Tulpenvelden bij Haamstede, jaren 1920 GASD In 1931 werd het vliegveld West Schouwen officieel geopend. De spreker namens de N.V 'Nieuw Haamstede' ging in zijn toespraak tot de genodigden ook in op de verdere plannen van de maatschappij: het einddoel zal eerst dan zijn bereikt, wanneer de terreinen overdekt zijn met grootere of kleinere bedrijven voor bollenteelt, voor tuinderij, voor bloemkwekerij en voor verdere cultures en ingericht zijn voor badplaats, waarvoor de architect Van de Weele uit Den Haag een hotelplan heeft ontworpen, benevens voor te stichten landhuizen."13 De meeste zomergasten die in de voorgaande, negentiende eeuw de Zeeuwse badplaatsen bezocht hadden, waren nog inwoners van de nabijgelegen steden geweest. Na 1900 kwamen de toeristen echter al merendeels uit andere Nederlandse provincies of zelfs uit het buitenland. Daarbij kozen steeds meer van hen voor Schouwen: die ontwikkeling was al in de jaren twintig van de twintigste eeuw begonnen en na de opening van het vliegveld zette deze trend nog in versterkte mate door. De luchtverbinding bleek een groot succes en dat was voor een belangrijk deel te danken aan het toeristenverkeer naar de Zeeuwse badplaatsen en in het bijzonder naar het nu zo gemakkelijk te bereiken Haamstede. De reis van Rotterdam naar Haamstede duurde met traditionele vervoermiddelen nog altijd zo'n 5Z2 tot 7 uur, en nu kon men er in 25 minuten al zijn. In de tweede helft van de jaren dertig gingen er in de zomermaanden zelfs drie vluchten per dag.14 In 1933 zouden in totaal zo'n duizend gasten een vakantie in Burgh of Haamstede hebben doorgebracht, en zes jaar later waren dat er al twee-en-een-half maal zoveel. Inmiddels waren beide dorpen als badplaats al even populair als het Walcherse Domburg en Vlissingen. Veel gasten verbleven in hotels: Haamstede had bij voorbeeld hotel Bom in het dorp zelf, maar er was ook 'De Schouwsche Boer', een door de Maatschappij 'Nieuw-Haamstede' omgebouwde duinboerderij, en hotel 'Zeelust' dat voorbij Burgh direct aan een duinovergang gelegen was. Andere toeristen vonden een onderkomen bij particulieren, in pensions of zij kampeerden - al in de late jaren twintig werd dat ook bij Haamstede gedaan. Een aantal gasten verbleef bovendien in 'villa's' die men huurde, had aangekocht of voor zichzelf had laten bouwen. 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 63