de dijkwerken, kende blijkbaar niets van de
geschiedenis van deze boom en had zonder nadenken "het
Boomke" verwijderd.
Dit was echter een stap te ver voor ondergetekende, de krach
ten werden weer gebundeld en en er werd opnieuw werk
gemaakt vamde herplanting van de vierde boom.
Dit keer liep het echter niet van een leien dakje. Maar niet
getreurd, in samenwerking met de Groendienst der Stad
Antwerpen werd in Maart 2015 een 12 jarige lindeboom
geplant, zonder enige opwachting van onze prominenten.
Deze waren te druk doende met de aanstelling van burger
meester en schepenen. Wel werd er toezegging gedaan voor
een officiële doop van de herplanting.