8. Z'n grdötvaoder droeg nog 'n juunmeter: hoge zwartzijden pet. LvA (Ax);
Phi/T (Ovm). Anders: kolbak (Sis); kastoornen 'oed (Wtk:?); hoge pette
(Nz); 'n (h)oage/hoge zieën (ScherpOvmSmd)'n 'óógen 'oed (Ha);
tunhoed (Kn); mensenpetje (Ok)'n olve Jacob (Ndp); 'n Oweeër (Ks);
kóóweepetje (Dsr); 'n ziede foasje (Scherp); bombe-/bommeziene petje
(Dl/Hkg). Verder vermeld: een tientje Axels boerenpetje, naar de prijs
1.1.10 (sic) (Ax); poepepette (Hrh: niet hoog).
9. Ie sloeg die(n) stêên an tweeën: in tweeën, in twee stukken. ZVW (Obg;
SisWtk)LvA (Ax;Nz); W (Ok;Rtm); ZB (Bzl;Bzl/Kpl;Ha;HkzHrhHrh/Ovz
Kn.Kpl; Ril; SchrWdeWmd)NB (Col;Kg;Ks); SchD (Bns;Dsr;Nwk;Ow;Rns;
Zr); Phi/T (Svn;Tln); GOfl (Dl/Hkg; Ntg;OgpSah; Smd)Anders: midden
deur (Cg); taalven-/ten 'alven deur (Nwn;Kn); deu d'n 'elt (Dob;Ok;Svn)
10. 't Viel an drieën uut mekaore: in drieën, in drie stukken. ZVW (Sls;Wtk);
LvA AxNz)W (MikOkRtm)ZB (Bzl/Kpl; Ha; Hkz Hrh;Hrh/Ovz Ier/Kn;
Wde); NB (col;Kg;Ks); SchD (Bns ;Dsr; Rns; Zr; Zr/Wsch)Phi/T (Svn;Tln);
GOfl (Dl/Hkg; Odp Ogp SahSmd)N.B. wel alg. Ndl: aan stukken. Anders:
in dettrementen (Kn); in tetterementen (Kn); an dettermenten: zie Ha
onder 16.
11. De leitjes in de (g)hank waere/waoren/wazze besloohe(n)/besleege: de
tegels in de gang waren uitgeslagen, vochtig. ZVW (Bvt;Nvt;Obg;Sls;Wtk)
LvA (Ax;Nz;Zsg); ZVO-zd (Cg: Ieikus;Nwn: Ikes)W (Dob;Mlk;Ok;Osb;
Rtm); ZB (BslBzl; Bzl/Kpl; Dw Ovz GPolHa. HkzHrhook leienHrh/Ovz
Ier;Ier/Kn;Kn; Kpl;Ktg;NdpNss; Ril;SchrWde;WmdWolf)NB (Col;Kg;Ks;
Wsk)SchD (BnsBwh/Nwk;Dsr; Nwk; Ow Rns; ZrZr/Wsch) ;Phi/T (Phi;Ovm;
ScherpSvn; Tin)GOfl (Dl/Hkg: ook leien;Ntg;Ogp;Sah;Smd: leien).
Opmerking onder 12 voor Ax: leitjes muurtegels, steentjes of plevuu-
zen vloertegels. Volgens Dob en Svn wijst het verschijnsel op dreigend
onweer.
12. De bal(le) bubberde(n) op de leien in de ghang(k): de bal stuiterde op
de stenen vloer in de gang. LvA (Ax); ZB (Ha; HrhIerIer/Kn; Wmd)
NB (Ks). In de vorm bobbere(n)ZVW (Nvt); ZB (Bsl;Bzl;Hrh;Hrh/Ovz;
Nss); SchD (BnsBwh/NwkZrZr/Wsch)Verder: bodderen (Tin); bibberde
(Ovm). Anders: dobberde (Sis); stekkerde (Kg;Wsk); wupten (Ndp);
bomberde (Dl/Hkf); bomde (Dl/Hkg); en in diverse vormen van "stuiteren".
13. De bóónën bubberden op d'n peule: trilden op de peul (voor de bet. zie
hierna). LvA (Ax); ZB Ha; HrhIer/Kn; Kn)In de vorm bobberde(n) ZB
(BsljHrh); als bibberden LvA (Nz); NB (Kg;Ks). Anders: rammelden
in (Nwn;Dsr); ritselden in (Zr); kraekten in (Ovm). Door de laatste zegs
lieden wordt 'peul' kennelijk opgevat als 'dop van de vrucht'; zowel Hrh
(H. Limonard) als Ier/Kn (J.W. Quaak-Sinke) als Kn (M. Heiboer) echter
geven 'dop' als synomien van 'peul', met de aantekening van Hrh en Kn:
dop soort van zeef (WZD: 2. dop, 1. graanzeef)
14. D'n auto bubberde(n) van de wegt af: hobbelde van de weg af. LvA (Ax);
ZB (Ha;Hrh;Ier/Kn)NB (Kg;Ks). In de vorm bobberde(n) ZVW (Nvt);
W (Dob;Mlk); ZB B zlDw/ OvzGpol; Ha; HkzHrhHrh/Ovz)SchD (BnsZr);
Phi/T (Tin); als bibberde Phi/T (Ovm). Anders: bolderde (Sis); glob-
berde (Dl/Hkg: vaag bekend); sloor (Wtk). Ander gebruik van bobberen
bobber mè op, resp. bobbert's op ga eens (uit de) weg (Ier/Kn;Ktg)
15. Pa's van de ba(e)ne/baonedie zaak gaat niet door, dat is afgehandeld,
uitgepraat, opgelost. Alg. Ndl. uitdrukking door vrijwel alle inzenders
bevestigend beantwoord. Anders: dat zumme nie (Ndp). Die is van de
baone overleden (Wtk).
16. Pa's nae de Fransen: kapot, stuk. LvA (Ax)ZB (HrhHrh/OvzIer)
NB (Col); SchD (Bwh/Nwk;Dsr ;Nwk; Ow Zr)Phi/T (Phi;OvmScherp Svn;
Tin). Anders: nae de commesaeres (Nvt); nae de busse (Sis); an detter-
33