hebben meestal een voorkeur voor
een bepaalde plantensoort, maar
zijn daar vrijwel nooit strikt aan
gebonden. Dat vergroot hun overle
vingskans immers. Opvallend is de
voorkeur van verschillende pijlstaar
ten voor walstro en wilgenroosjes.
Walstropijlstaartrupsen en rupsen
van groot avondrood worden ook
regelmatig gevonden op tuinfuch-
sia's. Veel rupsen (vooral ligusterpijl
staartrupsen) worden in de nazomer
gevonden, vaak door kinderen.
De rupsen verpoppen in de herfst,
meestal in de grond.
Waarnemingen en atlas
De meeste pijlstaarten worden
regelmatig waargenomen, zeker de
aan bomen en struweel gebonden
soorten. De glasvleugelpijlstaart is
wel sterk achteruit gegaan en de aan
blauwgraslanden gebonden hommel-
vlinder (waardplant blauwe knoop)
is zelfs uitgestorven in Nederland.
De doodshoofdvlinder was vroeger
ook talrijker. De warmere zomers
van de laatste jaren brengen weer
meer zuidelijke soorten naar ons
land. De gestreepte pijlstaart wordt
regelmatig gezien maar ook de
wolfsmelkpijlstaart en walstropijl-
staart.
De teunisbloempijlstaart is in
Zeeland ook te verwachten: het is
een zuidelijke soort die steeds vaker
in België en Zuid-Lintburg wordt
gezien.
De komende jaren wordt de ver
spreiding van alle nachtvlinders
in Zeeland in kaart gebracht. Met
name meldingen van pijlstaartrup
sen zijn van harte welkom. Alle
gegevens worden opgenomen in een
verspreidingsatlas van nachtvlinders
in Zeeland.
Dhr A.M. Baaijens heeft een insec
tenonderzoeksbureau en is coördina
tor van het project "Op weg naar de
nachtvlinderatlas van Zeeland".
bovenaan
Lindepijlstaart