F 29. J.D.H. Van Uden. Zij gaven daarom last aan Kolonel Vassy, commandait van Sas van Gent,"dat hy d’Arbeiders aan de Schans aanstondts zou doen vertrekken". De Kolonel zond nu een van zijn kapiteins naar de Franse bevelhebber met het verzoek, dat deze zou gelasten de arbeid te staken. Indien aan dit ver zoek geen gevolg gegeven werd, zou men te Sas van Gent genoodzaakt zijn, "er vuur op te geven". De Kapitein-parlementair keerde onverrichterzake terug. De kanonnen van Sas van Gent werden nu op De Laatste Stuiver gericht, 25 A 26 schoten gelost en alle arbeiders bleken een goed heenkomen gezocht te hebben. Daarmede was deze zaak echter nog niet geëindigd. Nu stuurde de Fransipan een kapitein naar Vassy om hem naar de reden van deze aanval te vragen. "0£ de Heeren Staten den Oorlog aan Frankrijk wilden verklaren Vassy verklaarde van neen. Hij had de orders van Hunne Hoogmogenden uitge voerd, die in hun recht meenden te staan, op deze wijze verdere schending van het Volkenrecht te voorkomen. Zijn eerste schoten had hij hoog genoeg gelost om geen der arbeiders te raken. Dezen hadden de waarschuwing begrepen en daarmee was de zaak voor hem uit. Indien er niet werder aan de Schans werd gewerkt, zou hij niets tegen de onderzaten van de Allerchristelijksten koning o£ tegen die van Zijne Katholieke majesteit ondernemen. De Franse kapitein antwoordde dat men "Vassy voor zijn sein zou bedanken; dat men tweeduizend Bomben te Gent en ook zooveel te Brugge had, die men zou gebruiken om aan de kant van Sluis o£ elders een tegensein aan de Heeren Staten te geeven". De Staten hadden hun doel bereikt; de werkzaamheden aan de Schans bleven steken. Deze episode viel voor in december 1701. Bewerkt naar de mededeling in de "Europische Mercurius", stuk XII, Deel II blz. 315-316. Haarlem, aug. ’31.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1971 | | pagina 33