twee jaar begint de vegetatie zich wat meer te sluiten. Andere soorten hebben zich in dit ge bied echter tot op heden slechts in beperkte ma te kunnen vestigen. De ingezaaide soorten heb ben vermoedelijk zo'n grote voorsprong op de zich spontaan vestigende soorten, dat er wel licht pas na lange tijd, of mogelijk nooit, zo'n ge differentieerde vegetatieopbouw zal ontstaan als bij spontane ontwikkeling mogelijk is. Prognose en beheer In de Nieuwe Inrichtingsschets Grevelingenbek- ken zijn de Slikken van Flakkee aangewezen als natuurgebied. Volgend op deze aanwijzing wordt er thans gewerkt aan een inrichtings- en beheersplan voor het gebied. Om zo'n plan te kunnen maken is het onder meer van belang er een zo goed mogelijk inzicht in te hebben hoe de huidige vegetatie er nu uitziet, welke vegeta ties men in de toekomst kan gaan verwachten en hoe men daar, door gericht beheer, invloed op kan uitoefenen. Een voorspelling maken van de te verwachten vegetatie in dit gebied is niet eenvoudig, omdat er geen goede voorbeelden zijn van vergelijkba re gebieden. Uit de vegetaties die zich tot nu toe hebben gevestigd blijkt echter dat er vooral op de zandgronden overeenkomsten zijn met de vegetaties uit de duinen. Zo ontwikkelen zich nu struwelen die overeenkomst vertonen met de duinstruwelen: veel Duindoorn, Liguster, Mei doorn, rozen en Dauwbraam. De grassen en kruidenvegetaties op vochtige plaatsen verto nen overeenkomsten met die der vochtige duin valleien, met soorten als Duinriet, Kruipwilg, Duizendguldenkruid, Sierlijke vetmuur, Moeras- wespenorchis en Bleekgele droogbloem. De PQ 24 ENGELS SLIJKGRAS BEDEKKING 1=LAAG. 5 HOOG 3T ZEEASTER m GEWOON KWELDERGRAS 1 HARDE BASTERDWE RUW BEEMDGRAS DERIK "J_ STRANDKWEEK U I MP DUINRIET TOTAAL AANTAL SOORTEN 479

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 51