Henk Etienne (1895-1968)
Als jongen profiteerde Etienne van een
vorming zoals die oudtijds gebruikelijk was,
namelijk als leerling in de werkplaats van
een 'meester' in het vak. Professor A.W.M.
Odé van de TH in Delft ontdekte hem toen
hij buiten aan het schetsen was. De
jongeman toonde zo'n begaafdheid, dat de
professor hem als leerling op zijn atelier
aannam. Hij kon daar helpen bij boetseren,
gips gieten enz. Etienne volgde ook voor
hem interessante lessen aan de TH en
bekwaamde zich voor de middelbare akten
tekenen en boetseren. In september 1922
was hij assistent van Odé op de afdeling
boetseren en beeldhouwen.
De beeldhouwer Henk Etiene (1895-1968)
Later bekleedde hij dezelfde post bij
Wenckebach. Naast zijn assistentschap - de
studenten zien elk werkstuk van begin tot
eind ontstaan - kon hij daar ook scheppend
werk verrichten. De onderwerpen waren
velerlei: dieren, menselijke figuren,
portretten en religieuze voorstellingen. Toen
hij gepensioneerd werd was hij opgeklom
men tot de post van wetenschappelijk
ambtenaar aan de afdeling Architectuur en
Beeldhouwkunst. Hij heeft o.a. in New York
geëxposeerd en in ons land in het Stedelijk
Museum in Amsterdam en in het
Rijksmuseum. Toen hij al met emeritaat was
schreef hij nog een verhandeling over de rol
van de beitel in de oud-Griekse
beeldhouwkunst.14
Een maquette van het gehele monument
Het in steen uit te voeren ontwerp van
Etienne bestaat uit een samengestelde partij,
waarvan het voornaamste onderdeel de
beeltenis is van koningin Emma, ruim
anderhalf maal levensgroot weergegeven,
gezeten op een bank. Haar rechterhand rust
beschermend en symbolisch op de
Oranjestam, gecombineerd met de wapens
van Nederland en Oranje. De linkerhand
rust in de schoot en houdt een waaier. De
zijkant van de zetel draagt het wapen van de
koningin-moeder. Tegen de rug van de zetel
is een opschrifttafel aangebracht met een
inscriptie, waaruit kan blijken dat het beeld
door gaven van Zeeuwen uit heel de
provincie opgericht kon worden. De zojuist
beschreven partij staat verhoogd. Enige
treden scheiden het van een grasgazon, dat
het eigenlijke beeld omgeeft. Dit grasgazon
wordt omsloten door een bloemenrand en
verder door een muurtje, waarvan de zes
hoekpunten geaccentueerd zijn door vier
bloembakken en vooraan twee diermotieven,
die de trouw en de opoffering
symboliseren.15
Van verschillende kanten werd reeds direct
de goede gelijkenis van Emma geroemd.
Zonder haar de uiterlijke kentekenen van een
koninklijke positie te geven wist Etienne
vorstelijke waardigheid en menselijke
goedheid te vertolken. In dit ontwerp,
oorspronkelijk bedoeld voor het Haagse
Rosarium, is voor wat het bijwerk betreft
9