,(Smïhi
Hel dorp Haamstede, eind zeventiende eeuw. (Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland. Zierik-
zee, THA 0241).
Nadat de laatste poging om de Zeeuwse Staten tot maatregelen tegen de heersende
zonden te bewegen mislukt waren, zag Teellinck op de classisvergadering van
28 oktober 1608 zijn kans weer schoon. Naar aanleiding van een vechtpartij met
dodelijke afloop binnen de heerlijkheid Haamstede deed hij zijn beklag dat de
sabbat zowel onder als buiten kerktijd zeer schandelijk ontheiligd werd. Hij kreeg de
classis zover dat die hem en zijn Zierikzeese collega Udemans opdroeg de magistraat
van Zierikzee te benaderen met het verzoek daartegen op te treden. Op 27 januari
1609 werd het stuk dat zij over de sabbat opgesteld hadden om aan het Zierikzeese
stadsbestuur te overhandigen, door de classis geapprobeerd. Zoals vaker was Zierikzee
voor de classis het tussenstation om de kwestie op het bordje van Gedeputeerde
Staten te krijgen.
Dat de classis niet op haar lauweren ging rusten, kwam op 12 november 1608 open
baar toen er een bezwaarschrift voor de komende provinciale synode geformuleerd
werd. Daarin deed zij het voorstel de Staten te verzoeken door middel van een
plakkaat allerlei wanordelijkheden en zondagsontheiliging te verbieden en uitsluitend
gerechtelijke functionarissen aan te stellen die tot de Gereformeerde Kerk behoorden.
Alleen zij zouden immers geneigd zijn de plakkaten metterdaad te handhaven.
Op 11 februari 1609 verscheen Udemans namens de classis in de vergadering van
Gecommitterde Raden. Hij stelde aan de orde dat ondanks het schrijven van de Staten
36