ten. Hiertoe werden sinds 1981 de vindplaatsen geïnventariseerd en het materiaal daarvan beschre ven. De verzamelde gegevens zijn up to date gehouden en in de pe riode 1985-1991 gepubliceerd in een artikelenreeks in de Berichten van de Rijksdienst voor het Oud heidkundig Bodemonderzoek. Van Heeringen zet zijn methode van beschrijving van het nederzet tingsaardewerk uiteen, beschrijft 338 vindplaatsen en presenteert de aldus vergaarde gegevens ten slotte in samenhang. De uitkom sten van het onderzoek worden gecombineerd tot in het kustgebied als geheel voorkomende eenheden van hogere orde: in tijd, versprei ding en karakter nauw omschreven aardewerkstijlgroepen. Ook het Zeeuwse kustgebied komt in de dissertatie aan de orde; Van Hee ringen onderscheidt ook een aan tal 'Zeeuwse' aardewerkstijlgroe penHaamstede, Domburg I (Midden- IJzertijd) en Domburg II (Late Ijzertijd) Met behulp van de aardewerkstijl groepen geeft Van Heeringen een samenvattende beschrijving van de ontwikkeling van de bewoning in het kustgebied gedurende de behandelde perioden, die ook voor de niet-specialist het licht doet opgaan. Hiervoor moge verwezen worden naar het proefschrift zelf, dat fraai is uitgegeven door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Kerkstraat 1, 3811 CV Amersfoort, tel. 033-634233. Van de stellingen bij het proef schrift is vooral ook de laatste, nr. 13, van belang: 'Voor de beoefe ning van de archeologie in de pro vincie Zeeland is een wat betreft mankracht, technische uitrusting en werkkapitaal goed geoutilleerd provinciaal depot voor bodemvond sten een absolute voorwaarde.' J.J.B.K. OVER BOEKEN Das Reich der Salier 1024-1125: Katalog zur Aussteilung des Landes Rheinland-Pfalzveranstaltet vom Römisch-Germanischen Zentralmu- seum Mainz, Forschungsinstitut für Vor- und Frühgeschichte in Verbinding mit dem Bischöflichen Dom- und Diözesanmuseum Mainz. Sigmaringen 1992. XXX, 503 blz., krtn.foto's. Het Historisches Museum der Pfalz (Speyer) herbergde van 23 maart tot 21 juni 1992 de tentoon stelling 'Das Reich der Salier', ter gelegenheid waarvan een schit terende catalogus onder bovenver melde titel verscheen. Dit monu mentale naslagwerk is naast inlei dende en verklarende teksten vol gepakt met kaarten en afbeeldin gen van aardewerk, sieraden, toiletgerei, munten, kerkschatten, modellen van kerken en burchten enz., en is ook voor Zeeland t.a.v. deze archeologisch wat onderbe lichte periode van belang. Niet alleen omdat ons gebied ook (gro tendeels) tot het rijk van de Salische keizers behoorde; ook een voorwerp uit de collectie van het Zeeuwsch Genootschap is in het boek afgebeeld en besproken. Het betreft inv.nr. 2758, collectie Hubregtse: een bronzen schijffibula afkomstig uit de kop van Schouwen. Torsten Capelle (Die karolingischen Funde von Schouwen, 1978; een uitg. met medewerking van het Genootschap) dateerde het door de bekende amateurarcheoloog J.A. Hubregtse (1878-1940) gevonden voorwerp dus als Karolingisch (9de eeuw). Veel gebruikers van zijn publicatie waren er al van op de hoogte dat een heleboel van dit 'Karolingisch' materiaal uit latere perioden stamt - de volle of zelfs late middeleeuwen -; voor de fibula wordt dat nu ook in Das Reich der Salier bevestigd. De catalogus dateert het stuk midden tot tweede 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 26