fd
P
^,£l -V*
pj
-.t ■»*-.
Foto: schorrand metwilgenen
bloeiend Jacobskruiskruid,
1977
Fig.3. Vegetatiein 1972en
opslag houtige gewassen in
1975, in het proefgebied zuid
Legenda vegetatie in 1972:
1. Gewone zoutmelde
2. EngelsslijkgrasenZeeaster
3. Gewoon kweldergras
4. Zeekraal
5. Kleiput met Schorrekruid en
Zeekraal
Fig. 4. Verspreiding van enkele
planten in het proefgebied
noord, 1972-1977
re delen van het slik begroeid met een ijle vege
tatie van Zeekraal en Schorrekruid. In de daar
opvolgende jaren werd deze begroeiing gelei
delijk dichter, terwijl hij zich ook uitbreidde naar
de lagere delen van het slik. Op de hogere, meer
ontzilte delen vestigden zich geleidelijk aan
meer zoutmijdende planten. Er is een gezoneer-
de vegetatieopbouw ontstaan waarbij van laag
naar hoog achtereenvolgens zones zijn te on
derscheiden met dominantie van Zeekraal,
Zilte schijnspurrie, Stomp, Bleek en Blauw
kweldergras vaak met Zeeaster en Zeevetmuur,
en met dominantie van mos-vooral Krul mos-,
met allerlei meer zoutmijdende planten zoals
Reukeloze kamille, Harde en Kleinbloemige bas
terdwederik, Klein streepzaad, Greppelrus,
Straatgras, Fioringras en Ruw beemdgras. Op
vochtige ontzilte plaatsen komen in deze zone
vaak soorten voor die kenmerkend zijn voor de
pioniervegetaties uit vochtige duinvalleien, zo
als Beekgele droogbloem, Fraai- en Stranddui-
zendguldenkruid, Sierlijke vetmuur en sedert
1978 ook de zeldzame Bitterling. In deze boven
ste zone vestigen zich ook Duindoorns en Kruip
wilgen.
Door de voortschrijdende ontzilting schuiven
deze zones langzaam op in de richting van de
oever.
Langs de flauw aflopende oever doet zich nog
een interressante ontwikkeling voor. Daar
spoelt in de wintermaanden veel veek aan,
voornamelijk bestaand uit dood zeegras. Dit
vloedmerk kan tijdens storm een flink eind het
slik worden opgedreven, en blijft daar dan in ri
chels liggen, 's Zomers stuift er vaak zand in de
ze richels, waardoor lage ruggen ontstaan, die
in veel gevallen begroeid raken met stikstofmin-
nende planten als Schorrekruid, Reukeloze ka
mille en Spiesmelde. De laatste jaren concentre-
477