meerd door Evertse of Evertse's vader, de slager van Renesse, wijst zijn toekomstige
schoonzoon Hans Verseput ook op de mogelijkheid om van het eiland af te komen.
Hans vindt het te riskant en besluit dit niet te doen. Sjoeran, Straayer en Rademaker
willen achter blijven om hun verzetswerk op het eiland voort te zetten.
Op 6 december mislukt de ophaalactie, omdat de geallieerden de lichtsignalen van
Van der Beek niet zien. In de vroege avond van 7 december komt opnieuw een
bietenboot, bestuurd door ervaren Nederlanders maar met een kapot kompas,
vanuit Colijnsplaat naar Zierikzee varen. Vijftien zwaarbewapende Engelse comman
do's zijn aan boord en staan onder leiding van captain WJ. (Wally) Crowther. Een PIB
soldaat vaart mee als tolk en staat met een walkietalkie voortdurend in contact met
de Engelse leiders van de operatie in Colijnsplaat. De uitlaat van de bietenboot
spuugt vonken. Crowther laat een zeil over de uitlaat gooien, dat in brand vliegt. De
vlammen worden met zeewater geblust. De Engelsen zien de afgesproken
lichtsignalen nu wel. Helaas is het vuurwerk van de bietenboot ook opgemerkt door
Duitsers in Zierikzee die een patrouille soldaten op verkenning uitsturen. De
Engelsen verliezen tijd doordat de motorboot door het gebrekkig kompas niet op
koers blijft en vastloopt op een zandbank ten westen van de afgesproken ophaalplaats.
Ze kunnen geen lichtsignalen meer sturen. Een roeiboot waarmee vier commando's
aan land proberen te gaan drijft af met het uitgaande tij. De commando's landen en
laten de PIB soldaat achter in de roeiboot. Zij kunnen onopgemerkt aan land komen.
Voorzichtig trekken zij oostwaarts in de richting van het afgesproken ophaalpunt. Zij
stuiten op vier niets vermoedende op wacht staande Duitsers. Juist als ze besluiten
om tot de aanval over te gaan breekt er vlakbij een zwaar vuurgevecht uit. De
commando's trekken zich terug naar Colijnsplaat nadat zij met de nodige moeite en
geluk hun eigen roeiboot en de weer vlot gekomen bietenboot hebben terugge
vonden. Het blijft onduidelijk waarom de Engelse Commando's dachten dat het om
6 mensen ging in plaats van 16 mensen die opgehaald moesten worden. Blijkbaar is
er een misverstand gerezen bij de communicatie van de ondergrondse met de
geallieerden.
Als de vluchtelingen geen lichtsignalen meer zien, komen ze tot de conclusie dat de
operatie voor de tweede keer niet doorgaat. Het echtpaar Wisse gaat met de fiets
aan de handlopend terug naar Zierikzee. De door de brand op de bietenboot
gealarmeerde Duitse patrouille van zeven man laat de Wisse's passeren, die uitleggen
dat ze nog na spertijd rondlopen vanwege een lekke band. De patrouille vindt snel
daarna de groep van vijftien, die terugvlucht naar het huis van het waterschap bij
Borrendamme aan cle binnenkant van de zeedijk dat ook op 6 december het
verzamelpunt voor de vluchtelingen was. Het huis wordt omsingeld, een vuurgevecht
breekt uit. De drie gewapende geallieerde soldaten en De Glopper weten te
ontkomen, door het geïnundeerde land in te lopen en onder water te duiken als de
Duitsers lichtkogels afschieten om hen te lokaliseren. De Duitsers nemen de overige
elf vluchtelingen gevangen.
Het boek van Fey, het proces-verbaal van Wisse, het archief van Gerard de Fouw, het
artikel van Anderson en het ooggetuigeverslag van De Glopper geven de beste
weergave van de gebeurtenissen. De beschrijving van Verburg en Co Vriesendorp
bevatten verschillende onjuistheden en zijn kenmerkend voor de manier waarop in
orale bronnen geruchten en feiten door elkaar gaan lopen. Beide auteurs verblijven
op 7 december 1944 op Zuid-Beveland en vertellen later wat ze menen van anderen
gehoord te hebben. Co vermeldt ten onrechte dat het ophaalpunt bij de Schelphoek
is en dat de operatie verraden zou zijn door een telefoniste die het gesprek tussen
90