Westkapelle en Domburg in 1223, Nieuw- Vlissingen vroeg in de 14e eeuw, in 1315, en andere volgen later, of helemaal niet, want havenplaatsen als Biezelinge of Wes- tenschouwen hebben nooit stedelijke rechten gekregen. Deze havenplaatsen, in de 13e eeuw nog voor het overgrote deel dorpen, verdienen meer aandacht dan zij nu hebben gekregen, maar helemaal weglaten wilde ik ze ook niet, want ze illustreren juist zo mooi dat er ook in Zeeland in de 13e eeuw meer is dan alleen het agrarische dorp ener zijds en anderzijds de stad. Voor ik dan tot een zekere afronding kom, eerst dit: mijn conclusies zijn nog wel voorzichtig, want er moet nog heel wat onderzoek worden ge daan. Bijvoorbeeld moet meer contact wor den gelegd met andere disciplines, zoals de archeologie. Voor wat de archeologie be treft denk ik, behalve aan het belang van onderzoek in dorpskernen en kasteelbergjes, ook - met het oog op de verspreide bewo ning - aan de vele oude boerderijerven en -werven. Ik vermoed dat die archeologisch nog heel wat verrassingen in petto hebben. De vondsten van Trimpe Burger bij de boerderij Kranesteijn onder Oostkapelle vormen voor wat dit betreft een mooi voor beeld. Wat zijn dan nu mijn voorlopige bevindin gen? Ten eerste: tot in de 11e eeuw wordt Zeeland gekenmerkt door gespreide bewo ning, met zoutwinning, veel veeteelt en enige akkerbouw op de kreekruggen. Ker ken en kerkdoipen zijn er tot in de vroege 12e eeuw weinig. Onder andere dankzij de zoutwinning zijn er al vroeg enkele plaatsen met een haven- en handelskarakter, met name de villa Walcheren aan de kust als eerste en daarna Middelburg. Met het toe nemen van de bevolking manifesteert zich dan in de loop van de 12e en 13e eeuw een streven naar meer lokale zelfstandigheid, met als resultaat de vorming van de vele parochies en vierschaarambachten. Daarbij bevordert de stichting van een parochiekerk de vorming van het typisch Zeeuwse kerk dorp; terwijl zich niet veel later op tal van plaatsen het fenomeen van de havenneder zetting, de havenplaats ontwikkelt. De nederzettingsstructuur op het oude land is daarmee voor eeuwen vastgelegd. Kerk dorpen en akkerbouw op de grotere kreek ruggen, met daaromheen alleenstaande boerderijen op de kleinere kreekruggetjes, en ertussen de onregelmatige blokverkave- ling met weidegrond. Voor eeuwen zeg ik, eigenlijk in grote lijnen tot in onze tijd. Maar juist de laatste decennia is er, vooral door herverkaveling, veel van de historische structuur opgeruimd. Overal is het oude land op de schop gegaan. Van het verkave lingspatroon en het oude netwerk van we gen is in de oude kerngebieden heel veel verdwenen, en hezelfde zien wij de laatste tijd ook met oude boerderijen gebeuren. Er zijn dan nog wel gradaties. De herinrichting van Walcheren na de oorlog weerspiegelt zeker enige aandacht voor de historische structuur, maar op het oude land van Schouwen liggen plaatsen momenteel in een wel erg rechtlijnig herverkavelingsland schap. Toch is er van de materiële resten van het verleden nog heel wat over waar historisch geïnteresseerde mensen zoals de leden van onze Werkgroep zich voor in kunnen span nen, zodat althans datgene wat de oorlog, de watersnood en alle latere ingrepen heeft overleefd, bewaard kan blijven. Noot 1. K. Bos, J. van Damme, A. de Klerk (red.), Dorpen in Zeeland. Middelburg, Stichting Natuur- en Recreatieinformatie, 1991. ISBN 90 72146 17 4. Zie aldaar ook de literatuur over het besproken onderwerp. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 72