Kleine bedrijven
De jonge boeren menen wel, dat
Groen Label een redelijk middel is om
de ammoniakuitstoot tegen te gaan. De
aanschaf van een 'groen' stalsysteem
betekent dat veehouders tot 2010 geen
nieuwe investeringen in ammoniak
bestrijding meer hoeven te doen.
Daarom kiezen de meeste boeren die
aan een nieuwe stal toe zijn, nu al voor
een 'groen' systeem, dat overigens
tien tot vijftien procent duurder is dan
gangbare systemen.
Maar van boeren die onlangs nog een
gangbare stal hebben aangeschaft, is
niet te verlangen dat ze over drie jaar
alweer investeren in een Groen
Labelversie. Daarom mag de overheid
hen daartoe niet dwingen, vindt het
NAJK: dat zou die bedrijven de kop
kunnen kosten. Vooral kleinschalige
bedrijven kunnen in de problemen
komen. Een Groen Labelstal voor deze
categorie bestaat nog niet, maar daar
voor gaan de 'groene' normen in 1996
zeer waarschijnlijk ook gelden. Het
NAJK bepleit daarom een eenvoudige
versie te ontwikkelen die zo min
mogelijk investering vergt.
Ideale methode
Vereniging Milieudefensie denkt dat
Groen Labelstallen in de meeste
gevallen de ammoniakuitstoot hoog
stens halveren. Daarmee is de doelstel
ling uit het NMP niet te halen. Paul
van Sambeek, landbouwspecialist van
de vereniging: "Halvering van de
mestproduktie is geboden, om alleen
al de overbemesting tegen te gaan.,
Misschien moet de ammoniakuitstoot
dan nog verder terug. Wat dat precies
voor de veestapel betekent, weet ik
niet. Maar aan drastische inkrimping
valt niet te ontkomen."
Ook de Stichting Lekker Dier wil
inkrimping van de veestapel. Of dit zal
slagen hangt niet alleen af van de vee
houders, aldus Bert Freriks, ook de
consumenten zullen zich moeten aan
passen: meer gaan betalen voor hun
stukje vlees en minder vaak vlees gaan
eten. Op den duur zouden alle boeren
moeten overschakelen op biologische
landbouw. Deze methode is ideaal,
menen de dierenbeschermers, omdat
ze rekening houdt met zowel het
milieu als het vee.
Het NAJK is eveneens voor het
inkrimpen van de veestapel, maar
vindt een reductie van enkele procen
ten genoeg. Het aanbod van vlees
overtreft nu de vraag, waardoor
de boeren veel te weinig verdie
nen om de 'steeds duurdere
milieu-investeringen te kun
nen betalen. Die komen bin
nen een jaar dan ook op een
laag pitje te staan, voorspelt
NAJK-secretaris Peter Mun
ters. Velen vragen zich af of
ze volgend jaar nog boer zul
len zijn. Door het geldgebrek
verwacht hij ook van de eco
logische aanpak weinig heil:
"Hoewel veel boeren best via de
scharrel- of de biologische metho
de zouden willen werken, is een
massale overschakeling onwaarschijn
lijk."
Vee vaker ziek
Het ministerie van Landbouw consta
teerde onlangs met zorg dat de veesta
pel steeds kwetsbaarder wordt voor
ziekten. De boeren zullen meer aan
preventie moeten gaan doen. De
ministeriële project groep 'Dier
gezondheid in beweging' wil hen
daartoe stimuleren met certificaten en
erkenningen voor gezonde bedrijven.
Vooral de intensieve veehouderij richt
zich teveel op bestrijding van ziekten
en doet te weinig aan preventie, aldus
de projectgroep. In deze sector kwa
men de afgelopen jaren blaasjesziekte,
varkenspest en pseudo-vogelpest voor.
De opstellers van het rapport willen de
verantwoordelijkheid van de dierenge-
zondheidsz.org, die nu vooral berust bij
de overheid, meer afschuiven op de
boeren. De veesector is zo ingewik
keld geworden dat de overheid geen
eenduidige maatregelen meer kan
nemen, menen zij. Een projectorgani
satie, bestaand uit vertegenwoordigers
van de overheid en vertegenwoordi
gers van de boeren, zal op basis van
dit rapport afspraken voorbereiden tus
sen alle betrokkenen en minister
Bukman adviseren.
Ziek van mest
Uitgereden mest kan ziekteverwek
kers verspreiden. Dit concludeert het
Centraal Diergeneeskundig Instituut in
Lelystad in een onderzoek naar de risi
co's van de huidige mestverwerking.
Controle op de kwaliteit van de mest
bestaat niet in Nederland. Mest van
zieke dieren is zeer waarschijnlijk
besmet, maar ook gezonde dieren kun
nen drager zijn van ziektekiemen en
deze uitscheiden. Welke risico's dat
met zich meebrengt, is moeilijk vast te
stellen. Een uitzondering is botulisme,
afkomstig uit mest van slachtkuikens.
Het toxine dat deze bacterie uitscheidt,
is zo sterk dat dieren er meteen op
reageren. Onderzoeker A. Moen schat
het aantal dierlijke slachtoffers van
botulisme op jaarlijks tussen de vijftig
en tweehonderd. Voor opslag, verwer
king, transport en gebruik van mest
bestaan slechts aanbevelingen, maar
deze hebben nooit tot bindende regel
geving geleid. Een wettelijke verplich
ting dat mest aan een bepaalde hygië
nische kwaliteit moet voldoen, bestaat
dus niet. De Nederlandse veestapel
produceert jaarlijks 82 miljoen ton
mest, waarvan de veehouders zelf
bijna 68 miljoen ton weer gebruiken.
Elke dag is ruim veertig miljoen kilo
op zoek naar een afnemer.
Door Marline de Klei.
11