THOLEN-STAD IN HET JAAR 1586-1587 door J.P.B. Zuurdeeg Begin 1990 verscheen van de Prae-1600-clubeen onderdeel van de afdeling Zeeland van de Nederlandse Genealogische vereniging, publicatie nummer 48, een integrale (letterlijke) bewerking van de stadsrekening van Tholen van 1586/87. Deze club van vrijwilligers houdt zich bezig met het voor een groter publiek toegankelijk maken van vaak moeilijk leesbare archiefstukken van voor 1600. De thans verschenen publicatie is de eerste betreffende Tholen. Deze stadsrekening van Tholen da teert uit een tijd dat Tholen tot de voornaamste steden van Zeeland be hoorde en als lid van de Staten van Zeeland deel uitmaakte van het pro vinciaal bestuur. Door het toenmalig bestel had Tholen hierdoor ook zeggenschap in de sa menstelling van de Staten-Generaal, Hof van Holland en Hoge Raad en daardoor invloed tot ver buiten haar grenzen. Het eind van de zestiende eeuw was een woelige tijd. De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was in volle gang en juist de eerste decennia van de ze oorlog tegen de Spaanse koning Filips II had Zeeland zwaar te lij den van het oorlogsgeweld. Ook aan Tholen, de frontierstad van Zeeland, zijn deze jaren niet ongemerkt voor bij gegaan. Nadat Tholen in 1577 als laatste Zeeuwse stad de zijde koos van prins Willem van Oranje, werd het eiland bedreigd door een inval uit Brabant. Aan de Brabantse zijde van de Eendracht werden forten en schansen opgeworpen. Ook het tegen over de stad gelegen hoornwerk Slikkenburg is toen aangelegd (1583). Tegelijkertijd werden de dijken van de Brabantse polders doorgestoken, zodat de polders inundeerden. In 1588, tijdens het beleg van Ber gen op Zoom, deed de hertog van Parma een poging om met zeven- of achthonderd man de Eendracht te door waden en het eiland en de stad Tho len in te nemen. De beide aanvallen werden echter afgeslagen door de graaf van Solms met circa honderd vijftig man Staatse troepen die achter de borstweringen op de dijken het vuur openden op de Spaanse troepen. Laatstgenoemden verloren circa 400 man, waaronder twee kapiteins. Graaf Octavia van Mansvelt en de markies van Reti kon men op tijd met spiesen uit het slijk trekken. De verbrande molen van Schakerloo De diverse omschrijvingen in de stads rekening van 1586/87 geven een aar dig beeld van het leven in die jaren. Zo blijkt uit het hoofdstuk inkomsten dat er 4 molens in Tholen waren. De wind- en de watermolen binnen de veste werden dat jaar verhuurd. De houten windmolens van Schakerloo en Oud-Strijen waren echter door vermoedelijk de Geuzen in respectie velijk 1582 en 1576 in brand gesto ken. Ook het beurtveer op Antwerpen kon niet worden verhuurd in verband met de oorlog en de overgave van de stad aan de Spanjaarden in 1585. Hierbij moet men bedenken dat er via de Schelde, die langs Tholen stroomde, een uitstekende verbinding was met deze grootste stad in de Nederlanden. Het Kreekrak tussen Brabant en Zuid-Beveland werd eerst in 1867 afgedamd in verband met de aanleg van de spoorlijn naar Vlissin- gen. Mogelijk door drukke bezigheden, wellicht door gebrek aan belangstel ling, deed het toenmalige stadsbestuur niets aan tuinonderhoud. De weduwe van baljuw Rezen, jonkvrou- we Micle, had hiervoor wel belang stelling en maakte de hof achter het stadhuis bruikbaar door gruis, stenen 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 15