nog een kleine verandering aangebracht: de beide groepjes diermotieven met een bepaalde zinnebeeldige betekenis wilde men liever vervangen door wapens; rechts dat van Nederland (dit zou later veranderd worden in het wapen van Middelburg, dat het initiatief tot de oprichting van het gedenkteken had genomen en waar het een plaats kreeg), links dat van Zeeland. Om financiële reden werd afgeweken van het oorspronkelijke ontwerp. De devaluatie van de Hollandse gulden veroorzaakte een tekort op de begroting van ƒ400,-. Daarom is het voorstel gedaan de natuurstenen banden aan voor- en zijkant tot aan de wapenpalen te vervangen door een plantenwand, aangezien men toch voordien al twijfelde over de keus tussen een stenen rand of plantenwand. De keuze van de steensoort Er is overwogen om de figuur in brons te gieten. Hoewel niet onmogelijk werd dit voor 'ons' standbeeld minder aanbevelenswaardig geacht. Men wenste een blank monument. Daardoor verviel de zandsteen omdat die spoedig zwart wordt. Graniet was veel te duur (ongeveer 3 x zoveel). Hardsteen kwam ook niet in aanmerking vanwege de blauwgrijze kleur. Dat oogt verre van fraai. Zo viel de keuze tenslotte op Franse kalksteen w.o. Anstrude Jaune. De uiterst zeldzame structuur hiervan was dr. W.E. van der Veen uit Den Haag, geoloog en ingeschakeld als adviseur16, volkomen bekend gezien zijn ervaring bij talrijke werken in Frankrijk, die duurzaam bleken. Op zijn aanraden werd destijds b.v. de Grote Kerk in Breda met dit materiaal hersteld. Deze steensoort verdiende ook de voorkeur vanwege de kwestie om het beeld uit één stuk te hakken. Ook de prijs van de Anstrude Jaune kwam goed uit, al had de devaluatie hier nadelig gewerkt. Nader onderzoek op vorst en weerbestendigheid werd na al deze informatie onnodig geacht. Nu kon dus de bestelling geschieden bij de groefeigenaar. Bij de bewerking van het beeld bleek de steen 'het neusje van de zalm' te zijn. Alleen deed zich een probleem voor bij het blok natuursteen waarin het wapen van Middelburg gehakt was, welk blok belangrijk witter van kleur was dan de rest van het monument. Volgens Van der Veen kleurt de natuursteen buiten spoedig bij, maar hij zou met wat ijzerchloride trachten dit effect van verkleuring direct al te bereiken. Half november 1936 werd de steen aan de groeve besteld. Het ruwe steenhouwerswerk verrichtte de N.V. Rotterdamse Steenhouwerij te Hillegersberg. Etienne verstrekt uitleg Het spreekt vanzelf dat een Zeeuwse deputatie en enige deskundigen van tijd tot tijd een bezoek aan het atelier van Etienne brachten om een indruk van de voortgang van het werk te krijgen. Bij een van die bezoeken weidde hij uit over de wijze waarop een beeld tot stand komt.17 De maquette op 1/20, 1/10 of 1/5 van de ware grootte wordt eerst in klei geboetseerd en daarna in gips afgegoten. Hierdoor worden de algemene vorm de opzet en de driedimensionale verhoudingen vastgelegd. Bij uitvoering van het project wordt na dit tussenstadium het gehele beeld op ware grootte in klei geboetseerd. Dit gebeurt met een aantal hulpstukken zoals een hoekijzer, een paar stalen lussen en een houten schotje als 'wapeningen' net als bij beton, en dan klei en nog eens klei in vormeloze hompen en nog 'zonder adem des levens'. Door deze voortdurende arbeid krijgt de stof leven en bezieling. Klei is door zijn kneedbaarheid, ongebakken (gebakken wordt het terra cotta) een vergankelijk materiaal. Daarom wordt het kleibeeld afgegoten in gips. Het beeld wordt geheel met dikke lagen gips bedekt. Bij grote beelden als b.v. dit gedenkteken van Emma, wordt het gips zelfs met ijzeren staven gewapend net als bij beton. Is het gips verhard dan wordt de klei uit de vorm gehaald en daarna opnieuw gevuld met gips. Zodra het binnenste gips - door een olielaagje vrij gehouden van de vorm - 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 12