de OD en de geallieerden afgeluisterd zou hebben. De informatie van ingenieur en verzetsman Minkema maakt duidelijk dat dit niet het geval is geweest. Als er wel sprake van verraad zou zijn geweest zouden de Duitsers zich op 7 december in grote getale, zwaar bewapend en met zoeklichten, bij de afgesproken afhaalplaats verborgen hebben. Ook zou de ondergrondse na een ongunstige afloop maatregelen getroffen hebben tegen een verraadster. Op 8 december brengt de Duitse legerarts Lempke Lazonder naar de EHBO van het rooms-katholieke ziekenhuis in Zierikzee, maar zes uur later halen de Duitsers Lazonder weer op, omdat zij het niet eens zijn met de goede behandeling die Lazonder daar ontvangt. De non Tecla, zuster in de EHBO, constateert tekenen van mishandeling van Lazonder: ontvelling van de benen, schotwonden door beide schouders en achterhoofd, één van Lazonder's benen is verlamd. Lazonder heeft hoge koorts. Dr. Lempke heeft de wonden van Lazonder niet verbonden. In de avond van 8 december worden de gevangenen naar de haven van Brouwershaven vervoerd. Van hier vertrekken zij naar Goeree-Overflakkee voor een militair standgerecht. Lazonder is te ziek en zal in absentia veroordeeld worden. In de haven van Brouwershaven springt Mikiniejan geboeid overboord en verdrinkt. De andere gevangenen moeten op het dek gaan liggen, ieder onder het geweer van een Duitse soldaat, die de aan hem toevertrouwde gevangene herhaaldelijk trapt en afranselt. Vooral Van der Beek krijgt het zwaar te verduren. Op 9 december na aankomst in Ouddorp en vervoer met paard en wagen naar Middelharnis, worden alle tien, dus ook Lazonder, ter dood veroordeeld door middel van de strop. Het gerecht bestaat uit acht Duitsers, waarvan twee in uniform, onder hen de eilandcommandant van Goeree-Overflakkee, Oberstleutnant Von Alvensleben, zijn collega op Schouwen-Duive- land, Hauptman Schütz, en de beruchte Willy Lages. Anna Hage, ten onrechte aangezien voor mevrouw Wisse, wordt vrijgesproken, maar mag niet meer naar Schouwen-Duiveland terugkeren. Het vonnis wordt dezelfde dag telefonisch bevestigd door Christiansen, de Opperbevelhebber van de Duitse Wehrmacht in Nederland. De gemeentesecretaris van Renesse C. Lazonder Foto uit het archief van zijn zoon Daan. De zaak op Schouwen-Duiveland is niet de enige. Op 9 december worden zeven Armeniërs op het havenhoofd van Middelharnis gefusilleerd wegens desertie. Met een boot hadden zij geprobeerd te ontsnappen vanuit Goeree-Overflakkee naar het reeds bevrijde Brabant. Ze liepen echter vast op een zandbank onder Ooltgens- plaat. Een groep van Nederlandse verzetsmensen, beter bekend met de zee en zandbanken rond Goeree-Overflakkee, lukt het wel om van het eiland af te komen en de geallieerden te bereiken. Zij worden niet vertrouwd en gevangen genomen. Zij nemen niet deel aan de bevrijding van de rest van Nederland. 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 93