gefluisterd als mogelijke verrader. Hij wenste niet met hem onder één dak te wonen en hij vond er iets op. Hij speelde de genereuze partij en stond zijn hele huis af aan zijn heer en herder. Hij trok met zijn gezin in de leegstaande conciërgewoning naast het verenigingsgebouw waarin de school sinds de bezetting gehuisvest was. In de kerstnacht van 1943 dreunden de formaties bommenwerpers over ons heen op weg naar het Derde Rijk. Het klonk ons als engelenmuziek in de oren. De hele nachtmis bleef het hoorbaar, want mijn vader had geen plechtige vierstemmige mis ingestudeerd. Hij weigerde het orgel nog aan te raken sinds de schuilplaats van de organist verraden was en deze amper aan de dood was ontsnapt. Het koor zong het somber klinkende gregoriaans, a capella. De pastoor preekte die nacht over de zware beproevingen die ons misschien nog te wachten stonden. Hij had zijn deel al gekregen: huis en haard waren hem afgenomen, een beproeving die hij deelde met de vele anderen in deze donkere kerstnacht waarin de volkeren elkaar naar het leven stonden. Plechtige taal op enigszins bezwerende toon uitgesproken, was zijn sterke zijde. Het was niet duidelijk of zijn gehoor diep onder de indruk was van zijn woorden, of van het dreigende dreunen van de overvliegende bommenwerpers. Het Jezuskind zou zijn kleine kudde beschermen en we moesten hoopvol uitzien naar het rijk van het licht. Ook bij deze woorden kon iedereen weer invullen wat hij wilde. Wie kon eraan twijfelen dat hij iets anders met het rijk van het licht bedoeld had dan de Engelse en Canadese soldaten die in oktober 1944 ons dorp bevrijdden? Kerst 199 5 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 12