NAJAARS- EN WINTERGEBRUIKEN IN AGRARISCH ZEELAND Jan J.B. Kuipers Diverse gebruiken die nu tot het domein van vervlogen folklore behoren waren in zwang op de Zeeuwse boerderij en bij de mensen die deze bevolkten. Ze waren meest gebonden aan vaste tijdstippen en de steeds weerkerende werkzaamheden in verband met de seizoenen. Hieronder volgt een globale schets van de gebruiken van najaar en winter. Gebruiken die zowel op het platteland als bij de stedelijke burgerij in ere waren en gewoonten en festiviteiten die weinig of niets verschilden van die in andere delen van het land blijven grotendeels buiten beschouwing. Dit geldt bijvoorbeeld voor een aantal oude- en nieuwjaarsgebruiken. Ook onder de Zeeuwse plattelandsgebruiken zijn overigens weer religieuze en regionale verschillen te onderscheiden. Keutjesdag Keutjesdag was een jaarlijkse hoogtijdag in het leven van de Zeeuwse boerenarbeider. Hoe arm deze ook was, het was een schande als hij geen keutje in 't kot had. Als het varken in de herfst goed vetgemest was, stelde men de slachtdatum vast en werd de slachter besteld. Dergelijke huisslachtingen vonden ook veel op boerderijen plaats. Als de slachter klaar was, geholpen en gadegeslagen door vele belangstellenden, onder wie de dorpsjeugd, hadden de betrokkenen gewoonlijk de nodige borrels achter de kiezen. Dat kón leiden tot enigszins verwarde taferelen die in navolgende anekdoten steeds grotesker proporties kregen. Een ruw, maar sprekend relaas van een keutjesdag tegen wil en dank, omstreeks het begin van de twintigste eeuw te Domburg, maakt deel uit van de Domburgse ver'aelen (1995) van de rasverteller Kees Maas. Na de slachtdag volgde op de Zeeuwse eilanden de feestelijke keutjesaevend, met drank, verse worst en kaartspel. Ook degenen die dit duvelsspiI verfoeiden, schaften vaak voor keutjesaevend een nieuw boek kaarten aan. Vlak na de slacht at men vaak vosse soppen ('vos' is vers): een mengspijs van peren, rapen, aardappelen; dit alles in het vleesnat van het geslachte varken gekookt of ermee overgoten, en met in het vleesnat gesopte sneden brood gegeten. Toespijzen waren brood met óren-in-póoten en keelstik. Bescheiden Zuid-Bevelands interieur ('Ons Zeeland', 1927) 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 4