Indrukken en Gedachten 3e JAARGANG No. 20 VRIJDAG 19 MEI 1944 DE LANDSTAND ZEELAND :0.f ftc i e e I O r g a a.n v a n den N e.de r I a n-ci s.c h en-l a n d s t a n d (~0ver den opbouw van den Landstand (4) Wanneer wij in dit artikel het een en ander zullen trach* ten uiteen te zetten over de beteekenis en de organi satie van Hoofdafdeeling I (Volk en Bodem) van den Nederlandschen Landstand, willen wij er allereerst op wijzen, dat in deze Hoofdafdeeling vooral met den mensch wordt gerekend, terwijl de bedrijfsbelangen door de andere beide Hoofdafdeelingen worden behar tigd. Niet alleen wordt hier aandacht geschonken aan het innerlijke van degenen die tot het Landstandsgezin behooren, maar ook aan hun verhoudingen onder elkaar en die tot andere deelen van ons volk. En tenslotte aai de binding van den boer aan den bodem. Echter blijft het geloof van ieder lid van het Land standsgezin onaangetast Toch worden zijn scheppings kracht en cultuur, zijn ontwikkeling in het algemeen, evenals zijn sociale instelling, in oogenschouw genomen. De Landstand heeft o.m. tot taak te waken over de eer van de standgenooten. Dat dient vooral bij deze Hoofd afdeeling te geschieden. Wil er met recht gewaakt kun nen worden over de eer, van de standgenooten, dan is het noodzakelijk te weten wat daaronder verstaan wordt en Is het gewenscht de standgenooten dermate In hun uitingen te volgen, eventueel te remmen, anderzijds op te voeden, dat zij er aanspraak op kunnen maken dat over hun eer gewaakt wordt. Hierbij komen diepere levensvragen aan de orde, waar aan alle maatregelen die moeten worden getroffen* die nen te worden getoetst. Telkens weer blijkt dc^fdeze diepere levensvragen als: verantwoordelijkheids besef, trouw, moed, een sterk gevoel voor recht vaardigheid en belooning naar prestatie, arbeldslust, spaarzaamheid, gevoel voor orde en tucht, begrip voo' het organisch gegroeide, van nature In de beste boeren geslachten leven. Ook zijn er sterke karakters op ons platteland te vinden. In Hoofdafdeeling Volk en Bodem zal er naar moeten worden gestreefd dat spaarzaamheid niet overgaat tot gierigheid en voor zoover zulks hier en daar is geschied, deze ondeugd te wijzigen en te richten op het gemeenschapsideaal. Het streven om vooruit te komen In de maatschappij, om door arbelds lust, verantwoordelijkheidsbesef en spaarzaamheid een eigen gezin te 6tichten, eenig bezit te verwerven, ook de vruchten te plukken van eigen arbeid, ligt sterk ver ankerd in onzen boerenstand. En wanneer wij van „boe renstand" schrijven of spreken, dan betiekken wij daar in zoowel de boeren mèt als de boeren zónder grond. In de beste landarbeidersfamilies Is datzelfde streven immers merkbaar. En overal waar het verwaterd is, door de totaal onjuist gevoerde overheidsbemoeiingen In voorgaande jaren, dient ons streven er op gericht te zijn de menschen weer te doen bezinnen op de diepere levensvragen die we zoo straks op somden. Dient weer levensstijl in den besten zin te worden aangekweekt. Bij velen is hetgeen verstaan moet f worden onder „boerencultuur" aan merkelijk afgestompt, óók en vooral door den vervlakkenden invloed van de groot-stad en van hetgeen daar door andere Invloeden aan wancultuur Is tentoongespreid in den loop der jaren. Zijn zich tal van landarbeiders niet meer bewust van hun gebondenheid aan het bedrijf waar ze werkzaam zijn, anderzijds zijn er nog vele boeren werkgevers die hun arbeiders-werk nemers, niet als volwaardige menschen In de samenleving behandelen en als zoodanig waardeeren. Zij meenen te kunnen volstaan met den arbeid dezer menschen te koopen, zij zijn in de meeste gevallen zelf geestelijk afge zakt tot pure materialisten, tot bodem exploitanten in plaats van nog te zijn wat ze behooren te zijn, n.l. volksboe- ren In de beste beteekenis van het woord. Het Is met de tuinders zeker niet beter! De gemeenschapsgedachte dient hier in het middelpunt te worden geplaatst, in practljk te worden ge bracht en gestimuleerd, opdat levens vreugde en arbeldslust de pijlers wor den van de hechte dorpsgemeenschap als fundeerend onderdeel van de volks- en volkerengemeenschap. Belangrijk Is hierbij ook dat Juiste richtlijnen worden getrokken voor de binding van den mensch, die op en in den bodem dagelijks werkt, aan dien grond. Deze richtlijnen worden in Hocfdafdeeling I getrokken, daarbij rekening houdende met historische waarden en met practische mogelijkheden in een dicht bevolkt land als het onze. Het bovenstaande wordt in Hoofdafdeeling Volk en Bodem in een drietal afzonderlijke afdeelingen behai tigd. Drie afdeelingen die organisch aan elkander zijn verbonden, die een drie-eenheid zijn waaruit geheel de vclksche kracht geput wordt, die maatgevend dient te zijn. Niet alleen voor de Hoofdafdeeling zelve, maar bij alle werkzaamheden van den Landstand in zijn gehee'. En als de verhoudingen in ons volk goed zullen komen te liggen, doorslaggevend behooren te zijn bij al het geen er In de toekomst aan maatregelen zullen worden getroffen. Het is de drie-eenheid: cultuur(mensch) arbeid-bodem. Waarom is dat zoo belangrijk? Omdat de boerenstano het dichtst bij de natuur leeft, omdat hier de vrager» wat kan en wat mag, beter kunnen worden overzien, aangezien hier de grondbeginselen van het leven in he- algemeen het zuiverst zijn te onderscheiden. In elk ge val beter dan in de Ingewikkelde machinerie van de groot-stad, waar men zich blind staart op het mensche- lijk kunnen en men vergeet dat de mensch niet alles kan, maar er een Hoogere Macht is die leiding geeft aan ons Lot. De boerenstand is door zijn functie in het volksgeheel a.h.w. te vergelijken met een verkeersagent op de drukke kruispunten In de groote steden. Hij roept vanat zijn akker een halt aan het jachtende leven van de groot-stad, al begrijpen velen dat niet altijd. Hij past de bloedtransfusie toe op de stedelijke bevolking, waar door deze telkens weer van versch bloed word' voorzien. De bloedtransfusie door middel van het leveren dag in dag uit van zonen en dochters van het land, uit kleine boeren-, tuinders- en landarbeidersgezinnen vooral. Des te beter deze zich vóór hun „vlucht" van he» land bewust zijn geworden van d9 positie van den boe renstand In het volksgeheel, des te schooner vruchtei zal de stad daarvan plukken. Daarom te meer is het noodzakelijk dat de afdeeling CULTUUR ook den boer zelve den spiegel voorhoudt, •hem stimuleert en inzicht verschaft in zijn eigen wezen, onderzoek doet naar de zuiverheid van het boerenbloed, naar de boerengeslachten waaruit telkens opnieuw per soonlijkheden naar voren komen die wat beteekend hebben en ook In de toekomst v/at beteekenen kunnen voor de geheele samenleving. Daarom is het belangrijk ook dat hier aandacht wordt geschonken aan boerencultuur, dat rekening wordt ge houden met geaardheid en gewoonten, met het volks- eigene van iedere streek en stam. In de afdeeling ARBEID worden de noodzakelijke rege Boerderijen in Beeld Een Staphorster Boerderij. lingen ter verkrijging van arbeidsvrede uitgewerkt, wordt uitgerekend welk deel van de opbrengst uit het land bouwproduct ten goede behoort te komen aan den werknemer, worden de sociale wetten onder de loupe genomen, worden andere arbeidsvraagstukken behan deld. Kortom wordt de verhouding tusschenyde men schen in den Landstand onderling geregeld en getoetst aan die in andere bedrijven en beroepen. In de afdeeling BODEM zijn verschillende onderafdee- lingen gevormd: van pacht en grondbezit, van jacht en natuurbescherming, van waterschappen en ruilverkave ling, van immigratie en emigratie. Hier worden ook even tueele daden van het Nationale Plan getoetst. Uiteraaid wordt hier aandacht geschonken aan een erfhoevewe! v. Wordt dus uitgezocht en gestimuleerd hoe boerenland ook in boerenhand kan komen. Het spreekt vanzelf dat de organisatie nog niet op alle punten even ver is gevorderd. En het spreekt ook van zelf, dat In deze oorlogsomstandigheden niet gedaan kan worden wat gewenscht is. Uit het vorenstaande moge intusschen eenigszins duide lijk zijn geworden met welke problemen zich deze drie eenheid, de kern van Hoofdafdeeling „Volk en Bodem*' heeft bezig te houden. Het resultaat van hetgeen hier wordt ontwikkeld of ter bewerking wordt ontvangen, straalt vanzelfsprekend uit naar drie andere afdeelingen. In de eerste plaats naar de afdeeling ORGANISATIE, waar alle menschen die tot den Landstand behooren dienen te worden geschift naar streek, naar werkkring en zoo meer. Op den duur is in deze afdeeling alles te vinden wat men wenscht mei betrekking tot de Landstandsgezinsindeeling. Aan den geheelen levenskring, die in de vorige afdee ling is tezamen gebracht, zijn twee kleinere onttrokken, namelijk de afdeeling LANDVROUWEN en de afdeeling DE JONGE LANDSTAND. Onder de verantwoordelijkheid vap resp. een Landvrouwenleidster en van een Boeren jongerenielder worden deze belde kleinere levenskrin gen min of meer zelfstandig opgebouwd. Uiteraard put ten ook deze belde echter uit de bronnen waarover we het hierboven hadden. En ook hebben beide te maken met de drie volgende afdeelingen, t.w. met de afdee ling ONDERWIJS, met JURIDISCHE ZAKEN en met VOOR LICHTING. De beide eerste afdeelingen behoeven in het geheel geen toelichting op^dit moment. Met betrekking tot ae laatste merken wij het volgende op. Men heeft naar bulten in de laatste maanden van de afdeeling Voorlichting betrekkelijk weinig gemerkt. Des te sterker is zij zich echter bezig te ontwikkelen naar bin nen. Vooral is dat het geval met betrekking tot de vorming van de functionarissen Personen die o.m. be hooren tot de leidende menschen In de afdeelingen Cultuur en Arbeid geven hun gedachten in vergaderingen- van Landvrouwen, van Boerenraden, op dorpsavonden en zoo meer, teneinde daardoor de diepere beteekenis van het wezen van den Landstand te ieeren verstaan. Zooals,er sedert enkele jaren reeds vormingscursussen voor Jonge Landstanders hebben plaats gevonden en plaats vinden op de Boerenschooi van den Landstand te Rijs (Fr.) en ook op cursussen in enkele andere plaai- sen, zoo wordt alle moeite aangewend in den kortst mogelijken tijd alle Buurtboerenleiders en andere Landstandfunctionarissen in korte cursussen voor te lichten over N. hun eigen taak. De ervaring heeft ge leerd dat zulks zeer noodig is en de ervaring heeft ook geleerd dat de be treffende personen daarvoor veel be langstelling hebben. Innerlijke versterking van het geheel# Landstandsapparaat is een der eerste taken die de leiding van Hoofdafdee ling „Volk en Bodem" zich ten doel heeft gesteld. Daarnaast wordt ga- waakt over de eer van de standge nooten, wordt voor hun belangen op gekomen en zal steeds meer de afdeeling Voorlichting worden uitge bouwd om anderen bekend te maken met de beteekenis van den boeren stand en van den landbouw voor ons volk. En dus tevens met de rechten van dezen boerenstand. Door middel van deze afdeeling Voorlichting zal veel misverstand uit den weg kunnen wor den geruimd, zal ook de Landstand zich naar buiten laten hooren. Voorshands gaat het in Hoofdafdeeling „Volk en Bodem" er om eigen kring van functionarissen tot een eenheid to smeden, tot persoonlijkheden te vor men, die in staat zijn de hen toever trouwde belangen op de best moge lijke wijze en In den juisten geest behandelen, opdat daardoor de boe renstand In den rulmsten zin (wat hier van den boer is opgemerkt, geldt foto: Heukels.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 1