helmgras verscholen maken de paartjes daar hun nestje. Om aan soortgenoten duidelijk te maken dat er een territorium is vliegt het mannetje graspieper hoog de lucht in om vervolgens, met de borst vooruit en de vleugels naar achter gehouden, al fluitend naar beneden te komen. Een andere bewoner van de duin- reep is de tapuit. Die heeft het moeilijk in Nederland. Tijdens het inventarisatiewerk zijn er enkele waarnemingen van deze soort geweest. Er zijn in de goede peri ode een mannetje en een vrouwtje in een geschikt biotoop gesigna leerd. Ze broeden het liefst in de duinen in een verlaten konijnenhol. Voor zo'n holletje is een keer een vrouwtje tapuit waargenomen. Of het daadwerkelijk heeft gebroed, hebben we helaas niet kunnen con stateren. Er zijn ook algemene soorten met een voorkeur voor een bepaald bio toop. Hierbij valt te denken aan de boomkruiper (17) en de grote bonte specht (22). Beide soorten geven de voorkeur aan het naaldbos in Oranjezon. Een andere vogel die we daar vinden is de Kruisbek (6). Meestal hoor je deze vogel met z'n gekruiste snavel eerder dan datje hem/haar vindt in een den. Dat is opmerkelijk, want het mannetje is prachtig rood van kleur is en dus onderscheidend gekleurd. De roep klinkt als glip-glip, hoewel sommi gen kiep-kiep beweren. Ze vliegen veelal in groepen door het bos. Dat deze vogel leeft in het dennenbos, heeft alles te maken met z'n snavel. Door de gekruiste snavel kan hij vrij eenvoudig de zaden uit den nenappels peuteren. De meeste broedvogels in Oranjezon zoeken een struik of boom uit van waaruit ze hun lied laten horen. Er zijn echter ook soorten die een heel andere wijze van baltsen hebben, bijvoorbeeld de houtsnip. Met een flinke vaart vliegt het mannetje over een uitge strekt gebied, waarbij hij een knor rend geluid laat horen dat eindigt met een niesgeluid 'orrr-orrr-orrr- PSIEP'. We hebben 7 mannetjes op deze wijze hun territorium zien verdedigen om een vrouwtje te imponeren. Om de show te zien moetje vroeg uit bed, want de houtsnip voert zijn balts uit in de ochtendschemering van het voor jaar. Verder zie je hem nauwelijks, want overdag zit hij, door zijn schutkleur nauwelijks zichtbaar, stil op de grond. Pas in de avond schemering vliegt hij snel naar een akker om te eten. Van de 66 aangetroffen soorten staan er 11 op de rode lijst. Zij hebben speciale aandacht nodig, omdat ze in aantal afnemen, kwets baar zijn of soms zelfs dreigen te verdwijnen uit ons land. Opvallend veel van de rode lijstsoorten in Oranjezon zijn zogenaamde vogels van het agrarisch gebied en dan met name soorten, die door het verdwijnen van hagen, geriefhout- bosjes en hoogstamboomgaarden in de knel zijn gekomen. Gelukkig vindt een deel van deze vogels een veilig oord in onze duinen. Zo werden 2 ringmussen aange troffen, die je eerder bij boerderijen dan in de duinen verwacht. Verder zagen of hoorden we de grauwe vliegenvanger (10), groene specht (7), kneu (73!), spotvogel (1) en zomertortel (14). Andere voorname gasten Naast de rode lijstsoorten zijn we verblijd met de boomleeuwe rik, waarover 'Broedvogels van Zeeland' uit 1994 nog meldt dat deze uit de provincie als broed- vogel lijkt te verdwijnen. Deze leeuwerik lijkt op de bekende veld leeuwerik, maar heeft een korte staart en een opvallende lichte streep boven zijn ogen (de wenk- brauwstreep) die in een punt op z'n achterhoofd samenkomt. Vanaf de top van een boom fluit de boom leeuwerik zijn mooie lied, dat tot ver in de omtrek te horen is. Deze soort troffen we vooral aan in het middenduingebied. In totaal heb ben we 14 territoria vastgesteld. Opvallend is ook de goudvink (18). Het vrouwtje van deze vinkach- tige is met haar grijzige uiterlijk weinig opvallend, maar het man netje is met zijn rozerode borst een kleurrijke verschijning. Toch weet hij zich verbazingwekkend goed schuil te houden. Wilt u hem zien? Blijf dan aan het einde van het kanaal dat in het verlengde van de hoofdingang ligt. een paar minu ten staan. Meestal kunt u dan een kort laag klinkende melancholisch 'puuh' horen. Een wel heel bijzondere ontmoeting was die met een zingende roodmus. Deze prachtige vogel, waarvan het mannetje een rode kop en borst heeft, is een genot om te zien en te horen. In zijn roep, die als 'wiedju-wiedju-wiedjuuu' klinkt, menen sommigen het Engelse 'please-to-meet-you' te horen. Deze vogel is een paar dagen te gast geweest. Hoewel Oranjezon voor de roodmus op zich een geschikt biotoop zou kunnen zijn, is deze vogel een doortrekker geweest, wellicht op weg naar één van de Waddeneilanden. De boomklever is een algemene soort in het midden en oosten van ons land, maar niet in Zeeland. Normaal gesproken geeft hij de voorkeur aan oude loofbossen met eiken. Behalve in de Clingse bossen zijn er geen broedgevallen bekend in Zeeland. Dat deze soort in Oranjezon is waargenomen, mag dan ook opmerkelijk heten. Het is echter bij één ontmoeting gebleven. Ten slotte, voor de statistici nog de top vier van meest voorkomende soorten in 2009: winterkoning (133), merel (130), tjiftjaf (127) en fitis( 103). J. Tuin is hovenier van Terra Maris en was voor de broedvogelinventa- risatie tijdelijk medewerker van de afdeling Ecologie van Stichting Het Zeeuwse Landschap Een tapuit (mannetje), in de zomer herkenbaar aan zijn scherpe oogstreep. (E. Speksnijder) ZeeuwsLandschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2010 | | pagina 9