De emotie verborgen, de zakelijkheid regeert De wederopbouw van de polders van Schouwen-Duiveland na de watersnoodramp van 1953 Door Erik Jan van der Meer Inleiding 20 april 2009, de zon schijnt, het uitzicht is eindeloos. Een rechte asfaltweg, het groen begint te ontluiken. De akker recht en pas ingezaaid. In de verte staat een boerderij, van baksteen en rode dakpannen. De slootkant is netjes en overal dezelfde patronen Hoe anders was het 56 jaar geleden. Eb en vloed, de polders van Schouwen-Duiveland stonden nog grotendeels onder water. Het groen van cle bomen kwam nog een keet- door, de laatste keer. Vele boerderijen en huizen kapot, de bewoners verdreven of verdwenen. De wens om te herbouwen was er al, ideeën over de aanpak ook. Plannen werden gemaakt, al vóór het land droog was. Tien jaar zou het duren, maar toen was er dan ook een resultaat dat ook nu nog zichtbaar en bruikbaar is. Het eerste begin Nog voor de polders droogvielen, na het redden van de mensen en het vee, werd begonnen met het herstel. Natuurlijk door eerst te redden wat er te redden viel. Landbouivmachin.es en ander materiaal verzameld op de ring in Ouwerkerk. Met vletten werden de werktuigen van boerderijen in de polder opgehaald. Vervolgens schoongemaakt en met Tectyl ingespoten in opdracht van de Dienst I.andbouwherstel. De overgebleven bewoners leefden als pioniers in een nieuw land. Er waren nog geen voorzieningen en brood werd niet in hel dorp zelfgebakken. Ze waren afhankelijk van aanvoer per boot uit Zierikzee. 1953 (collectie Ad Doeleman). 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 121