bouwmeester. De bootslieden die het schip moeten tuigen komen al een kijkje
nemen en geven aanwijzingen voor borstbalken, belegklampen, en het aantal
schijven in de knechten. Als de masten klaar zijn, wordt het schip onder de
stadskraan verhaald voor het plaatsen van de masten en het roer. Terug voor de
werf wordt door middel van lijnen de juiste stand van de knechten bepaald. Als
laatste worden de knechten geplaatst en kan het middengedeelte van de dekken
worden gesloten.
Voltooiing van het schip
Het schip nadert haar voltooiing. Van zoveel mogelijk resthout van balken en
masten worden de proppen voor de beelden op de aangewezen plaatsen tegen de
romp van het schip pasgemaakt. De pasgemaakte stukken worden afgevoerd naar
verschillende beeldhouwateliers in de stad. In de ateliers worden de proppen tot
leven gewekt. Nadat de beelden terug zijn op de werf, worden ze op aanwijzingen
van de beeldhouwers door de scheepsboeiers gemonteerd. Als het schip klaar is
wordt het voor de oplevering gekrengd. Tevens worden de vetsleeën verwijderd
en de slijtkiel gecontroleerd. Hier en daar wordt nog gebreeuwd en gepekt en de
slothouten gespijkerd.
Na deze laatste inspectie worden de stengen getopt en het schip verder opge
tuigd, de inventaris en de scheepsvictualie aan boord gebracht, en het schip
bewapend met tachtig stukken. Op de helling nadert het volgende schip het
moment van de stapelloop. Aan de kiel van het daarop volgende schip wordt
verwoed gekapt. Wij keren terug naarde twintigste eeuw, dankbaar om de
achturige werkdag, de cao en de mensenrechten. Een beetje minder bureaucratie
en het zal waarachtig wel gaan.
35