Het Grevelingenmeer: naar meer openheid: door Nelie Houtekamer Het Grevelingenmeer bestaat in zijn huidi ge vorm ruim 25 jaar. De manier waarop Rijkswaterstaat plannen maakt en uitvoert is in die 25 jaar veel veranderd. In dit artikel wordt dit toegelicht aan de hand van de ontwikkelingen in het Grevelingenmeer. De geschiedenis in het kort Voor de uitvoering van de Deltawer ken was het Grevelingenmeer een ge- tijdegebied met diepe stroomgeulen, ondiep water, schorren en slikken. Om ook dit deel van Zeeland en Zuid- Holland te beveiligen tegen overstro mingen werd het Grevelingenmeer gecreëerd. Met de aanleg van de Grevelingendam in 1964 en de Brou- wersdam in 1971 was het Grevelin genmeer een feit. In die tijd werd nog voorzien dat alle afgedamde deltawa teren zoet zouden worden en zo ook het Grevelingenmeer. Er zouden vol gens een plan uit 1967 veel bossen en grote recreatieterreinen worden aangelegd. Halverwege de jaren zeventig, toen het milieu meer aandacht kreeg, werd het plan aangepast en kregen de func ties natuur en recreatie een gelijkwaar dige plaats. De aanleg van bos ging niet door en natuur en recreatie wer den waar nodig in andere gebieden geconcentreerd. De recreatie concen Ossehoek. De Hompelvoet. treert zich vooral langs de dammen en de natuur in het middengebied. Het beheer van het gebied wordt nog steeds volgens dit principe uitgevoerd en dit blijkt ook goed te werken. Ook werd de vraag gesteld of het meer zoet moest worden. Na uitge breide studie werd besloten het meer niet verder te laten verzoeten en weer zout te laten worden. Het belang van een zoetwatermeer voor watervoor ziening voor de landbouw bleek niet op te wegen tegen de grotere natuur waarde van een zoutwatermeer. In 1979 werd daarom een spuisluis in de Brouwersdam aangelegd waarmee het water uit het meer ververst wordt met water uit de Noordzee. In 1986 heeft de minister van Verkeer en waterstaat definitief besloten om het meer zout te houden. Sinds de aanleg van de spuisluis in de Brouwersdam staat deze open in de winter en dicht in de zomer Het meer wordt beheerd door het Natuur- en Recreatieschap de Greve- lingen en door Rijkswaterstaat. Het Schap beheert de drooggevallen slik ken en schorren en zorgt voor de re creatievoorzieningen. Rijkswaterstaat beheert het water en zorgt waar no dig voor begeleiding van de scheep vaart. Op het Grevelingenmeer is ove rigens nauwelijks sprake van beroeps scheepvaart. Het waterbeheer dient hier in hoofd zaak twee doelen: voorwaarden schep pen voor een internationaal belangrijk natuurgebied en voor de recreanten die afkomen op de rust, de ruimte en het schone water. Daarnaast is het beheer van het water van belang voor een kleine groep palingvissers. Waterbeheer Rijkswaterstaat evalueert het beheer regelmatig en stelt het waar nodig bij. Het leek allemaal goed te gaan met het meer, maar toch kwamen er regelmatig signalen en klachten van de gebruikers van het meer. Voor ons was dit aanleiding om in alle open heid de gebruikers te vragen wat men mooi vindt aan het meer en wat behouden moet blijven, maar ook wa: als knelpunt wordt ervaren en welke oplossingen men dan ziet. Op twee avonden in Bruinisse werd door 70 betrokkenen meegepraat over het waterbeheer. De groepen waren zeer divers samengesteld met voornamelijk recreanten, vissers en natuurliefhebbers. De vissers hadden zich goed georganiseerd en waren sterk vertegenwoordigd. Op die avonden bleek men het over een ding eens: het meer is een uniek en mooi gebied en dat moeten we zo zien te houden. Veel genoemde pluspunten waren de rust, de ruimte, het heldere en schone water en de ho ge natuurwaarde. Bij dit laatste wordt dan vooral gedacht aan de vele water vogels, de kustbroedvogels en het 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1998 | | pagina 14