Vele boerderijen gingen verloren, anderen werden uit de dorpen verplaatst. Hier een aantal nieuwe boerderijen bijViane. 1959 (Cultuurtechnische Dienst) Elektriciteit Water uit de kraan, electriciteit en telefoon waren geen vanzelfsprekendheid in het buitengebied in 1953. Niet onbekend, maar nog lang niet overal beschikbaar op Schouwen-Duiveland. De Reconstructiecommissie ontwierp eilanddekkende netwerken. Met het besluit om voor het buitengebied over te gaan tot een herverkaveling stond vast dat overal aansluitingen op het elektriciteitsnet aangelegd zouden worden. Zo snel mogelijk, soms al terwijl de polders nog nat waren, werd het hoofdnet aangelegd. Voorheen nog bovengronds, maar nu werd dit lOkV (hoogspanning) kabelnetwerk ondergronds aangelegd. Zodra op papier bekend werd waar de wegen en de boerderijen zouden komen, werd het netwerk verfijnd. Als voor een weg de piketpalen door de landmeters waren uitgezet, konden de mannen van de PZEM (Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij) aan de slag. De wegen hadden op dat moment nog geen naam. Transformatorstations werden gebouwd en van daar uit werden ondergrondse 3 kV kabels (GPI.K, gepantserde papier en lood kabels) langs de toekomstige wegen gelegd tot bij een of meerdere boerderijen, waar een transformatorkast geplaatst werd. De transformators waren betonnen hokjes ("hondehokjes") gemaakt door de firma Schokbeton. Vanaf deze transformators werd een laagspanningskabel aangelegd. Alle boerderijen werden aangesloten. De voor de ramp aanwezige eigen aggregaten, eventueel aanwezige accu's, stationair motoren, tredmolens en radio's op batterijen verdwenen hiermee van de boerderijen. Elektrische melkmachines, ventilators, maar ook wasmachines en andere apparaten voor huishoudelijk gebruik kwamen hierdoor voor iedereen binnen bereik. Dat de verkopers van de PZEM soms meer apparaten verkochten dan het net aankon, was maar bijzaak. De elektriciteitsvoorziening kwam vanaf 1954 via een kabel onder de Oosterschelde vanuit de centrale in Vlissingen. Mechanisatie van het aannemerswerk Draglines waren niet nieuw in de polder. De herverkaveling bracht ook nieuwe machines mee. Voor het eerst verschenen drainagemachines, woelapparaten, diepploegen, tot dan toe onbekend. Technieken vanuit de Noordoostpolder konden hier verder ontwikkeld worden. Het kavelwerk, bestaand uit het graven van sloten, 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 129