nen. Deze publicaties vormen één van de doelstellingen van het in 1990 ge starte HOB-projeet 'Bewoning en land- sehapsontwikkeling van Zeeland van 850-1200 na Chr.'. De planvorming rond de vliedberg van Seharendijke werd in verband met een inrichtingsschets voor de aanleg van kampeerterreinen kritisch gevolgd. Het betreft een van de twee nog aanwezige vliedbergen op Schou- wen-Duiveland. De aanvraag in samenwerking met collega h. Bauters, provinciaal archeoloog van de provincie Oost- Vlaanderen, in het kader van het Euregio Scheldeinond-projeet 'liet poldergebied archeologisch doorge licht', werd door de stuurgroep positief beoordeeld, maar wegens ge brek aan middelen doorgeschoven naar volgend jaar. Provinciaal Depot voor Bodemvondsten In de nacht van 14 op 15 januari brak er brund uit in het boven het PDB gelegen Centrum voor Kunstuitleen. Gelukkig werd in het depot slechts beperkte schade aangericht door lek kend bluswater. De aandacht werd hiermee nog eens gevestigd op de brandgevaarlijkheid van het depot. De technische middelen waarmee ge werkt moet worden vergen veel impro visatietalent van de medewerkers. Zo lopen zowel de mechanische type machine als het kopieerapparaat op hun luatste benen. In weerwil van deze ongemakken en de zorgelijke toestand rond het voortbestaan van het depot, is er dit jaar uitermate geïnspireerd gewerkt. Al het dit jaar binnengekomen vondstmateriaal kon worden beschreven en verwerkt. Een representatieve collectie bodem vondsten kon worden gerestaureerd voor tentoonstellingsdoeleinden. In tensief werd verder gewerkt aan de uitwerking van diverse opgravingen, waaronder veel voorbereidend werk betreffende de voorgenomen publica tie van de opgraving van Oost- Souburg. Begin april werden onverwacht onge veer 600 houten kisten met menselijk botmateriaal naar het PDB overge bracht afkomstig van de voormalige collectie van het Pliysisch-Antropo- logisch Instituut van de Rijksuniver siteit Utrecht. Het betreft voorname lijk Middeleeuws skeletmateriaal van opgravingen verspreid over de hele provincie uit de periode 1955-1968 (zie onder diversen).De maximale ca paciteit van het depot is hiermee zo goed als bereikt. De vorig jaar verspreide folder heeft een duidelijke invloed gehad op de bekendheid van het depot bij het al gemene publiek, hetgeen tot uiting kwam in vele telefoontjes en persoon lijke bezoeken. Medewerking werd verleend aan tal rijke exposities verspreid over heel Zeeland (zie onder Musea). Het open huis tijdens de Open Monu mentendag op 12 september leverde 730 bezoekers op, ca. 501 meer dan vorig jaar. Musea, tentoonstellingen en publiciteit Door het Provinciaal Depot voor Bodem vondsten werd medewerking verleend aan de volgende semipermanente en tijdelijke tentoonstellingen: exposi tie van vondsten uit de Lange Belling- straat te Hulst in de Hogeschool Zee land van 24-28 februari; de op 4 april geopende Nehalennia expositie in de kelders van het Maritiem Museum in Zierikzee; semipermanente opstelling in de op 27 juni van dit jaar geopende Burghse Schoole, gelegen achter de Vroeg-Middeleeuwse ronde burcht van Burgh; expositie vanaf 30 juni in het stadhuis en het streekmuseum van Hulst ter gelegenheid van het ver schijnen van het boekje Van gracht tot wacht; tentoonstelling 'Verbor gen Schatten in Zeeuws-Vlaanderen' in Knokke tijdens de Internationale Kunst-en Antiekbeurs in Cultureel Centrum Seharpoort (8-16 augustus); 'Schatten in de bodem: Zeeuwse munt- vondsten', een reizende tentoonstel ling met vier steeds wisselende deel- exposities te Axel, Aardenburg, Veere, Zierikzee en Vlissingen, gemaakt op instigatie van het Bureau provinciaal museumconsulent Zeeland en de Vere niging van Zeeuwse Musea ter gelegen heid van het 100-jarig bestaan van 1 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 19