den als kind bij deze natuurelemen
ten, of kennen ze van een rondje
fietsen of als rustig plekje om op
een vrije dag lekker van de zon en
het water te genieten.
Voor wie wat meer te weten wil ko
men over inlagen is het boek 'Inla
gen en karrevelden' een aanrader.
Het is tot stand gekomen op initia
tief van de Stichting Regionale
Geschiedbeoefening Zeeland, welke
twee maal per jaar een Zeeuws mo
nument onder de aandacht gaat
brengen. Inlagen, met de verschijning
van dit boek, vormt de eerste in
hopelijk een lange reeks.
De auteurs van het boek zijn Jan J.B.
Kuipers en Chiel
Jacobusse.
Eerstgenoemde be
schrijft vooral de
geschiedenis en het
ontstaan van inlagen
en karrevelden, Chiel
Jacobusse gaat in op
de natuurwaarden
van deze kwetsbare
maar zeer waarde
volle levensgemeen
schappen tussen
water en land.
Na een algemeen
verhaal over deze
twee zaken in de
eerste twee hoofd
stukken worden in
de daarop volgende hoofdstukken
drie tot en met zes alle Zeeuwse
inlagen apart beschreven. Deze be
schrijvingen voeren via Schouwen-
Duiveland, Noord-Beveland via Zuid-
Beveland en Tholen naar Walcheren
en Zeeuws-Vlaanderen. Veel foto's en
topografische kaarten uit zowel
heden als verleden illustreren het
twee en zeventig pagina's informa
tieve maar prettig leesbare verhaal.
Overeenkomstig met de stijl zijn de
afbeeldingen niet in kleur.
'Het Zeeuwse Monument. Inlagen en
karrevelden, staat onder redactie van
Frans Beekman, Jan Bruijns en Aad
de Klerk, kost ƒ24,90.
Uitgever: Boekhandel en uitgeverij
De Koperen Tuin.
Ganzen. Grazers op trek langs
de vorstgrens
Wie graag naar ganzen kijkt, of ze nu trekken, broeden of fourageren, hoeft
eigenlijk niet meer naar buiten. Want het boek 'Ganzen. Grazers op trek langs
de vorstgrens' is wel zo schitterend geilllustreerd met foto's van natuur
fotograaf Hans Dekkers dat de bezitter van dit boek uren op de bank naar
deze afbeeldingen kan kijken. Hans Dekkers maakte voor deze beelden reizen
naar IJsland en Siberie, waar 'onze' ganzen in de zomermaanden verblijven.
Maar ook de tekstschrijver van dit boek, Bart Ebbinge, ondernam dergelijke
reizen om studie te verrichten naar de leefwijze van wilde ganzen die in
West-Europa overwinteren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de tekst een
flinke dosis informatie bevat. Puur informatief is de Engelstalige samenvatting
aan het einde van het boek. De hoofdstukken daarvoor zijn op een wat meer
beschrijvende en aangenaam leesbare manier geschreven.
Het eerste hoofdstuk, 'Ganzen op trek, Vanuit het hoge noorden naar West-
Europa', is een inleiding op de daaropvolgende vier hoofdstukken. Het eerste
daarvan, hoofdstuk twee, heeft als titel 'In het voorjaar volgen de ganzen de
lente. Als de sneeuw zich terugtrekt'. Hierin komt de voorjaarstrek aan de
orde. Hoofdstuk drie gaat over het broedgedrag van ganzen. 'Als de pool-
winter invalt, moeten de ganzen weg. Op trek naar zuidelijker streken' is de
titel van hoofdstuk vier. Deze titel geeft de inhoud, de najaarstrek, al aan. In
het vijfde en sluitende hoofdstuk, 'Overwinteren op de grens van vriezen en
dooien. Een winter zo zacht als de poolzomer', komt de lezer van alles te
weet over het overwinteren. Als je snel gerichte informatie zoekt is dit boek
vanwege het vrij grote formaat van 33 x 28 cm, de harde kaft en de vele af
beeldingen minder geschikt. Wel staat op een beknopte wijze veel informatie
in de Engelstalige summary.
Voor ƒ85,- bent u de trotse bezitter van dit boek, uitgegeven door Schuyt
Co te Haarlem.
r i '^JSl
sfgrfflls