4. DE 18DE-EEUWSE BEERKELDER: AFVAL VAN DE WACHT
4.1 CERAMIEK
HHendrikse
Het is bij archeologisch onderzoek
geen onbekend fenomeen dat de be
langrijkste of meest interesante vond
sten gedaan worden op de laatste dag
van een opgraving, bij voorbeeld op
een vrijdagmiddag wanneer iedereen
aan het opruimen is voor het komend
weekend.
Dit feit deed zich ook in Hulst voor.
Hoewel het slechts een tweedaags on
derzoek betrof kwam de betreffende
vondst - een beerput (beerkelder)
in het uiterst zuidwestelijke hoekje
van de opgravingsput - pas de twee
de dag om 15.00 uur aan het licht.
De beerput lag haaks op de Lange
Bellingstraat, met het stort gat op
de rooilijn van de woning. Naast de
put werd de fundering van een an
der keldertje aangetroffen.
De beerput had een lengte van ca.
2.00 m en een breedte van ca. 0.75
m. De nog aanwezige diepte was ca.
1.00 m. De bodem van deze uit ijs—
selsteen opgemetselde put bestond
uit wit zand; de ijsselstenen hadden
een formaat van 180 x 60 x 40 mm.
Van de bijbehorende woning werd
slechts een miniem gedeelte van de
voorgevel aangetroffen. Dat de put-
vulling volledig geborgen kon worden
is te danken aan de leden van de
werkgroep archeologie van de Oudheid
kundige Kring "De Vier Ambachten"
en de studenten van de PABO uit
Middelburg.
Materiaal
Bij vergelijking van de verschillende
vondstcategorieën uit de beerput (zie
ook Tabel 4) blijkt dadelijk de gro
te hoeveelheid pijpekoppen en -stelen
(pijpekoppen 413 stuks).
De tweede grote categorie is die van
de ceramiek (90 stuks).
Opvallend is voorts het grote aantal
wijnflessen, nl. 24.
De twee metalen voorwerpen kunnen
als bijzondere vondst worden aange
merkt (zie bijdrage 'Metaal').
Van de 90 stuks ceramiek uit de beer
put was slechts een vijftiental ob
jecten vrijwel compleet. Van de 90
exemplaren zijn 50 stuks van rood-
bakkend aardewerk, overdekt met
loodglazuur. Het betreft keukengerei
als schalen, kookpotten, steelpannen
en melkteilenmaar ook borden met
slibdecoratie die we tot het tafelgoed
rekenen. Tot dit tafelgoed behoren
15