dracht gegaan zijn).' Uit Noord-Beveland kwam de zegswijze: 't Is makkelijk stelen a de poepen in 't land bin. Was er ergens iets gestolen, en stonden er woonwagens in de huurt, dan werd meteen veron dersteld dat de bewoners daarvan de diefstal gepleegd hadden! Tenslotte horen we nog de benaming 'n poepaezer voor iemand, die in een goed blaadje wil komen. Het verband met de andere ontvangen gezegdes is ons niet duidelijk. Wie kan uitleg geven? Benamingen voor vleesdelen en vlees- produkten, die wij ontvingen in deze weken, waren vrijwel altijd terug te vinden in het WZD. Alleen dhr. J.L. Murre (Po), die ons heel wat in zijn woonplaats gesproken zegswijzen be zorgde, kwam nog met niet eerder vermelde termen als 'n draoj'woste: een stuk in darm gestopte worst, 'n sisiwosje: saucijs en hootsteen- wostecervelaatworst (naar het gra nietpatroon van de gootsteen)en dan tenslotte 'n oud bekend woord, dat zeker bij vergissing evenmin in het WZD is opgenomen: 'n stikje zwêêrte: zwoerd. Van deze inzender geen ons onbekende benamingen voor bakkerijprodukten, wel nieuw voor onze woordenvoorraad èn 'n hiaat in WZD: 'n viertje, 'n acht je en 'n twaolfje, waarmee de grootte van de broden werd aangegeven, i.v.m. het gewicht in ponden. Biesmek ontvingen we van Flakkee voor broodbeleg, elders ook biesmak genoemd, dat volgens WZD de algemene betekenis heeft van een bijvoegsel, iets dat er bij komt. Uit Herkingen ook het woord prol voor de combinatie karnemelk met wit tebrood, die gegeven werd 'als de dorsers kwamen' Mevr. C. v.d. Guchte-Fraanje (Lwd) die in haar brief voor allerlei onder werpen aandacht vroeg, schreef o.a.: 'Als we vroeger thuis stamppot met andijvie aten, bakte mijn moeder spek jes uit, die noemde ze tèrlienksjes Komt die benaming van "teerling" het in ons land niet meer - vrij - gebruikte woord voor dobbelsteen? Moeder sneed het spek dus in dobbel steentjes Het dialectwoord hoort al jaren bij onze 'voorraad' voor deel II. Naast de vosse beuter, butter, bot ter, bottere ontvingen we nu ook een dialectnaam voor margarine: affeseer- beuter Is dat een grapje of wordt 't ergens werkelijk gebruikt? In Vlissingen hoorden we de benaming kroppers voor kruimige aardappels. De ontbijtkoek werd door inzenders meer dan eens zoete koeke genoemd, en toen de kantkoeke uit West Zeeuws- Vlaanderen ter sprake kwam, bleek die bok volgens dhr. M.J. Geuze be kend in 's-Heer Arendskerke. We vernamen inmiddels, dat men vroe ger in Groningen op de kermis kant- kouke kon slaan. Maar daar zou een minderwaardig deeg voor gebruikt zijn, terwijl kantkoek in Zeeland juist een produkt van de beste kwali teit was. Bij de lekkernijen van vroeger werd natuurlijk ook weer genoemd: 'n cent van 't schienkblad, dat meermalen door leden van onze Vereeniging is belicht, omdat het in het leven van veel Zeeuwse kinderen een rol heeft gespeeld, en in het WZD werd gemist. Mochten er, naar uw mening, nog benamingen voor etenswaren, plaatse lijke gelegenheidslekkernijen of kin derversnaperingen in aanmerking komen voor eventuele opname in het vervolg van het WZD, dan hopen we die op ons secretariaat te ontvangen. Spel en lied N.a.v. Nehalennia 87, blz31 zendt dhr. C. Martens (Hrh) nog een kort aftelversje: 'Stof is hauw of' Hij schrijft: 'Bij het oftelle hadden wij vele versjes o.a. ook ie wie waai weh, maar meestal gebruikt als achter voegsel als het eerste versje ongun stig uitkwam (voor de ofteller)Zo hadden we meer achtervoegsels na het eerste versje: "nee dit is niet waar, wees jij 'm maar", "en een 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 21