De nieuwe wegen kruisten op vele plaatsen de oude sloten, een goede aannemer
groef deze uit en maakte daarna pas de fundering van de nieuwe weg. Daarna werd
de weg nog een tijd gebruikt zonder toplaag, zodat de ondergrond de tijd kreeg om
te zetten. Ondanks deze aanpak zijn ook nu nog kuilen in wegen te vinden op
plekken waar vroeger een sloot lag.
Was de aanpak niet goed genoeg geweest, of de aannemers niet zorgvuldig genoeg?
Er zijn verhalen bekend van slechte en minder betrouwbare aannemers, iedereen
die de kans had, kocht een GMC en noemde zichzelf aannemer. Zo is er een verhaal
van iemand die thuis verschillende deuren voor zijn GMC had staan met bedrijfsnamen
daarop. Om zo onder meer namen te kunnen werken. GMC's zijn vrachtwagens met
dubbele achterassen, destijds in grote aantallen beschikbaar uit de Amerikaanse
legerdumps.
Reeds voor de Ramp was er discussie over het functioneren van de tram op het
eiland. De geringe flexibiliteit van dit transportmiddel werd steeds meer als hinderlijk
ervaren. Transport met vrachtwagens en autobussen verdrong overal in Nederland
het tramvervoer. In het rapport van de reconstructiecommissie Schouwen-Duiveland
is de conclusie al in december 1953 helder: "Nu echter gebleken is, dat over het
algemeen het wegennet reeds thans volledig voor het vervoer kan worden benut, is
de Commissie van oordeel, dat ook een tijdelijk hervatten van de tramexploitatie
ongewenst moet worden geacht."
Na onderhandeling tussen de eigenaar, de Rotterdams Tramweg Maatschappij (RTM)
en de dienst Landbouwherstel werd een akkoord gesloten. Middels een afkoop som
van 1 miljoen gulden vervielen de rechten van de RTM. Alle in grond in bezit bij de
RTM kwam ter beschikking van de herverkaveling. Met het oorspronkelijke tracé en
de emplacementen hoefde bij de herbouw van Schouwen-Duiveland verder geen
rekening meer gehouden te worden. Een tijdperk werd hiermee afgesloten.
Het landschap
Door de Ramp, de daaropvolgende bedijkingen en de tijdens de Herverkaveling
uitgevoerde werken, veranderde het landschap. Het al eerder bestaande verschil
tussen Schouwen (open) en Duiveland (meer besloten) kwam versterkt terug. De
aanpassingen aan de wegen en waterlopen, gecombineerd met het afgraven van de
kronkelige binnendijken in het gebied tussen Schouwen en Duiveland en de aanleg
van een hoge Delingsdijk dwars door Schouwen leverde een rationeel ingericht
landschap op.
Vanaf de eerste plannen was er discussie tussen het (economisch) hoerenhelang en
het belang van "harmonie en schoonheid". De beplanting in de polders bleef
beperkt, terwijl wel beplanting plaatsvond bij de dorpen en bij de Schelphoek,
Ouwerkerk en het Dijkwater en in het van oudsher meer beboste gebied rond
Schuddebeurs. Bij vrijwel alle boerderijen werden windsingels geplant, incidenteel
werd ook in wegbermen beplanting aangebracht.
Het water beheerst
Een volledig nieuw waterlopenpatroon werd ontworpen. Functioneel, een systeem
vanuit de gedachte dat alle kavels een goede ontwatering moesten krijgen. De
drainage vanuit iedere kavel moest uitmonden in een kavelsloot, de sloten volgden
de wegen, waarmee deze ook goed drooggelegd werden. De sloten kwamen uit op
grotere watergangen ("leidingen") om uiteindelijk bij een van de vier moderne
gemalen (Ouwerkerk, Dreischor, Den Osse en Prommelsluis) uit te komen.
130