(omme)delven (omme)graven haken, hakken om(me)maken omsteken cl (om)spaden (omme)spitten In de vorige aflevering van Nehalennia schreven we al over de presentatie van de laatste aflevering van het Woordenboek van de Vlaamse Dialekten, dat over spitten, eggen en rollen gaat. De kaartjes in deze jongste aflevering tonen ons de verspreiding van de dialectwoorden in Frans, West-, Oost- en Zeeuwsch-Vlaanderen. In het laatste WVD- Kontakt vonden we een kaartje over spitten, dat het hele Nederlandse taalgebied bestrijkt. Hieruit blijkt dat in Zeeland en Goeree- Overflakkee, ons werkgebied, overal iets gezegd wordt, dat op 'spitten' lijkt. De uitspraak kan variëren van 'sputten' tot 'spetten', maar met een spa over zijn schouder lopend, weet iedere Zeeuw, dat 'den diejen gao sputten' en dat betekent zoiets als: de grond met een spade uitsteken en omkeren. Op de kaart zien we dat spitten (met alle varianten) gezegd wordt langs de Noordzee en dat langs de Waddenzee haken en hakken de gebruikelijke terminologie is. Volgens mw. Van der Sypt is spitten afgeleid van spit. een puntige ijzeren staaf. Het zou dan ook kunnen dat aan de verschillende dialectwoorden voor het begrip 'spitten' landbouwhistorisch verschillende werktuigen beantwoorden, en dat men dat dus in Friesland en Groningen oorspronkelijk met een hak deed. Wat de varianten van 'delven', voorkomend in Frans Vlaanderen betreft, merkt mw. Van der Sypt op, dat 'delven' in de betekenis van 'een sloot delven' wel bekend is. Ook in Zeeland en Holland kennen we dat. Denk bijv. aan de Middelburgse Lange Delft en de stad Delft, maar dat is hier dus niet in de betekenis van spitten. In het WVD-Kontakt lazen we tenslotte een interessant artikel over spinnen. Dit als verslaggeving van de vragenlijst over Insekten en andere kleine dieren, die vorig jaar in de zomer werd verspreid. Ook uit Zeeuwsch- Vlaanderen kwamen er veel reacties. Wie het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten erbij haalt en het woord koppespinne opzoekt, weet hoe de Zeeuwen dit benoemen. R.W. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 57