ITA, UDEMANS EN LAMPSINS
Doeke Roos over kaapvaart, slavenhandel en kolonisatie door de Zeeuwen onder
de vlag van de Westindisehe Compagnie, 1621-1674
door
F. van der Doe
In 1992 was het 500 jaar geleden dat
de oude en de nieuwe wereld met el
kaar in contact kwamen. Met de her
denking van de ontdekking van Ame
rika door Columbus verscheen tegelijk
een stroom publikaties over het At
lantisch gebied. De achterstand in
de geschiedschrijving ten opzichte
van die over de VOC en de Aziatische
handel kon daardoor iets worden ver
kleind. Voor Zeeland geldt hetzelfde:
het aantal geschriften over de WIC
is veel beperkter dan dat over de
VOC. Een modern overzichtswerk over
de rol van Zeeland in de West en in
de in 1621 opgerichte Westindisehe
Compagnie ontbrak. Doeke Roos,
auteur van het vijf jaar geleden ver
schenen boek over Zeeland en de Ver
enigde Oostindische Compagnie, voor
zag in deze leemte. Eerder schreef
hij al over het voormalige Zeeuwse
kapersnest Recife in de jaren 1647-
1654 (Zeeland 1/3, 1992, p. 131-134).
In een aantal pagina's is Zeeuwen
en de Westindisehe Compagnie verge
lijkbaar met zijn Zeeuwen en de VOC,
qua omvang van de tekst is het veel
uitvoeriger. Daarbij heeft hij zich
beperkt tot de zogenaamde 'eerste'
of 'oude' WIC, d.w.z. de periode
1621 tot 1674.
In een tiental hoofdstukken behan
delt hijin min of meer chronolo
gische volgorde, de bemoeienis van
de Zeeuwen in West-Afrika, Zuid-
Amerika en het Caraibisch gebied.
Een kort hoofdstuk over de gebou
wen van de Compagnie in Middelburg,
Vlissingen en Veere sluit het boek
af. De indeling binnen de hoofdstuk
ken is niet altijd even helder en
consequent. De in Zeeuwen en de
VOC gehanteerde thematische opzet
is niet gevolgd. Wel heeft Roos het
systeem van in een afwijkend letter
type geschreven bijzondere en meer
gedetailleerde verhalen, als aanvul
ling op een hoofdstuk, overgenomen.
Ditmaal is echter niet steeds duide
lijk waarom bepaalde stukken, zelfs
midden in de tekst, een afzonderlij
ke behandeling krijgen en de lezer
vraagt zich af waarom het ene wel
cursief is en een ander deel niet.
Het gebruik van verwijzende en ver
klarende noten in de tekst zorgt dat
de lezer de bron van het geschrevene
terug kan zoeken, hetgeen een houvast
biedt voor eventueel verder onderzoek.
Het is evenwel niet altijd duidelijk
wat de herkomst van bepaalde bewe
ringen is. Behalve raadpleging van
literatuur en diverse archivalia in
Nederlandse archieven, heeft Roos
ook de Public Record Office in Kew
(Londen) en de Foundation Joaquim
Nabuco in Recife (Brazilië) bezocht.
Een uitgebreide literatuuropgave (een
overzicht van gebruikte archiefbron
nen ontbreekt) en een viertal bijla
gen completeren het boek. De bedoe
ling van de bijlagen is echter ondui
delijk. Ook de titel en bronvermel
ding hiervan laten te' wensen over.
In zijn inleiding verantwoordt de
schrijver zijn beweegredenen en ge
maakte keuzes, alsmede 'verborgen'
interpretaties. Zo wil hij vooral de
belangrijke, maar dikwijls onderbe
lichte, rol van de Zeeuwen in (inter
nationaal opzicht benadrukken. De,
ook in andere werken van zijn hand,
steeds terugkerende controverse tus
sen de Amsterdammers en de Zeeuwen,
waarbij Roos steeds kiest voor de
laatstgenoemden, kondigt hij reeds
in zijn inleiding aan.
27