a Een kneu (vrouwtje) op de
uitkijk. (E. Speksnijder)
Houtsnip. Vaak moeilijk
te zien tegen de achter
grond, maar hier duidelijk
herkenbaar, (e. Speksnijder)
i ZeeuwsLandschap
-
datumgrens, zoals die in handboe
ken per soort wordt vermeld. Veel
van 'onze' broedvogels komen in
het voorjaar terug uit hun over-
winteringgebied. Een deel van hen
blijft in Oranjezon, de rest trekt
nog verder naar het noorden. De
datumgrens geeft de datum aan
waarop je, op basis van jarenlange
waarnemingen, een geldige waar
neming hebt van een broedvogel.
Vogels die je vóór de datumgrens
waarneemt kunnen nog door trek
ken. Na de datumgrens kun je er
vanuit gaan dat ze hier proberen te
broeden.
Een lastig punt bij inventariseren
is de vraag of twee waarnemingen
van twee vogels zijn, of van één op
twee plaatsten? Daarvoor hante
ren we een tabel met zogenaamde
fusieafstanden. De fusieafstand
is 'de afstand tussen twee waar
nemingen van dezelfde soort (bv.
twee mannetjes winterkoning),
waarbij je er vanuit mag gaan dat
het dezelfde vogel was, op basis
van de territoriumgrootte van de
soort. Voor de winterkoning is
de fusieafstand bijvoorbeeld 200
meter, maar voor de houtsnip een
kilometer.
Elf soorten van rode lijst
Door de diverse biotopen in
Oranjezon, is er veel variatie in
vogelsoorten. In totaal hebben 66
verschillende soorten hier in 2009
gebroed, of een poging daartoe
gedaan. Veel soorten hebben een
duidelijke voorkeur voor een spe
cifiek biotoop. De nachtegaal is
bijvoorbeeld een vogel met een
sterke voorkeur voor dicht struweel
van waaruit hij zijn kenmerkende
zang laat horen. Efoewel deze (rode
lijstjsoort luid en duidelijk zingt,
is hij in de praktijk moeilijk te zien
in het dicht struweel. Ondanks
zijn naam. hoor je deze vogel ook
gewoon overdag. Met 68 territoria
in Oranjezon is de soort goed ver
tegenwoordigd.
Een andere rode lijstsoort die met
32 territoria aanwezig was, is de
graspieper. Deze vogel geeft in
Oranjezon de voorkeur aan de
duinenreep langs de rand van het
gebied. Op de grond tussen het