van Middelburg, die zij na het beleg in 1574 moest verlaten? Zo liggen er meer 'linken' tussen Vlaanderen en Zeeland. Het heeft M. P. altijd gefascineerd dat de familie Kel dermans uit Mechelen, een gerenommeerd bouwherengeslacht, nooit een toren heeft kunnen voltooien, of het nu in Mechelen, Bergen, Zierikzee of Veere was. Ze hadden de tijd tegen. Net toen de torens hun voltooiing zouden krijgen, kwam de Reformatie met oorlog en geweld, was het heilige geloof in dit soort grote bouwwerken voorlopig weg, evenals het geld. Maar de basis voor Zeeland werd in Vlaanderen gelegd. Elke keer als hij daar komt. voelt hij dat: hier is het begonnen. Het waren Vlaamse monniken en arbeiders die het Zeeuwse land in eerste instantie ontgonnen en bedijkten en er hun invloed deden gelden, een invloed die nog steeds is te zien in de grote bouwwerken in de Zeeuwse steden en stadjes. Johan Huizinga. één van de grootste historici die Nederland heeft gekend, liet hem in 1942 het licht aan het eind van de donkere tunnel zien. Op het schutblad van Huizinga's Neder land's beschaving in de zeventiende eeuw staat onder de handtekening: '19-11-'42'In dit boek leerde M. P. dat in Nederland een grote beschaving vorm had gekregen. Een rijke geschiedenis werd voor zijn ogen ontrold, terwijl in de 'echte' wereld de 'beschaving' van de bezetters een verwoestend spoor door het land trok. Huizinga is nog steeds de favoriet van M. P.. alhoewel hij nu ook bijzonder veel waardering heeft voor het werk van Peter Henderikx, die veel onderzocht heeft op het gebied van de vroegste nederzettingsgeschiedenis van Zeeland en daarbij tot verrassende conclusies kwam. Het is niet alleen historie, waarin M. P. is geïnteresseerd, alhoewel zijn publicaties dat wel doen vermoeden. Eén van de redenen om te stoppen met publiceren is zijn liefde voor het lezen. Met een kleine behoefte aan slaap - slechts vijf a zes uur per nacht - blijft er tenslotte veel tijd om te lezen. Virginia Woolf of James Joyce's Ulysses houden hem in de nachten gezelschap. Nu er net een nieuwe vertaling op de markt is gekomen van Ulysses was het voor hem een plicht het boek te kopen en te lezen. Volgens M. P. is alles wat hem intrigeert te vinden in dat boek: filosofie, historie, romantiek, wereldbeschouwing, religie, architectuur, alles zit erin. Ook van poëzie houdt hij veel. Bij zijn afscheid ais hoofd van het Zeeuws Documentatiecentrum heeft hij voor alle personeelsleden van de bibliotheek een gedicht uitgezocht, dat paste bij die persoon. Toen hij veertig jaar in overheidsdienst was, gaf hij een klein boekje uit onder de titel Waarom ik van Zeeland houHierin staan enkele gedichten, vergezeld van tekeningen. Bij een afscheid in 1989 deed hij hetzelfde, maar dan met gedichten (Trijntje Fop's) van Kees Stip en prenten van Jacques Prince. Dit bijeenzoeken van gedichten en plaatjes ligt hem wel. Schoorvoetend geeft hij toe vroeger, voor zijn trouwen, ook wel eens de pen in de inkt te hebben gedoopt voor een gedicht, maar hij heeft ze alle verscheurd. Daar heeft hij geen spijt van, want ze waren te puberaal en misschien ook wel te erotisch. Hij léést liever gedichten en vooral veel proza. Toen hij aankondigde te stoppen met publiceren, haalde hij het einde aan van één van zijn favoriete schrijfsters. Virginia Woolf. Zij liep met stenen in haar zakken de rivier in. Die gang wil hij niet gaan. Dat er donkere uren waren in zijn leven, laat hij zo nu en dan doorschemeren. Zijn reis, midden jaren zeventig, naar New York, om het werk van Mondriaan nu eens in het echt te beleven, viel in een depressieve periode. Een stuk uit die periode is bewaard gebeleven in een bundel, samengesteld naar aanleiding van een schrijversavond in 1976 van het Zeeuws kunstenaarscentrum in de Lange Noordstraat in Middelburg. Hoe hij ertoe gekomen is die dagboekfragmenten daar voor te lezen... terwijl ze toch wezensvraagstukken behandelen... Hij schrijft in oktober 1975: 'Ik was op zoek, op zoek naar zuiverheid en had daarvoor New York uitgekozen. Een mens kan niet gek worden als ie niet wil had een vroegere chef me geleerd, maar was ik bezig gek te worden?' En een stukje verder, in dezelfde maand: 'Denk er over na hoe economisch mogelijk mijn overgebleven krachten te gebruiken. Hoe werkelijk te leven, te bestaan.' De publicatiedrift van M. P. is groot geweest. Een overzicht daarvan, waarschijnlijk onvolledig, geeft honderden en honderden titels, alles bij elkaar door de duizend. Hij hield dat tempo soms op een eigenaardige manier vol. In het begin van zijn huwelijk, maar ook nog daarna, werkte hij "s avonds 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 12