de gedachte dat de komst van toeristen naar Schouwen-Duiveland daar net zo goed extra werkgelegenheid en verdiensten met zich mee zou brengen als elders in Zeeland, was er ondertussen blijkbaar toch voldoende steun te vinden. De Gids voor Zierikzee werd in 1898 al weer herdrukt en met goede reden, want dat jaar was de verbinding met het vasteland door de totstandkoming van een stoomtram- en stoombootdienst van en naar Rotterdam sterk verbeterd.8 Twee jaar later werden de eerste stoomtramlijnen geopend die plaatsen op Schouwen-Duiveland zelf met elkaar verbonden. In 1915 waren ook Haamstede - dat inmiddels over een eigen VW beschikte - en het nabijgelegen Burgh per tram bereikbaar. Daarmee was de basis gelegd voor het toerisme in het westelijk deel van Schouwen. Tien jaar later moesten er 's zomers al extra trams worden ingezet om de vele badgasten te vervoeren.9 Het vliegveld De weg naar de stranden van Schouwen en het dorp Haamstede werd nog verder bekort. In 1925 werd in Zierikzee een comité opgericht dat de bevordering van het luchtverkeer met Nederlands-Indië nastreefde. Datzelfde comité - speciaal in de persoon van bankdirecteur J.J. Cock bij wie zich nog diens stadgenoot dominee Voors voegde - zette zich ook in voor een luchtverbinding tussen Rotterdam en Schouwen-Duiveland. Een aantal jaren later zou die misschien wel kortste vlieglijn ter wereld werkelijkheid worden.10 In krantenberichten uit die tijd over de aanleg van een vliegveld op Schouwen-Duiveland werd steeds gewezen op het isolement - gepaard met economische achterstand - van dit eiland, dat door zo'n luchtverbinding doorbroken zou kunnen worden. Daarbij dacht men niet alleen aan de bevordering van het toerisme: de initiatiefnemers hadden naast personenvervoer in het algemeen vooral dat van goederen op het oog, speciaal dat van groente, fruit en bloemen, produkten die snel naar hun plaats van bestemming vervoerd moeten worden. Het comité vond een terrein dat voor een vliegveld geschikt was: de duinpolder op Schouwen ten noordwesten van Haamstede. De hoge aankoopprijs van het terrein noodzaakte tot de oprichting van een exploitatiemaatschappijde Land- en Exploitatie Maatschappij 'Nieuw-Haamstede', niet te verwarren met de bovengenoemde vennoot schap 'Zeebad Nieuw-Haamstede'. Deze Land- en Exploitatie Maatschappij had niet alleen de opgave om een deel van het aangekochte duingebied tot landingsbaan om te toveren en "in samenwerking met den luchtdienst [de K.L.M.] dit eiland uit zijn isolement [te] verlossen", het ging de vennoten ook om de winning van tuinbouwgronden in de onmiddelijke omgeving van het vliegveld. Een krantenartikel uit 1930 beschrijft de voorbereidingen ter ontginning van het terrein, dat dan "tot cultuur klaar gemaakt" in kavels zou worden uitgegeven: het planten van heggen, bemesting, de aanleg van sloten en de plaatsing van gaas "tegen de duinkonijnen, die stelselmatig zullen worden uitgeroeid". De exploitatie-maatschappij richtte zich "in dezen voor de landbouw moeilijke tijd" in de eerste plaats op bevordering van de tuinbouw. Toch kreeg ook het toerisme als mogelijke bron van inkomsten en groeiende werkgelegenheid steeds meer aandacht. Zelfs bij de aanleg van bollenvelden op de geestgronden in het duinterrein werd gedacht aan de aantrekkingskracht die deze "verrijking van het natuurschoon" op toeristen zou uitoefenen.11 Met betrekking tot die laatsten sprak J.J. Cock, de voorzitter van het luchtvaartcomité, in een ingezonden brief aan de Zierik.zeesche Nieuwsbode de verwachting uit, dat Schouwen - dat tot voor kort vrijwel 'terra incognita' was geweest - "mettertijd een attractie zal worden voor hen die bovenal gesteld zijn op iets 'selects'. Een of meer modern ingerichte hotels met een vliegdienst voor de deur, moderne villa's, golfterreinen, tennisvelden, een élite publiek, ziedaar een schoone toekomstdroom."12 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 62