na de bevrijding. Hierbij hebben de auteurs 31 verschillende geschiedenisbronnen geraadpleegd voornamelijk in het Archief van Schouwen-Duiveland^ in Zierikzee. De bronnen variëren van dagelijks genoteerde ervaringen van Co en Cor, zogenaamde 'orale' geschiedenis, tot het geleerde betoog van prof. dr. Lou tlejong, een voorbeeld van 'traditionele' geschiedschrijving. De andere bronnen zijn mengsels van de twee genoemde uitersten in telkens wisselende proporties. Orale geschiedenis is per definitie subjectief, traditionele geschiedenis wordt geschreven door historici nadat zij achter het bureau in hun studeerkamer de bronnen zo objectief mogelijk geanalyseerd hebben. In dit artikel valt de nadruk op gebeurtenissen die in tenminste twee bronnen op ciezelfde wijze beschreven worden. Tegenstrijdigheden tussen bronnen kunnen opgelost worden, door na te gaan waar geschiedschrijvers, oraal of traditioneel, in de fout gaan door 'mythes', roddels, oude herinneringen aan gebeurtenissen, die zij zelf niet meegemaakt hebben of zich niet meer accuraat herinneren, kritiekloos over te nemen. Zelfs De Jong maakt vergissingen. Hij schrijft bijvoorbeeld dat Schouwen-Duiveland in 1944 geïnundeerd wordt met zeewater. Rolverdeling Vier partijen op Schouwen-Duiveland nemen deel aan de oorlogsvoering: de Duitse bezettingsmacht, de geallieerden, de Armeniërs, en de ondergrondse. Geen van de partijen is volledig op de hoogte van de plannen van de andere partijen. Een vijfde partij bestaat uit de niet geëvacueerde bewoners van het eiland die angstig afwachten of Schouwen-Duiveland voor de winter van 1944-1945 bevrijd gaat worden. De bewoners krijgen het advies een aantal éénmansgaten te graven rond hun woning, waarin zij dekking kunnen zoeken bij onverwachte beschietingen door de geallieerden die op Noord- en Zuid-Beveland gelegerd zijn. De geagiteerde dominee Kleinman in Renesse vraagt zijn gemeente van de kansel herhaaldelijk of iedereen al een 'gat' heeft. Een zesde groep bestaat uit mensen, niet op het eiland, die zich zorgen maken over familie en vrienden op Schouwen en/of daarheen willen terug keren, bijvoorbeeld: burgemeester en mevrouw Schuurbeque Boeije van Zierikzee en Verburg, gemeentesecretaris van Zierikzee, die begin 1944 naar Kloetinge geëvacueerd zijn, Co Vriesendorp, die weet dat zijn vrouw Cor tijdens haar laatste bezoek aan hem in Baarland begin maart 1944 zwanger is geworden, Cors vader, huisarts in Dordrecht, Cors moeder, Cors zuster Dineke, Cors zuster Margot, ver pleegster met ooievaarsaantekening en koerierster voor de verzetgroep Kloos in Dordrecht, (waarvan ook haar broer Frans Delhez lid is) en Cors favoriete verlos kundige hulp uit Dordrecht, Annemarie Kraul, die allen Cor hielpen bij haar eerste bevalling in februari 1942 in Dordrecht. Reizen is riskant omdat de geallieerden vaak vervoermiddelen, zoals veerponten, treinen, vrachtauto's vanuit de lucht aanvallen. De Duitse bezetter verklaart Schouwen-Duiveland tot 'Sperrgebiet'. De Dordtenaren slagen er niet in naar Renesse te komen om Cor te helpen hij haar tweede bevalling. Bewoners en bezoekers van Moertnond In Moermond wonen Co's ouders Jaap Vriesendorp en Tineke Vriesendorp-Rens, en hun gasten Cor Vriesendorp-Delhez, haar zoon Jaap junior (Jaapje), Jan en Aai Stevense, hun dochters Maddy en Wip, Jaap en Marie Verseput-Geluk, hun zoon Hans Verseput, hun (schoon) moeder Suzanna Geluk-de Vlieger, (Oma), en hun neef Bram Geluk. Brams ouders verblijven op Zuid-Beveland. Zijn vader (burge meester van Noordgouwe) moest evacueren net zoals andere burgemeesters van de gemeenten, waarvan de bewoners moesten evacueren. Er zijn drie inwonende 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 81