Hoe krijgt men Boerengeriefhout?
Boerenerfredit
4
y
|V| AAR aanleiding van de veie bij
ons ingediende aanvragen om
boerengeriefhout, hebben wij ons met
ter zake bevoegde instanties in ver
binding gesteld en brengen wij
onderstaande de nieuwe voorschrif
ten betreffende aan- en verkoop,
welke door het Rijksbureau voor
bout zijn uitgevaardigd, ter kennis.
1. Licht staakhout (beneden 7 cm.
doorsnee met schors en 6 cm, zonder
schors gemeten op 1 m. van het
dikke eind) mag worden afgeleverd
aam landbouwers, tuinders en vee
houders voor eigen bedrijf met een
maximum van 1 kub. meter per be
drijf en per bedrijfsjaar (1 Oct. 1943
30 Sept. 1944). Handelaren in boe
rengeriefhout mogen uitsluitend met
aankoopvergunningen verkoopen.
Deze vergunningen worden alleen
door het Rijksbureau voor Hout af
gegeven. De kooper heeft dus in
dit geval, wanneer hout verkrijgbaar
Is geen enkele formaliteit in acht
te nemen
D< kooper dient spoedig na te gaan
waar dit hout mogelijk te verkrijgen
1.'. In het algemeen kan hij zich het
beste wenden tot, hetzij boscheige
naren of handelaren die hem ook
vroeger leverden om hierdoor va o
een vlotte bediening verzekerd te ziju
Onder de genoemde maat 7 cm val
len ook de boonstokken en klaver-
ruiters. Hieraan dient toegevoegd te
worden dat er voor boonenstokken
vermoedelijk nog 'n verplichte leve
ring kemt aan het Hoofdbedrijf
schap voor Tuinbouwproducten.
2 Brandhout kan vrij worden aan
gekocht, echter kan de handelaar
weer alleen verkoopen op bovenge
noemde aanlaoopvergunning. Meer
dsn voor eigen gebruik mag niet
w en aangekocht. Ook stobbenhout
Is vrij, als dit niet voor bepaalde
doelainden wordt gevorderd, b.v.
voor de fabricage van houtskool.
3 Vruchtboomen mogen vrij worden
ge- en verkocht. De producent moet
echter in het bezit "ijn van een spe
ciale vergunning van het Rijksbureau
voor Hout di13 in het algemeen
wordt verstrekt wanneer voldaan is
aan de mogelijke verplichting een
bepaalde hoeveelheid hiervan als ge
neratorhout te leveren aan de I.C.G.
Dit het bovenstaande blijkt dus, dat
alleen hout boven 7 cm diameter
niet vrij ?s. hieronder vallen dikkere
heiningpalen, slieten en ander hout.
dat men gewend is in grootere dikte
dan 7 cm te gebruiken. Hiervoor is
dus noodig een handelaar mei aan
koopvergunning. Kooper en verkoo-
per moeten op een zelfde formulier
verklaren, dat z.ijn willen koopen en
verkoopen en dit met hun handtee-
kening bekrachtigen Deze formulie
ren worden door het Rijksbureau
voor hout aan boschei een aren en
handelaren verstrekt
Na inzending van de onderteeKende
formulieren door den producent of
wandelaar bij het Rijk^oureau voo»*
Hout beslist dit Bureau ov-er de toe
wijzing
Wij v jtigen er Uwe speciale aan
dacht op dat slechts weinig boeren
geriefhout beschi' haar is, waardoor
Let zaak is niet te dralen en te de
zen aanzien spoedi? *taDoen te ne
men.
Voor het nout zijn maximum prij
zen voorgeschreven, waarmede de
boscheigenaren en handelaren be
kend zijn Deze prijzen zullen zoo
spoedig mogelijk in overzichtelijken
vorm in den Landstand worden ge
publiceerd. doch voordien kunnen
koopers zich hiervan op de hoogte
stellen door inzege van deze urijzen
te vragen bij de verkoopers
Nadrukkelijk wijzen wij er op, dat
onder de thans geldende omstandig
heden. zeer zuinig met geriefhout
moet worden omgegaan in ver
band met onze zwakke houtpositie
Ir vele gevallen kan van omheinin
gen nog veel hout worden gebruikt
voor b.v lichter werk, dat niet zoo
veel te verduren heeft terwijl vaak
di onderlinge afstand iets grooter
ken worden waardoor ook hout
wordt uitgespaard
Vervier verdient het aanbeveling
nieuw hout te conserveeren met b.v.
Wolmanzout of een ander scheikun
dig preperaat, waardoor de duur
zaamheid veel grooter wordt.
Nog brengen wij onder de aandacht
dat in vele gevallen goed onderhour
den slooten voldoende zijn om vee
t* keeren, waardoor wederom hout
uit te sparen is. Deze moeten ech
ter steeds van waterplanten gezui
verd zijn.
Resumeerende merken wij U op, dat
onze houtpositie zeer zwak is, waar
door alles in het werk moet worden
gesteld om hout uit te sparen en
het ten zeerste aanbeveling verdient
het aanwezige hout te verduurza
men, waarover binnen korten tijd in
dit blad richtlijnen zullen worden
gegevèn.
Boeren en visschers begrijpt Uw be
lang en handelt overeenkomstig de
gegeven voorschriften.
C. Bergmans.
Het mag als algemeen oekend worden ge
acht, dat een Commissie van deskundi
gen advies uitbrengt aan het Departe
ment van Landbouw en Visscherij voor de
totstandkoming van een erfhoevewet, dus
van het boerenerfrecht en dat men aan
de totstandkoming van deze wet, waar
aan veel meer vast zit, dan men zoo op
pervlakkig zou denken, ijverig werkt.
Ook mag als algemeen bekend worden
verondersteld, dat in Duitschland zulk
een erfhoevewet reeds vele jaren be
staat, eerst met tegenzin, later met sym
pathie der boeren en dat aldaar als on
voorwaardelijke eisch voor de vrijwillige
aangiften tot het verkrijgen van een aan
wijzing als erfhoeve is gesteld, dat de
.hoeve", dus de boerderij, vol eigendom
is van den gebruiker, dus van den boer,
zoodat verhuurde boerderijen daarvoor
niet in aanmerking komen.
Aangenomen zal kunnen worden, dat deze
eisch ook minstens in ons land zal worden
aangenomen, omdat zulks heelemaal uit
den aard van de erfhoeven, dus van het
boerenerfrecht, voortvloeit, doch daar
naast zal de vraag moeten rijzen, of en
in hoeverre er rechten op boerengronden
bestaan, die als hindernissen voor de in
voering van een boerenerfrecht kunnen
worden beschouwd en daarna of en in
hoeverre er termen kunnen worden ge
vonden om te bevorderen, dat deze rech
ten worden opgeheven.
Naar aanleiding van dit laatste, dat naar
mijn meening onvoorwaardelijk een boe-
renbelang is, is door mij een onderzoek
naar het bestaan van zulke rechten in
gesteld en eveneens naar het tweede deel
der vraag of en in hoeverre deze belet
sels moeten worden opgeruimd.
Het laatste zal ik onbesproken laten, doch
omtrent het eerste heb ik de volgende
resultaten verkregen-
GRONINGEN
a. rechten van beklemmingen, vaak kort
weg beklemmingen genoemd, in het klei
gebied, dat is ten Noorden van de spoor
lijn van Visvliet tot Nieuwe Schans, met
uitzondering van een deel der gemeenten
Hoogezand en Sappemeer (Kolham,
Scharnier en Harkstede), doch met in
begrip der gemeenten Meeden, Westerlee,
Bellingwolde en Nieuwe Schans en het
dorp Blijham der gemeente Wedde, ter
wijl in het Zuidelijk Westerkwartier en in
Westerwolde de beklemmingen zeer spo
radisch voorkomen, behalve in de ge
meente Onstwedde aan den kant van
Stadskanaal en enkele in Ter Apel, waar
van de eigendommen aan de Stad Gro
ningen behooren (een en ander zoowel op
landbouwgronder> als op heemsteden of
erven)
b. in de Groninger Veenkoloniën miet in
de aangrenzende Drenthsche Veenkolo-
ïiëni
1. z.g. stadsmeijerrechten, ook wel heem-
huur of op stadsgrond genaamd:
2. erfpachten, waarin als een gevolg van
een rechtspraak (bekende procedure Lub
berman) vele stads-meijerrechten zijn en
nog worden omgezet:
3. grond- of erfpachten in Veendam en
Wildervank,
welke Veenkoloniale rechten alle genoten
worden ven de Stad als eigenares, behalve
die te Veendam en Wildervank en welke
rechten ook diverse soorten van gronden
betreffen.
c. grondpachten der Stad in Nieuwe
Schans (vroegere vesting) en enkele erf
pachten te Termunterzijl aan den Dollard
(de landen aan den Dollard zijn veelal
door de Stad ingepolderd) en te Munne-
kezijl bij Zoutkamp (de Ruigezandster-
polder aldaar is eigendom van de stad,
doch dat is vol eigendom), verder grond
pachten; tamelijk vele in de Stad Gro
ningen en te Appingedam op erven, alle
van de Kerkelijke gemeenten aldaar en
in Bellingwolde. alwaar beklemmingen
zijn donder geschenken en daarom bij
het Kadaster niet als zoodanig zullen zijn
erkend.
FRIESLAND:
a. enkele beklemrechten, voor zoover mij
bekend maar twee, namelijk te Keegen
onder Burum en bij Siegerswoude. doch
er zullen er wel meer zijn (op landbouw
gronden)
b. erfpachten op Schiermonnikoog (eige
naar is een Duitsche graaf, wonende aan
de Elbe), ve:.:.oedelijk zoowel op de
dorpsheemstecien als op de boerenlanden
in den polder, aan de zuidkust van het
eiland
c. misschien neg enkele pachten op erven
ten Westen van de Dracht te Heerenveen,
verschuldigd aan de Balije te Utrecht
een rest van het bezit van een vroeger
klooster te Nieuwe:"-hoot;
d. misschien nog grondpachten of
„eeuwige huren" in de Stad Bolsward en
op eigendommen van het Anthonij-Gast-
huis te Leeuwarden (werden vroeger
meestal afkoop genoemd en een enkelen
keer beklemming).
DRENTHL
abeklemmingen, sporadisch m geheel
Drenthe, vroeger te onderscheiden in z.g.
Groninger beklemmingen in de Noorde
lijke randgemeenten (Norg, Roden. Pe'ze,
Ëelde en Zuidlaren) en Drentsche be
klemmingen, o.a. met vaste bedragen voor
geschenken, n.l. 3,of 10,en niet
in verhouding tot de huren zooals in Gro
ningen, ontstaan cloor den verkoop der
Landschapsplaatsen in 1750, afgedwongen
door de boeren door de woelingen van
1740 (ik ben erg nieuwsgierig of deze nog
bestaan en zoo ja waar; ik heb tot nu
toe geen enkele kunnen ontdekken)
b. Faaschpachten te Ruinen en Ruiner-
wold (denkelijk door hun vroeger ge-
isoleerde ligging tusschen heide en veen),
verschuldigd aan de Kerk, op te brengen
in natura (rogge, boter, kaas, wijn, enz.),
nu te waardeeren (elk jaar?) in geld (af
te koopen tegen het 22i/2 voud)
c. Midwinterpachten bij Emmen, o.a. te
Angelslo, ook verschuldigd aan de Kerk
(te Emmen) en ook te voldoen als de
Paaschpachten (in natura of geld) en in
1820 op dezelfde landerijen als die, welke
in een Drentsche beklemming werden ge
bruikt (dit beider „bezit" is een groote
juridische absurditeit, want nooit is het
mogelijk, dat er twee eigenaren van het
zelfde land zijn, waarvan de eene be-
klemhuur en de andere midwinterpacht
beurt)ik ben erg nieuwsgierig te ver
nemen de bijzonderheden hiervan en ook
o.a. in welke mate zij nog bestaan en of
zij afkoopbaar zijn;
d. eigenaardige huurverhoudingen te
Oud- en Nieuw-Schoonebeek, waarbij de
verhuurder, heerschop genaamd niet al
leen geld ontvangt, maar ook recht heeft
op een tiende deel van den graanoogst
(het aanwijzen daarvan noemde men
vergarven en dit vergarven moet tot
1875 in geheel Drenthe zijn voorgeko
men; zoo ja, waar en in welke mate, n.l.
hoeveel vergarvingen en nam het heer
schop het een tiende of het een derde
deel?)te Schoonebeek heeft het heer
schop (o.a. nu nog wonende in de buurt
schap Vlieghuis aan de Duitsche grens
tusschen Coevorden en Oud-Schoonebeek)
ook nog het recht op hulp van den huur
der, Meijer genoemd, bij drukke tijden,
zooals hooien, oogsten en rooien, dus
hand- en spandiensten (de jonge boeren
schijnen dit voor een boer onwaardig
huurcontract te weigeren, zoodat een en
ander gelukkig zijn natuurlijken dood zal
sterven; bovendien is dit een vorm van
huur, dus geen recht op landgebruik, zoo
als ik dat bedoel, terwijl het ten slotte
slechts tijdelijk en dus niet altijddu
rend is).
OVERIJSSEL.
Mij is slechts één zulk een recht bekend,
namelijk een uitgang-, krachtens hetwelk
van een boerderij te Haaksbergen ver
moedelijk reeds sinds 1490, een som van
100— moet worden betaald aan een
fabrikantenfamilie in Twenthe; op hét
Kampereiland behoort een deel der ge
bouwen aan de boerenhuurders der erven
van de Stad Kampen, die na afloop van
den huurtermijn, nu van 12 jaren volgens
de Pachtwetten, via de Stad worden over
gedragen tegen taxatieprijs aan een nieu
wen huurder, doch ook dit is slechts
tijdelijk.
GELDERLAND.
Mij niet bekend, doch ik vermoed, dat er
nog wel dergelijke eeuwigdurende rech
ten zijn, omdat er hier en daar tusschen
huurders en verhuurders (van adel) nog
feodale verhoudingen bestaan, welke her
inneren aan het vroegere leenstelsel met
zijn persoonlijke hoorigheid, o.a. het vra
gen van vergunning tot een huwelijk van
de k'"d^ren der huurdei* aan den land
heer
UTRECHT.
Als voor Gelderland, doch te Woudenberg
en omgeving bestonden tot voor korten
tijd nog tamelijk veel eeuwigdurende
erfpachten; vermoedelijk zullen deze nog
wel niet allemaal zijn verdwenen door af
koop.
NOORD-HOLLAND.
Te Amsterdam, o.a. in de Ambon straat
heeft men .voortdurende erfpar'iten";
overigens heb ik er geen altijddurende
rechten op gronden kunnen ontdekken,
in elk geval niet in West-Friesland en op
het vroegere eiland Wieringen (de erf-
gooierslanden in 't Gooi laat ik buiten
bespreking)
ZUID-HOLLAND.
Op Goeree en Overflakkee wordt de huur
van landerijen met een vooraf vastgestel-
den huurprijs verkocht (niet altijddu
rend), de z.g. benefice, doch dat is even
als te Schoonebeek een wijze van huur-
bepaling.
ZEELAND, NOORD-BRABANT en LIM
BURG.
Is mij niet bekend, doch zij kunnen wel
licht in Zeeland en West-Brabant voor
komen.
Mijn onderzoek, dat schier eindelooze
correspondenties met opoffering van veel
tijd en moeite heeft gekost, heeft uit den
aard der zaak wegens het niet kunnen
beschikken over een Ambtelijk apparaat,
een zeer onvolledig resultaat opgeleverd
en daarom doe ik een dringend beroep
op de lezers om mijn verzameling van de
onderwerpelijke rechten zoo compleet mo
gelijk te maken, naar mijn oordeel in het
belang van de boeren, die in het alge
meen dergelijke rechten op „hun" gron
den (juridisch hebben zij meestal een
recht op land van een ander) lastig, al
thans minder gewenscht vinden, zoodat
zij m. i. elke poging om daarvan af te
kunnen komen, moeten bevorderen.
Misschien wil de Redactie mij een handje
helpen
Vooropgesteld zij, dat hierdoor in geen
enkel opzicht kan worden vooruitgeloopen
op mogelijke plannen van de Overheid en
dat mijn poging dus vooralsnog alleen
moet worden beschouwd als een uitvloei
sel van mijn persoonlijke belangstelling
en als een poging tot het vormen van een
oordeel omtrent de wenschelijkheid van
het al of niet verdwijnen van deze land
rechten, al of niet in verband met het
Boerenerfrecht.
J. D. BRUINING
Amersfoort, de Bosch Kemperlaan 2.
De ontwatering.
rrOT nu toe is het nog steeds open
A weer, en den laatsten tijd is er
nogal wat regen gevallen. Dat is aan
de lage weiden duidelijk te zien. Het
water staat zoo hier en daar op het
land, de greppels staan vol. En dan
valt het op. dat in veel gevallen het
water in de greppels veel hooger
staat, dan in de sloot. Een bewijs, dat
de verbinding van de greppel met de
sloot niet in orde is Nu heeft men
nog wel tijd, om dat In orde te maken.
Veel buitenwerk is er nog niet, en de
vorst maakt den grond nog niet hard.
Liefst moet het water van het land
af zijn, voor de vor&t Invalt en het
gras met een ijslaag bedekt. Want
daar wordt de grasmat niet beter
van
Als de greppels nog niet opgemaakt
zijn. kan men dat nog doen. Ook de
dreinage kan in den winter nagezien
worden, als er niet al te veel regen
valt Eigenlijk is dit allemaal werk
voor den herfst, want nu, om dezen
tijd van het jaar, kan de vorst ons
soms midden in het werk overvallen.
Maar tenslotte is het toch beter,
laat gedaan dan heelemaal niet.
Grasland en akkerland moeten in
zoo goed mogelijke conditie gebracht
worden, om den grond in staat te
stellen, de groeikracht van de komen
de lente en zomer zoo goed mogelijk
te benutten.
Grondonderzoek.
Voor datzelfde doel )s het ook goed,
vooral op de lichtere gronden, de
grond te laten onderzoeken aan het
Bedrijfslaboratorium voor grondon
derzoek. Het beste kunnen de grond
monsters, die voor dat onderzoek
noodig zijn, genomen worden met
medewerking van den assistent van
den Voorlichtingsdienst ter plaatse.
Dan heeft men de zekerheid, dat de
monsters goed worden genomen.
Het grondonderzoek kan aanwijzin
gen geven om de zuurgraad van den
bodem, de behoefte aan phosphorzuur
en kali, en wanneer kopergebrek wordt
vermoed, kan ook op koperbehoefte
worden onderzocht.
Onder de huidige omstandigheden is
het niet altijd mogelijk, de noodige
kunstmest te geven, wanneer blijkt,
dat de grond aan een of ander voe
dingsstof gebrek heeft, maar wel kan
men bij de verdeeling van stal- en
kunstmest rekening houden met den
uitslag van het grondonderzoek.
Zoo kan ook thans, nu men de be
schikbare kunstmest zoo rationeel
mogelijk moet verdeelen over het
land, het grondonderzoek er toe me-