De Oosterscheide achter de
stormvloedkering
11et het besluit het Oosterscheldegebied met
en stormvloedkering te beveiligen en het getij
zoveel mogelijk te handhaven, werd de moge-
I jkheid geschapen de mossel- en oestercultuur
n het waardevolle ecosysteem van dit gebied
13 behouden. Het behoud van het getij alleen is
I iervoor echter niet voldoende. Het ecosysteem
r n de visserijfuncties stellen daarnaast tal van
s isen aan het ruimtegebruik door andere func-
t es en aan het beheer van het gebied,
i eheersing van deze andere mogelijke ontwik
kelingen in de Oosterscheide is van nagenoeg
ven fundamenteel belang voor de waarden
an de Oosterscheide als de stormvloedkering
alf. Beheersing van de ontwikkeling in bestem-
ting en gebruik is eens te meer noodzakelijk
mdat omtrent de effecten van het gedempte
etij op het ecosysteem en de visserij nog wei-
ig gedetailleerde gegevens voorhanden zijn.
)eze nadere gegevens zullen voor een deel pas
teschikbaar kunnen komen in de praktijkwaar-
iemingen die na de ingebruikneming van de
tormvloedkering zullen worden verricht,
olang dit nog niet het geval is, moet grote om-
ichtigheid worden betracht voor wat betreft de
nvulling van het gebied met concurrerende
uncties en activiteiten. Vroegtijdig nadenken
>ver de mogelijkheden voor bestemming, in-
ichting en beheer van het Oosterscheldegebied
s derhalve noodzakelijk wil men de ontwikkelin-
en in hetgebied steeds blijven beheersen,
ooral wat betreft de verschillende recreatievor-
nen. Studies inzake bestemming, inrichting en
leheer zijn van doorslaggevend belang om de
mzekerheden ten aanzien van de effecten van
iet gedempte getij te kunnen beheersen.
)e noodzaak tot het uitvoeren van studies over
ie toekomst van de Oosterscheide werd vrij
nel door de betrokken overheden - rijk, provin
cie, gemeenten en waterschap - onderkend, ge
tuige de installatie in september 1977 van de
Stuurgroep Oosterscheide door de minister van
Verkeer en Waterstaat.
De taak van deze Stuurgroep, die onder voorzit
terschap van de provincie Zeeland staat, kan als
volgt worden samengevat: adviseren over de
ontwikkelingsmogelijkheden van hetgebied; in
dat kader inrichtings- en beheersplannen op
stellen, voorstellen formuleren over de moge
lijkheden tot uitvoering van de voorgestelde in
richting van het beheer.
Voor de coördinatie van de studies die hiertoe
noodzakelijk werden geacht stelde de Stuur
groep een Coördinatiegroep in onder voorzitter
schap van de Deltadienst. Begin 1978 werd met
de studies begonnen. Men streefde er naar, bin
nen een jaar het materiaal te presenteren waar
op een voorlopig beleid kon worden gebaseerd.
Het voordeel van een dergelijke snelle werk
wijze is in elk geval dat het - voorlopig - beleid
niet al op voorhand achter de feitelijke ontwik
kelingen aanloopt; bovendien ziet men vrij snel
welke hiaten de kennis aangaande het onder
werp nog vertoont, zodat tijdig de nog nodige
onderzoeken kunnen worden geëntameerd. Be
stuurders en maatschappelijke groeperingen
worden op deze manier snel bij de discussie
over de studieresultaten betrokken en daardoor
verkeert de materie zo kort mogelijk in de exclu
sieve kring van de ambtelijke deskundigen. Met
name gezien de maatschappelijke discussie die
rond de Oosterscheide werd en wordt gevoerd
is dat laatste van zeer groot belang. Een nadeel
van de gevolgde werkwijze is zonder twijfel de
beperking in diepgang en grondigheid die aan
de eerste studies moet worden opgelegd, en de
vele onzekerheden die daaruit voortvloeien.
De ontwikkeling van de Oosterscheide kan niet
457