centimeter lang. Aan (net einde zit een klein
staartje, dat altijd emkeeg wijst. De mol
keeft altijd een lekkere warme jas aan: zijn
donkergrijze kuid. Die is keel erg zackt.
De gangen zijn precies greet geneeg veer de
mei. 'Dat is eek niet kandij', zul je missckien
denken. Want dan kan kij maar één kant ep
Iepen. Maar daar keeft de mei iets ep ver-
zennen. Hij kan namelijk ackteruit Iepen! Zijn
recktepstaande staartje keeft veelsnaren, net
als zijn neus. Ze vindt kij ep de tast zijn weg.
De mei sckarrelt een aantal keren per dag
deer de gangen die kij graven keeft. Hij
gaat dan ep zeek naar veedsel. Het liefst
eet kij regenwormen. Daarnaast lust kij eek
larven van insecten, maden, duizendpeten ef
naaktslakken. Een enkele keer durft kij zelfs
een kikker ep te eten. In de kerfst maak kij
een veedselveerraad veer de winterperiede.
Want als ket erg keud is, zijn er minder dier
tjes in de grend. Maar de mei werdt eek weer
deer andere dieren gegeten. Uilen, buizerds,
blauwe reigers en wezels keuden wel van een
melletje ep z'n tijd.
Ik denk dat jij neg neeit een eckte,
levende mei kebt gezien,
«lept dat? De mei leeft
namelijk ender de
grend. Wat je wel
kunt zien, zijn
meiskepen. Dat zijn
kleine bergjes grend.
De mei graaft gangen
ender de grend. De
grend die ever is, gceit kij
ep een bergje.
Het graven van gangen deet de mei met zijn
veerpeten. Dat zijn graafkanden en ze zijn
keel greet. Net als bij ens zitten er vinders
en een duim aan. Met die kanden graaft kij
i^an^en die net ender de grend liggen. Maar
eek gangen die diep ender de grend liggen. Ze
kunnen wel 120 centimeter diep liggen!
Een mol keeft dus grete graafkanden, maar
keel kleine oogjes. Hij kan daar niet geed mee
zien. Hij kan wel geed keren. En eek weet
kij wat er in zijn emgeving gebeurt deer zijn
snerkaren. Daarmee kan kij geed veelen.
De snerkaren zitten aan zijn spitse snuitje.
Het lickaam van de mei is enaeveer 13
De mei leeft alleen.
Bekalve in ket vreege
veerjaar, als kij ep
zeek gaat naar
een vrouwtje. Zij
krijgt een aantal
kleine meiletjes,
die geboren wer
den in een speciale
nestkamer die ze zelf
verzergt. Na twee maan
den gaan de jongen ep zeek naar een eigen
plek om te wenen.
iVtoüengang
18 ZeeuwsLandschap