(Odp.), achterleegtsenZ.V.O.-zd. (Kw.), róóie lichtje: Sch.-D. (Rns.), reflectorL.v.A. (Hk.). 37. Hoe heet het instrument dat stroom opwekt door tegen het voorwiel te draaien? (ill. 37) dinemoo: met klemtoon op de eerste lettergreep: Z.V.W. en O. dienaemoo: met klemtoon op de tweede lettergreep: Z. eil. en G.Ofl. 38. Hoe heet het witte/gele plaatje, dat het licht weerkaatst, bijv. op de pedalen? glas, glaozekeZ.V.O.-zd. (Kw.), katüügeZ.V.O.-zd. (Kw.), reflektor: Z.V.W. Adb;Bvt;Cz;NvtZzdL.v.A. AxHkZsgL.v.H. (Hek., Klz. ;The.Z.V.O.-zd. (Cg. ;Hkt. ;Kw. ;Nwn. ;Svg.W. (Dob.jOk.); Z.B. (Bsl.Gpol.Ha. Han.HkzHrhIer.Ktg. Kn. KplNdpWolf.Ril. N .B (Kg.KsT. (OvmTin. Svn.Phi. (Phi.); Sch.-D. (Bns. ;Bwh. ;Dsr. Nwk.;Ow.); G.Ofl. (Dl.;Odp.), relekterSch. (Rns.); G.Ofl. (Odp.), veur- spiegel: Z.V.O.-zd. (Hkt); voorspiegel: Z.V.O.-zd. (PI.), witten stêên: Z.V.O.-zd. (Kw.). 39. Hoe heet het rode plaatje dat achteraan licht weerkaatst? (ill. 39) achterspiegel: Z.V.O.-zd. (PI.), katóógeL.v.A. (Nz.), reflektor: Alg., G.Ofl. (Odp.), róóie reflektor: L.v.A. (Nz.), rüün steen: Z.V.O.-zd. (Kw.), rüü leegsten: Z.V.O.-zd. (Kw.), rüün refletkor: Z.V.O.-zd. (Kw.). 40. Hoe heet de bescherming boven elk wiel die opspattend water en slijk opvangt? (ill. 33) spatbord: W. (Dob.); Z.B. (Bsl.Gpol. HanHkzHrhlerKtg. Kn. Kpl. Ndp.jWolf.); N.B. (Kg.;Ks.); T. (Tin. spabordSvn.); Sch.-D. (Bns.;Bwh. Dsr; spaborr'n (mv); Ow.;Rns.); G.Ofl. (Dl.;Odp.), sparrebordL.v.H. (Hek.;Klz.), spetterbord: Z.V.W. Adb ;BvtCzNvtZzd.L.v.A. (Ax.; Hk. ;Nz.Zsg.slikbord: Z.B. (Ha.;Hkz.;); N.B. (Ks.); Phi. (Phi.), slikvangerL.v.A. (Ax.); Z.V.O.-zd. (Cg. Kw Zdpslikvangere. 41. Hoe heet de rubber lap onderaan het spatbord van het voorwiel? sliklappeZ.B. (Bsl. Gpol. Ha. HanHkzHrhKtg. KnKpl. NdpWolf. N.B. Ö<g.;Ks.); T. (Svn.); Phi. (Phi.); Sch.-D. (BnsBwhDsrNwk. Ow Rns.); G.Ofl. (Odp.). spatlappeZ.V.O.-zd. (Svg.); Z.B. (Ier. ;Kn. Ril T. (Tin.); Sch.-D. (Nwk.), spetterlap Z.V.W. AdbBvtCzNvtZzd L.v.A. Ax.Hk. NzZsg.W. (Dob.;Ok.), spêêtlapL.v.H. (Hek.;Hlt.; KlzTheZ.V.O.-zd. (Cg.Hkt;Kw Nwn) 41a. Hoe heet de bescherming boven de ketting in het algemeen? kettingkasseW. (Dob.;Ok.); Z.B. (Gpol.;Ha.); Z.V.O.-zd. (Hlt.;Kw.); kirrikkasseZ.B. (Hrh.), kittingkasse: Z.V.W. (Adb.); L.v.A. (Nz.); Z.B. (Ktg. ;Kn. ;Kpl.Sch.-D. (BnsB whkittingkasL.v.H. (Klz.); Z.V.O.- zd. (HitKwNwn.kittingkastG.Ofl. (Dl.), kiddekkasse: Z.B. (Han.). kittikkasse: Z.B. (Ktg.); T. (Svn.). 42b. Hoe heet die bescherming van 41 als dat een eenvoudige open bescher ming is? De antwoorden op deze vraag verwezen bijna allemaal naar vraag 41a. 43c. Hoe heet die bescherming van 41 als dat een volledig gesloten be scherming is' De antwoorden op deze vraag verwezen bijna allemaal naar vraag 41a. 44. Hoe heet de bescherming aan weerszijden van de bovenhelft van het achterwiel? (ill. 44) jasbeschermer/jasbescherèrmerAlg. 45. Hoe heet de bagagedrager boven het achterwiel? (ill. 45) behaezjedraeger/behoizedraoger: Alg., lastdraeger: G.Ofl. (Dl.), stoelekenZ.V.O-zd. Cg. HitKw 46. Hoe heet de elastiek die over de bagage gespannen wordt? elestiek: L.v.A. (Ax.), fietselestiekL.v.A. (Nz.), rekker(s)Z.V.W. 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 36