NEERGANG EN OPKOMST
i san
Vroeger bestond Zeeuws-Vlaanderen uit schorren en veengebieden die periodiek
door de Noordzee werden overspoeld. De mens nam het heft over en door
inpolderingen en inrichting als landbouwgebied, kreeg het land steeds meer zijn
huidige aanzien. De zoogdierfauna veranderde ingrijpend.
ZOOGDIEREN
door Luciën Calle
V.
Foto
Altijd op de loer;
zo is de vos.
(L. Calle)
Foto rechts
Een ree met twee
kalfjes bij het
Groot Eiland.
(L. Calle)
Ingepolderde gebieden waren zo'n 250 jaar geleden
kleinschalig en bestonden uit kleine akkertjes en
vochtige hollebollige weilanden. Grotere zoogdiersoor
ten als eland, oeros, edelhert en bever waren hier al
uitgestorven. Het boerenbestaan was geen vetpot. De
laatste wolven waren rond 1600 verdreven en vormden
al geen gevaar meer voor de schaapskudden. Dat nam
niet weg dat er nog veel grotere zoogdieren leefden.
Op de zandplaten van de Westerschelde wemelde het
van de zeehonden. In de kreken en geulen waren otter
en Europese nerts nog talrijk. Dassen bewoonden het
dekzand en de dijken. Ree en vos waren aanwezig. De
inheemse zoogdieren dienden de mens. Zo werden
otters en vossen gevangen voor hun pels, en vormde
reebout of zeehondenspek een welkome aanvulling op
de schamele dis.
DIEPTEPUNT
In de loop van de tijd werden steeds meer gebieden
ingepolderd en in cultuur gebracht. Met de toename
van de bevolking werd het leefgebied van zoogdieren
steeds kleineren meer versnipperd. Dejachtdruknam
toe en door industrialisatie ontstond milieuvervuiling,
waardoor nog meer soorten in de problemen kwamen.
De Westerschelde veranderde in een open riool en gif
tige stoffen als PCB's richtten slachtingen aan onder otter
en zeehond. Het dieptepunt werd bereikt in de jaren '60
van vorige eeuw, toen vrijwel alle grotere soorten, waar
onder de huidige algemenere soorten als vos en ree,
uit Zeeuws-Vlaanderen waren verdwenen. De zeehond
bereikte zijn dieptepunt rond 1970 toen nog slechts
verdwaalde exemplaren werden gesignaleerd. De laatste
otter werd in 1975 gezien, de das hield het nog tot 1978
vol. Daarna was de streek wat grotere zoogdieren betreft
twee decennia vrijwel 'leeg'.
DE WEG OMHOOG
In de tweede helft van vorige eeuw groeide het besef
dat het met de natuur niet goed ging. Milieuvervuiling
werd aangepakt en bedreigde diersoorten beschermd.
In 1990 werd de Ecologische Hoofdstructuur gelanceerd,
een stelsel van zo goed mogelijk met elkaar verbonden
natuurgebieden. Via de Kaderrichtlijn Water werd de
waterkwaliteit geborgd. Dit leidde tot een ommekeer,
tenminste een deel van de soorten wist hiervan te
profiteren. Ook een aantal grotere zoogdieren kon zich
na 2000 herstellen. Een voorbeeld is het ree.Tijdens een
zomeravondexcursie in 2010 rond Het Groot Eiland bij
ZEEUWS -32-LANDSCHAP