In deze oorkonde, door H.Obreen geciteerd, waarin naar voren komt hoe belang rijk de Van Catsen waren, wordt een aantal interessante feiten vermeld (22). Ten eerste wordt vermeld dat zij verwant zijn aan (consanguineau nostra) Aleid van Holland. Zij wordt als medevoogd van Floris aangesteld en was de zuster van Graaf van Holland en Rooms Koning Willem II. Bovendien werd ze ruwaardes van Holland en Zeeland. Overigens was de Hertog een neef van Aleid. We komen op deze bijzondere vrouw, die toen weduwe was van Jan I Graaf van Henegouwen, nog terug. Ook later zal nog regelmatig gemeld worden dat de Van Catsen verwant waren aan het grafelijk huis. In verschillende oorkonden wordt ingegaan op de bloedverwant schap van leden van het geslacht Van Cats en die van Henegouwen en/of Holland. Zo vinden wij niet alleen in de reeds genoemde oorkonden van 30 april 1258, dat zij bloedverwanten waren van Aleid van Henegouwen (Holland), maar dat meldden ook Floris en Boudewijn van Henegouwen (zonen van Aleid) als het om Nicolaas I van Cats gaat (23). Blijkbaar was een der leden van het geslacht Van Cats afkomstig uit het geslacht van Henegouwen en/of uit het geslacht van Holland. Gegeven het feit dat expliciet vermeld wordt dat zij verwant zijn aan Aleid van Holland en het gegeven dat pas vanaf 1246 het geslacht Avesnes als Graven van Henegouwen door het gearrangeerde politieke huwelijk van Willem II van zijn zuster Aleid met Jan I van Henegouwen, een rol gaat spelen in Holland en Zeeland, is de conclusie logisch dat er dus een verwantschap moest bestaan met het grafelijk huis Holland. Dat geldt overigens voor meer oude adellijke geslachten in Zeeland, zoals bijvoorbeeld van Van Voorne en Van Renesse. Een tweede bijzonderheid in deze oorkonde is de vermelding van 'Ridders uit het beroemde geslacht Van Cats'; deze geeft aan dat de genoemde broers dan al een geschiedenis kennen die bekend is in Holland, Zeeland en Brabant en dus blijkbaar van zeer oude oorsprong is. Een derde vermeldenswaardig feit is dat de oorkonde van 30 april opgesteld is in Duiveland (Duvelant), dat toen eigendom was van het geslacht Van Cats. Blijkbaar verbleven de Graven van Holland op een bezit van de Van Catsen in Duiveland. Voor ons een indicatie dat zij goederen hadden op Duiveland. Zo wordt Gerlof van Cats Ridder naast zijn titel Vrijheer van Cats, reeds in 1205 genoemd als Heer van Duiveland. We kunnen bovendien vermelden dat zij aan het begin van de 13e eeuw de grootste grondeigenaars waren in de Vierbannen van Duiveland (24). Deze verbondenheid met het grafelijk huis van Holland is dan al aanwezig, de Van Catsen zijn betrokken bij belangrijke gebeurtenissen en vervulden belangrijke functies. Graven van Holland Het is daarom denkbaar dat zij met de komst van de Hollandse graven in Zeeland in hun kielzog meegekomen zijn en belangrijke functies en posities verwierven inclusief goederen en daarmee de invloed van hun leenheer de Graaf van Holland versterkten. Laten we daar even op inzoomen. We schrijven de periode 900-1000. In deze periode probeerden de graven van Holland invloed te krijgen in Zeeland. Om te beginnen in het gebied BeoostenSchelde (Schouwen Duiveland), dat toen nog bestuurlijk onder Vlaanderen viel. E.Palmboom stelt in haar dissertatie 'Het Kapittel van Sintjan te Utrecht', dat in het midden van de 10e eeuw de graven van Holland invloed kregen op Schouwen. Kerngebieden hiervan waren het gebied rond Eikerzee en het gebied van Burgh en Haamstede. In deze tijd hadden vooral de Vlaamse abdijen Ter Doest en Sint Baaf, maar ook de abdijen van Nijvel en Echternach, grote bezittingen in Zeeland en Schouwen (25). Zo kende Sint Baaf tevens grote bezittingen op het 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 13