I F 18 L (Teekening op bout van P. A. Schiweuus.) De St. Willebrordskerk te Hulst. nemend logement //Het Gulden Vlies" van mijn vriend Hold. Die drukte duurt enkele urendan rijden de wagens weer naar buiten, dan tellen winkel- en herbergiers hnn ontvangsten na en het stadje dommelt tot de volgende week rustig in. Tijdens de kermis duurt het gewoel tusschen de kramen en kocktafels en in de herbergen eenige dagen achter elkander tot laat in den nacht. Als tegen //den zessen de speuiman komt" en kromme Sjef (Jozef) den strijkstok krassen laat, begint de boersche jeugd langzaam en met looden schredenhand aan handin kringen rond te draaienwat ze dansen noemen. Men kan dan opmerken hoe ook van de vrouwen de kleeding hier uit Zuid-Beve- land en Walcheren afkomstig is, welke smaakvolle dracht echter door een overdreven rokkenbundel en met een hoe pel uitgespannen halsdoek wanstaltig is gemaakt en zelfs aan aardige boerinnetjes, //pronkepauwtjes van ’t bovenste boordje”, een leelijk figuur geeft. Axel is, gelijk de naam reeds te kennen geeft, een over- deze verlaten schorren herdijkt werden. De oude ambachts- rechten waren aan nieuwe eigenaars verkocht en de namen der geslachten Van der Nissc en lluyssen verbinden zich vooral aan deze belangrijke landaanwinning. In 1651 werdnaar een bepaald plandorp en kerk gebouwd waardoor het een regelmatig voorkomen heeft en, hoewel minder schilderachtig dan de vlaamschc dorpentoch eigen aardig aantrekkelijk is. Al de kleine nette huizen op het ruime kerkplein zien er uit of zij den vorigen dag pas ge schilderd zijn het koperwerk der deuren en vensters fon kelt als goud en de lindeboomen voor de stoepen zijn meest allen met de uiterste zorg glad geschoren. Wij zouden hier langs eindeloos rechte wegen naar Ter Neuzen of Hulst kunnen gaan, maar wachten liever te Axel den trein af; zoo ge wilt in het estaminet//Den Wegwijzer", waar borrel- flesch en bierkruik misschien reeds menigeen den dwaalweg hebben doen opgaan. Wanneer men op de welgevulde kussens van den tram schier onmerkbaar door het land schuift, al is het dan oude stadde hoofdplaats van een dor Vier ambachten (Quatuor Officia) van Vlaanderen. Door gunstige ligging aan een diepen stroom bloeide er in de middeleeuwen nijverheid en handelbegunstigd door de graven en be schermd door de edelen van Gistelles. De rampen dier zoo onrustige tijden, oorlog, brand en watersnood, teisterden echter menigmalen de welvarende plaats. In 1574 waren hier zeeuwsche Hervormden ter dood gebracht, waarop de watergeuzen vreeselijk wraak kwamen nemen en de kerk en sanzienlijkste gebouwen in de asch legden. Twaalf jaren later werd Axel bij verrassing aan de Spanjaarden ontwel digd en bleef, door prins Maurita versterkt, van dien tijd af in handen der Staten en onder het //committimus” van Zeeland. Deze en nog vele andere bijzonderheden kan men lezen in de drie deelen der beschrijving van Axel, welke de bekende dichter Jan Scharp, in 1778 predikant aldaar, heeft uitgegeven, doch dat niet als zijn beste werk kan geprezen worden. Van hier brengen wij een bezoek aan Zaamslagdat over een fraai beplanten dijk, tusschen kostbaar polderland, in een uurtje bereikt is. Reeds in overoude tijden was het hier een bloeiend oord met een aantal dorpenwaar onder ook het oude. Zaamslagverscheidene kasteelen en zelfs een klooster der Tempelieren. Scharp verhaalt, dat hier nog vroeger eene legerplaats van den volksstam der Salmoniers was. De oude kroniekschrijver Gra- maye, bij wien hij dit verkeerd las, heeft echter kenne lijk slechts willen mededcelen, dat hier in den omtrek veel zalmen gevonden werden. De oude welvaart van deze stre ken is verdwenen door de burgeroorlogen in Vlaanderen; wat er nog overbleef werd vernield, toen op St. Anna- dag (26 Juli) 15 74 de vrijbuiters uit Vlissingen óver kwamen en dit deel des lands ruïneerdenterwijl later de soldaten van Hohenlo het nog staande geblevene omver wierpen, de dijken doorgroeven en der zee vrij spel gaven. De bezetting van Hulst door de Spanjaarden bracht te weeg, dat het tot na den Munsterschen vrede duurde eer

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1972 | | pagina 33