WATERBOUWKUNDIG TIJDSCHRIFT O.T.A.R.
J - 31
In 1825 werden in het Axelse gat gelijktijdig de
Nieuw-Papeschorpolder en de Smids- en Koegors-
schorrepolder bedijkt (betrageld), welke werken mede
tot de verplichting van de aannemer behoorden.
Het kanaal moest een dwarsprofiel verkrijgen dat
vanaf Sas van Gent naar Tfemeuzen zowel in de
breedte als in de diepte toenam, waarvan enkele door
sneden zijn aangegeven in fig. 23. Vanaf Sas van Gent
tot aan de splitsing te Temeuzen verliep de bodem-
diepte van 4.80 m tot 6 m en de bodembreedte
van 12 tot 20 m.
Voor de geulen in de Oostbuitenhaven werd bepaald
dat de breedte van de bodem en belopen gemaakt
moesten worcfen als naar de geaardheid van de gron
den nodig zou gebordeeld worden, doch met dien ver
stande dat voor de Westgeul de minimum-bodem-
breedte 18 m en voor de Oostgeul 12 m moest bedra
gen, terwijl voor beide geulen de diepte tenminste
6.30 peil moest zijn.
Dwarsprofielen van de Oost- en Westhavendam zijn
aangegeven in fig. 24.
Tegen de koppen van de dammen moesten kraagstuk-
ken worden gezonken en boven laagwater een ver
dediging aangebracht van rijsbeslag.
Ter verlenging van het prekpad zou over een breedte
van 7 m aan de koppen van de havendammen een
paalhoofd gemaakt worden tot daar, waar een diepte
van 8 a 8.50 m beneden peil werd bereikt.
Zoals bij kanaalwerken gebruikelijk moesten de dij
- ken worden opgeworpen met uit de ontgravingen vrij
komende gronden. Voor sommige gedeelten van de
kanaaldijken werd de kruinsbreedte bepaald naarmate
er meer of minder grond moest worden ontgraven en
dus beschikbaar kwam. Ze bedroeg voor het gedeelte
Sas van Gent-Axelse gat, aan de westzijde 8 a 10
meter.
Voor het uitvoeren van de grondwerken had men niet
de beschikking over graafmachines, zodat het maken
van snelle vorderingen moest worden bereikt door
het tewerk stellen van een groot aantal arbeiders. Zo
waren in het najaar van }825 ongeveer 3100 arbeiders
werkzaam, 2600 bij de afsluitdijk en 500 bij de sluizen
te Temeuzen.
Uit hetgeen naar voren is gebracht bij de behandeling
van de afsluitdijk kan wel worden afgeleid dat in het
najaar 1825 met het graven van het eigenlijke kanaal
practisch niet werd voorgegaan, maar dat alles werd
samengetrokken om de afsluiting van het Axelse gat
te doen slagen. Daaruit valt dan ook te verklaren dax
in dat najaar geen arbeiders werden opgegeven die
aan pet kanaal werkten.
Het graven van het kanaal, aanvankelijk zo energiek
begonnen, werd, eerst door de onlusten onder het
werkvolk en later door de moeilijkheden om het
Axelse gat gesloten te krijgen, geleidelijk meer op de
achtergrond geschoven. Zodoende was men op 1 De
cember 1825 ook niet zo ver gevorderd als men zich
bij de aanvang had voorgesteld.
Financieel scheen het ook niet erg vlot te lopen, want
in November moesten de concessionarissen er op aan
dringen een termijn uit te betalen daar anders het
werk zou moeten ophouden. Het werk heeft inderdaad
enkele maanden stilgelegen, doch meer als gevolg van
onwerkbaar weer dan om financiële redenen.
Eind Februari begon het werkbaar weer te worden en
konden geleidelijk de werkzaamheden worden voort
gezet.
In de loop van dat jaar werden flinke vorderingen ge
maakt ,doch niet in die mate dat de achterstand van
het vorige jaar kon worden ingehaald- Men kwam
echter wel zo ver dat het kanaal in de daarop vol
gende winter nog korte tijd dienst kon doen voor af-
Flg. 23,.
Fig. 24. HavendQken te Terneuzen.
OWWSPHOriEL WESTELIJKS HAVENDUK
DWARS PS Cf IEL OOSTELUKE HAVENDUK
DWARSPROFIEL KANAAL BU TERNEUZEN
DWARSPROFIEL KANAAL BENOORDEN BRUG SLUISKIL
DWARSPROFIEL KANAAL BENOORDEN SLUIS SAS VAN GENT