Indrukken en Gedachten
ZEELAND
3e JAARGANG No. 4
VRIJDAG 28 JANUARI 1944
DE LANDSTAND
Officieel Orgaan van den N e d e f I a n d s c h e n Landstand
Nog eens: overveehouderijproblemen
Een stroom van brieven bereikte ons na ons vorig
artikel. Een bewijs dat deze aangelegenheid leeft bij
oen Nederlandschen boer. Inmiddels Is officieel aange
kondigd dat drastische maatregelen zullen worden geno
men t.a.v. de veeprijzen en wat daarmee verband houdt.
Als gevolg van hetgeen er op dit terrein „in de lucht"
hangt, zijn de prijzen der bonnen en daardoor ook van
het gebruiksvee reeds belangrijk gedaald. Een bewijs
dat er veel speculatie in den bonnenhandel zit.
De vraag is echter en dat is het gesprek van den dag
bij den boer wat zal er nu geschieden?
Zullen de markten gesloten en zal de handel uitgescha
keld worden?
Zullen de veebonnen verdwijnen?
Het zijn alle vragen die druk besproken worden. Er zijn
natuurlijk vele gissingen. Men moet echter vooreerst nog
in afwachting blijven Er worden in daartoe bevoegde
leidende kringen ideeën bestudeerd en uitgewerkt. Wij
zullen ons hierin vandaag niet verdiepen. Het is onze
taak niet ruchtbaarheid te geven aan hetgeen er in de
wandelgangen van het „herstellingsoord", waarin de
veelevering „in observatie" is, wordt besproken.
Wij zullen ons daarvan dan ook onthouden, maar onze
gedachten neerschrijven over enkele punten, die door
diverse briefschrijvers in verband met deze aangelegen
heid aan de orde zijn gesteld.
We kunnen dan allereerst vaststellen dat practisch allen
het et over eens zijn dat het zoo niet langer gaat en dat
er ingegrepen MOET worden.
We zien den veestapel van de kleine en minder draag
krachtige boeren steeds inkrimpen en die van de beter
gesitueerde boeren op peil blijven. We krijgen ook
sterk den indruk dat de veestapels op de lichtere gron
den vooral sterk zijn ingekrompen doordat de dieren
hier lichter zijn.
We lezen uit de brieven duidelijk, dat de hooge prijzen
worden geschoven op rekening van de consumptie-
melkgebieden waar schijnbaar meer geknoeid wordt
met de melkleveranties en met vee dat clandestien
geslacht wordt dan elders. Het schijnt verschillende
brieven, afkomstig uit gebieden rondom de groote
sfeden bewijzen het dat daar nogal wat ontkomt aan
het oog van den controleur!
Men verdenkt er sommigen dezer ambtenaren sterk van
dat ze het oog met opzet dicht doen.
Welke maatregelen thans ook worden voorbereid, wij
achten het absoluut noodzakelijk dat rondom de groote
steden vooral strenge controle wordt toegepast en dat
niet voor de zwaarste straffen wordt teruggedeinsd.
Boeren die door verkoop van melk tegen afzetters-
prijzen en van vee in den clandestienen handel oor
zaak zijn dat er ingrijpende maatregelen komen, ver
dienen dat ze van hun bedrijf worden
verwijderd! Er zijn voldoende jonge of
elders gedupeerde boeren die hun
roeping beter verstaan en gaarne der
gelijke bedrijven zullen overnemen
Nog eens willen wij vaststellen dat een
belangrijke verhooging van de prijzen
voor het slachtvee en van de melk
zeker bitter noodig is. Men hoort nogal
eens, ook helaas in hoogere kringen,
dat men geen medelijden behoeft te
hebben met de boeren, want die heb
ben het best genoeg. Wie kan dat nu
beter weten, zoo vragen wij, dan de
boeren zelf.
En dan durven wij naar eer en geweten
vast te stellen dat de doorsnee-boer
het zeker niet best heeft. Eén zwaluw
maakt nog geen zomer en één boer
die den wind mee heeft door extra
inkomsten uit fokvee of goedgekeurd
zaaizaad en pootgoed, bezorgt aan
den geheelen boerenstand nog geen
gouden eieren. Evenmin is dat het
geval met degenen die zich door zwar
ten handel verrijken. Men spreekt in
de stad dikwijls over DE boeren die
zooveel verdienen dat helaas zelfs
menschen, die het beter moesten we
ten, dit navertellen en er bij de
vaststelling der prijzen rekening
mee houden. Deze menschen zien te veel naar de uit
zonderingen en dan nog naar de zeer groote bedrijven
en vergeten dat het bedrijf van den doorsnee-boer
in Nederland steeds nog ligt rond de tien Hectare! Waar
moeten deze menschen hun winst in 's hemelsnaam toch
weghalen? Vroeger konden ze hun bestaan voor een
belangrijk deel vinden in de varkenshouderij, die thans
voor het grootste deel is ingekrompen en vroeger hiel
den ze nog al wat kippen, die nu weg zijn. Wie tegen
de vastgestelde prijzen rogge of ander graan ver
bouwt, kan zijn winst heel gauw berekenen, en komt
niet erg ver. Wie het eenigste vee wat hij te missen
heeft aan de Centrale levert weet precies dat hij uit
dat geld zelfs de aanfok niet betalen kan. Wie de melk
normaal aan de fabriek aflevert, weet dat dan de pro
ductiekosten practisch niet gedekt worden. Ik laat nu
de uitmergeling van den grond zelfs nog buiten be
schouwing. Neen, men moet ons niet aankomen met
aen dooddoener dat DE Boeren het zoo best hebben.
Dat is alleen het geval met het eten. De boeren hebben
het voor wat de voedselvoorziening betreft, beter dan
iemand anders. Dat valt niet te ontkennen.
Wanneer objectieve bureaux als het z.g. landb. Ec.
Instituut „L.E.C„Horring" de productiekosten van ar
tikelen die de boeren voortbrengen, nauwkeurig uit
zoeken en daarbij alle factoren afwegen, zijn wij van
meening dat degenen die de prijzen moeten vaststel
len daarmee rekening dienen te houden.
Dat wordt helaas veel te weinig gedaan. Is dat het ge
volg van de omstandigheid dat „men" schreeuwt dat
de boer het zoo best heeft en durft men daarom de
prijzen niet op het juiste peil vast te stellen? We mogen
dat niet aannemen, want het zou rieken naar den tijd
der democratie, toen de overheid uit vrees voor de
kiezers dingen naliet die noodig moesten geschieden!
Om kort te gaan: wij blijven van meening dat inzonder
heid aan den veeboer onrecht wordt gedaan indien
de prijzen van het verplicht aan het Bedrijfsschap te
leveren vee niet aanmerkelijk worden verhoogd en ook
de melkprijzen niet eveneens op het peil worden vast
gesteld dat het zoo straks genoemde bureau „Horring"
heeft berekend.
Na dit uitstapje komen wij weer terug bij onze vee
houderijproblemen met betrekking tot hetgeen er in de
lucht hangt.
In ons vorig artikel hebben wij duidelijk doen uitkomen
dat de boerenstand als geheel geen cent nadeel heeft
bij lagere prijzen van het rundvee, zoomin als hij er
voordeel van heeft dat de prijzen tot ongekende hoogte
stijgen. Alleen bij verkoop van vee en zuivelproducten
aan anderen dan boeren komt de hoogte van den prijs
er op aan.
Echter moeten wij ook vaststellen en we herhalen
het met klem dat hooge prijzen van gebruiksvee bij
een verplichte veeleverina tenen lage prijzen, tencie-
volge hebben dat het overblijvende vee steeds meer
komt bij de financieel krachtiqe boeren en de kleinere
Boerderijen in Heelcl
Oxide boerderij uit het veefokgebied „Zuid-West Drenthe." foto van Buiten.
vaak minder draagkrachtigen de stallen steeds leeger
krijgen.
Althans indien de gang van zaken zou blijven zooals
hel ng is, met bonnenhandel en zoo meer. Nu kan het
zeker niet de bedoeling zijn van hen die betere soci
ale verhoudingen in onze maatschappij willen brengen,
in de veehouderij anti-sociale toestanden te laten be
staan.
We mogen dus aannemen dat met de doorvoering van
nieuwe maatregelen, die worden uitgebroed, rekening
zal worden gehouden met de thans bestaande mis
standen en deze zullen worden weggewerkt. Onge
twijfeld loopen de veebonnen, welke waardepapieren
zijn geworden, gevaar van den aardbodem te verdwij
nen. Behoudens speculanten zullen er weinigen zijn die
daar spijt van hebben.
Uit de brieven die wij ontvingen bleek dat wel degelijk.
Er bleek overigens ook uit dat steeds meerderen den
handel in gebruiksvee willen uitschakelen en deze
dieren, zij het noodgedwongen, willen laten loopen over
het Bedrijfschap Vee en Vleesch.
Als men dat wil, dan moet men ook het systeem van
taxatiecommissies aanvaarden. Aan ieder systeem zit
ten voor- en nadeelen. Aan taxatiecommissies dus ook.
Wij zijn daar heusch niet blind voor, en als een der
gelijk systeem eventueel zou uitgebroed worden, zul
len wij zeker niet juichen. Wij nemen echter aan dat
dan in elk geval gezorgd wordt voor vakkundige en
hoogstaande menschen als taxateurs. Vanzelfsprekend
zullen deze commissies uit boeren en veehandelaren
dienen te bestaan, maar de boeren zullen moeten domi-
neeren. want het betreft hier een zuivore boekenzaak.
In geen geval behooren er slagers in dergelijke com
missies. Wij hopen voorts dat de aankoopvergunningen
alleen aan die menschen worden uitgegeven die kunnen
aantoonen dat ze een gebruiksdier in hun bedrijf noodig
hebben doordat ze een nieuw bedrijf aanvangen of
slachtvee hebben geleverd of in andere bijzondere
gevallen Een en ander ter beoordeeling van den P.B.H.
met zijn adviescommissie of uiteindelijk van den Buurt-
boerenleider. Deze dienen allen hun taak wel zeer
serieus uit te voeren. Hoe eenvoudiger en natuurlijker
de nieuwe regeling wordt gehouden des te beter.
Indien het zou komen tot een regeling als we zooeven
schetsten, zullen de prijzen ongetwijfeld rigoreus dalen
en kunnen deze op een niveau worden vastgesteld dat
dcor deskundigen redelijk genoemd wordt. Wanneer
dan de prijzen van het slachtvee worden opgetrokken
tot ongeveer hetzelfde peil, zal de boer bijkomstige
bezwaren des te gemakkelijker aanvaarden
V/at het slachtvee betreft, willen wij nog wijzen op een
brief van een Zeeuwschcn boer, die geheel wil breken
met het huidige systeem van verplichte veelevering,
maar in elk rayon iemand wil opdra
gen geregeld de stallen na te gaan,
om geschikte dieren te vorderen.
Wij vreezen dat op die wijze te wei
nig slachtvee beschikbaar komt en dat
ook dan niet te ontkomen is aan vor
dering van minder geschikte koeien.
Overigens geven wij grif toe dat een
dergelijk systeem vee! natuurlijker is
dan het huidige, al zien wij er bij
onjuiste prijsverhoudingen ook vele
onbillijkheden uit voortvloeien.
Intusschen wachten wij met belangstel
ling officieele publicaties af over de
nieuwe regeling met het rundvee. Nog
eens willen wij daarbij met klem wijzen
op een noodzakelijk streng optreden te
gen den zwarthandel in vleesch en
zuivelproducten, met name in het
Westen van ons land Zonder deze
strenge controle is elk systeem dal
wordt uitgedacht met betrekking tot
de veehouderij, o. i. kansloos.
Daarbij is het noodig dat het systeem
van koppeling der melklevering aan
de vleeschlevering eveneens wordt
doorgevoerd.
Intusschen danken wij allen die ons
in dit verband schreven hartelijk voor
het kenbaar maken hunner gedachten
over deze zeer belangrijke vraag
stukken.
TER HAAR,