OVER BOEKEN
F. de Nave (eindred.), Antwerpen
een geschenk van de Schelde: de Ant
werpse haven door de eeuwen heen
(overdr. uit het Tijdschrift van het
Gemeentekredietnr. 185 (1993/3).
99 blz., afbn. krtn., tabn., lit.
opgn.
Op 1 oktober werd in het Nationaal
scheepvaartmuseum te Antwerpen de
Scheldezaal geopend als deel van de
permanente opstelling van het museum.
Ter gelegenheid daarvan werd het
hier besproken boek uitgegeven, in
de verantwoording enigszins eufemis
tisch 'brochure' genoemd. Behalve
de eindredacteur, als conservator
verbonden aan de Historische musea
van de stad Antwerpen, werkten er
11 auteurs aan mee.
De bijdragen in Antwerpen, een ge
schenk van de Schelde belichten elk
een aspect van de relatie van stad
en stroom, waarbij na een inleidend
en algemeen historisch hoofdstuk van
Jan van Roey min of meer een chrono
logische volgorde is aangehouden.
Archeoloog Tony Oost verhaalt van
Gallo-Romeins Antwerpen (dat toen
die naam uiteraard nog niet droeg)
Gustaaf Asaert schrijft over de laat
middeleeuwse periode en Leon Voet
levert een artikel over de Antwerpse
haven vanaf de Gouden Eeuw (dat
is voor Antwerpen de 16de!) tot en
met de 18de eeuw. Vervolgens twee
bijdragen vanaf de Franse tijd tot
1914 (Albert Himler en Lode Hancké).
Hugo Belmans, Fernand Suykens en
Hilde Meersman/Eddy van de Voorde
nemen resp. de Schelde-Rijnverbin-
ding, de problematiek van de Water-
verdragen en de toekomstige haven
trafiek onder de loep. Rita Jalon
tenslotte schrijft over de Scheldezaal
in 't museum, naar aanleiding waarvan
de publicatie tot stand kwam. Het
uitgebreide 'Woord vooraf' is van
burgemeester Cools.
Men heeft bij de realisering van Ant
werpen, een geschenk van de Schelde
niet op een stuiver gekeken, als men
mij de Noordnederlandse uitdrukking
vergeeft. Een flink aantal kleuraf
beeldingen licht op tussen de vele
illustraties.
Dit boek, dat voor zover ik het kan
overzien een gedegen onderbouwd
relaas biedt van de Antwerpse ge
schiedenis in relatie tot de Schelde,
is uiteraard ook voor de Zeeuwse le
zer interessant. Boeiend is het voor
al, om over 'onze' rivier te lezen
vanuit het gezichtspunt van de enige
metropool die we gedurende eeuwen
in de buurt hadden. De raakvlakken
met de Zeeuwse geschiedenis en histo
rische geografie zijn uiteraard legio,
en het heeft weinig zin die hier op
te sommen. Ik beperk me tot één op
merkenswaardigheid in verband met
Zeelands nabuurstad Bergen op Zoom.
Op p. 10 noemt Van Roey Bergen
op Zoom 'lange tijd een ernstige ri
vale voor Antwerpen' en een stad
'die zich tot vandaag de dag ook nog
dikwijls aandient als Scheldestad'
Men krijgt bijna de indruk dat dit
niet mag van de auteur. Maar in dat
geval moeten ook Terneuzen en Vlis-
singen op hun tellen passen - beide
worden immers ook wel 'Scheldestad'
genoemd, en waarom ook niet? Ze lig
gen immers niet aan Maas of Rijn?
Overigens valt het me op dat alle
auteurs bijzonder mild zijn ten aan
zien van oud krakeel en dito peste
rijen tussen noord en zuid omtrent
de Schelde. Immers: de val van Ant
werpen in 1585 leidde een fatale neer
gang in; tot omstreeks 1800 zou de
malaise duren wegens de afsluiting
van de Schelde. Na de Belgische om
wenteling doemden weer moeilijkheden
op in de vorm van tolgebonden Schel-
devaart (1839) - pas in 1863 werd
de Schelde weer vrij. Antwerpen be
hoorde binnen enkele tientallen ja
ren weer tot de grootste commer
ciële centra van Europa.
Het ongelukkige huwelijk tussen noord
en zuid (1814-1830) had intussen voor
Antwerpen een zonnige periode bete
kend. In 1828 overtroefde de stad
voor het eerst Amsterdam in de han
del op Oost-Indië. Bij de Belgische
opstand in 1830 sloot Antwerpen zich
dan ook schoorvoetend aan. Als late
hulde aan Willem I noemde men het
2 2