IlIlllB M H|fe; WATERBOUWKUNDIG TIJDSCHRIFT O.T.A.R. J - 40 Fig. 30. Tolhuisstuw te Gent. Links het oude Tolhuis. f: ernstige belemmering voor de ontwikkeling van de zeevaart en om daaraan tegemoet te komen werden onderhandelingen gevoerd om tot verbetering van het kanaal te geraken. Deze onderhandelingen hebben, met enkele onderbre kingen. tenslotte tot het resultaat geleid dat op 31 31 Ocober 1879 een overeenkomst tot stand kwam, waarbij de volgende verbeteringen werden vastge steld. De Belgische regering zal op het kanaalgedeelte lig gende op haar grondgebied de bochten afsnijden wel ke voor de scheepvaart hinderlijk zijn en het kanaal verdiepen en verbreden, zodat de bodem ligt op 2.10 m onder de bodem van de bovenslagdorpel van de sluis te Sas van Gent. Vanaf 2 km boven de nieuw te bouwen sluis te Sas van Gent neemt de bodem- diepte geleidelijk toe tot 2.50 m, op 1 km van genoem de sluis; de bodembreedte wordt 17 m, gemeten op 2.10 m-. Dezelfde maat van 17 m wordt gegeven aan de doorvaartwijdte van de over het kanaal te leggen bruggen. De taluds van het kanaal verkrijgen een Hing van 3 op 1 of van 21/2 op 1, maar dan op de hoogte van de waterspiegel met een waterberm meed 1 m. De Nederlandse regering verbindt zich tussen België en Sas van Gent het kanaal een zelfde dwarsprofiel te geven als het aansluitende gedeelte op Belgisch grondgebied, waarbij de bodemdiepte, na de reeds ge noemde helling tot de sluis te Sas van Gent, 2.50 m bedraagt. Vanaf 200 m voorbij die sluis zal de bodem diepte over 800 m lengte afnemen tot 2.10 m welke diepte verder wordt aangehouden tot Terneuzen. De taluds krijgen een helling van 214 op 1 met een water berm, 1 m breed. De bodembreedte bedraagt ook hier 17 m op 2.10 m. Te Sas van Gent moet in een nieuw te graven zij- kanaal een nieuwe schutsluis worden gebouwd, wijd in de dag 12 m met een schutlengte tussen de uiterste slagdorpels van 110 m; zij zal worden voorzien van drie paar deuren en van riolen voor afvoer van boven- water. De hoogte van de slagdorpels bedraagt 2.35 m. Over het zijkanaal wordt een draaibrug gemaakt met 17 m doorvaartwijdte. Verder wordt langs beide oevers van het kanaal een jaagpad aangelegd, waartoe over het zijkanaal naar de Passluis een draaibrug met 7 m doorvaartwijdte wordt gebouwd. De kanaalpeilen volgens de overeenkomst van 20 Mei 1843 worden gewijzigd en vastgesteld op 4.40 m -j- bovenslagdorpel van de Westsluis te Sas van Gent voor het bovenpand en op 3.95 J- voor het beneden- pand. De jaarlijks door de Belgische regering ingevolge arti- kelkel 23 van de overeenkomst van 5 November 1842 te betalen som wordt verhoogd tot 58.300, Voorts mag de Belgische regering bij de verruimings- werken op haar grondgebied aan de nieuwe sluizen, welke ter vervanging van de bestaande Tolhuissluis en Muidersluis mochten worden gebouwd geen groter afvoerend vermogen geven dan dat, hetwelk deze sluizen thans bezitten. Voor de genoemde werken, op Nederlands grondge bied, werden in 1880 de definitieve ontwerpen opge maakt, in 1881 de benodigde gronden aangekocht, ter wijl ze werden uitgevoerd in 1882-1885. Wat het gedeelte Sluiskil-Terneuzen betreft zij nog opgemerkt dat de afmetingen daarvan reeds zo groot waren dat over die lengte geen verbreding en ver dieping behoefde plaats te hebben. De door deze werken tot stand gekomen bochtafsnij- dingen in België en het nieuwe zijkanaal met sluis en brug te Sas van Gent zijn op de situatie in fig. 11 aangegeven. Te Gent werd de oude Tolhuissluis gesloopt en op de plaats daarvan de tegenwoordige Tolhuisstuw (fig. 30) gebouwd, met welke stuw de voeding voor het ka naal wordt geregeld. Ten zuiden van het oude Tol huis, dat op genoemde figuur aan de linkerzijde nog zichtbaar is, werd de nieuwe Tolhuissluis gebouwd, welke in 1886 voltooid is. <■*3 I I T? l t

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1971 | | pagina 20