vervolgens te Amsterdam was, schreef onder andere twee stichtelijke werken in het Frans, die nog in de zestiende eeuw in het Nederlands vertaald zijn en een enorme invloed hebben uitgeoefend. Een van de twee zou men kunnen typeren als een reformatieprogramma. Aangezien van hem echter geen nader-reformatorische samenwerking met anderen bekend is en hij ook geen volgelingen in de eigenlijke zin des woords heeft gehad, kunnen zijn persoon en optreden moeilijk zo niet onmogelijk het begin van de beweging van de Nadere Reformatie markeren. In 1602 verzonden in Friesland de vijf predikanten wier gemeenten onder de grietenij Barradeel vielen, een schrijven aan de grietman waarin zij hun beklag deden over vele misstanden en aandrongen op krachtige maatregelen. Inhoudelijk en formeel kan deze brief aanspraak maken op de typering reformatieprogramma. Hier is in tegen stelling tot bij Taffin wel sprake van samenwerking, maar de andere voorwaarde, namelijk historische continuïteit, ontbreekt. De Nadere Reformatie is derhalve niet in Friesland, maar in Zeeland, en wel op Schouwen-Duiveland begonnen. 'Willem Teellinck Een beweging is altijd verbonden met mensen. Wie stond(en) aan de wieg van de Nadere Reformatie? Als eerste licht de persoon van Willem Teellinck op. Deze was geboortig van Zierikzee en afkomstig uit een van de invloedrijkste geslachten in Zeeland. Hij had dan ook in het Zeeuwse overal invloedrijke familieleden of kennissen zitten. Het netwerk van zijn vader Joos bestreek zelfs cle hele Republiek. Joos Teellinck was namelijk een van de twee Zeeuwse leden in de Raad van State. Dit orgaan was in die tijd de hoogste politieke overheidsinstelling voor de landelijke financiën, legerzaken en buitenlandse politiek. Vader Joos behoorde dus tot de nationale politieke elite. Zoon Willem werd op 4 januari 1579 geboren en werd door zijn vader evenals zijn broers voorbestemd tot een politieke carrière. Dit betekende dat hij rechten ging studeren, ook al voelde hijzelf in zijn jeugd enige aantrekkingskracht tot de theologie. Na zijn reguliere studie te Leiden ondernam hij in overeenstemming met zijn hoge en rijke afkomst buitenlandse studiereizen, die in totaal maar liefst zeven jaren in beslag namen en die hem in elk geval naar Schotland, Frankrijk en Engeland voerden. In september 1603 promoveerde hij te Poitiers in Frankrijk in de rechten. Uit zijn Franse studietijd dateert een brief waaruit blijkt dat hij toen in een geestelijke crisis verkeerde en dat die betrekking had op de diverse richtingen binnen het Christen dom. Hij vroeg zich af of de verschillen tussen de diverse stromingen er wel toe deden. Is het niet zo dat God iedereen aanneemt die oprecht in Christus gelooft en ook in overeenstemming met dat geloof leeft? Na zijn promotie stak Teellinck de Noordzee over en kwam hij terecht in de gemeente van de bekende puritein Arthur Hildersam. Omstreeks januari 1604 beleefde hij in dat puriteinse klimaat tijdens een particuliere biddag een bekeringservaring. Naar alle waarschijnlijkheid moet bij die biddag gedacht worden aan een van de bijeenkomsten die door zo'n dertig predikanten - onder wie Hildersam - gehouden werden ter voorbereiding van de Hampton-Court-conferentie. Daarop werd een petitie opgesteld die later namens duizend predikanten aan de nieuwe Engelse koning Jacobus I overhandigd werd en waarin concreet aangegeven werd op welke punten de Anglicaanse Kerk verder gereformeerd moest worden. Ongetwijfeld ligt hier de historische wortel van het eigene van de Nadere Reformatie, namelijk de reformatieprogramma's. Tevens is de term 'nadere of vordere reformatie' de Nederlandse vertaling van het in die tijd puriteinse kernbegrip 'further reformation'. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 32