door het gebrek aan brandstof in twee wereldoorlogen, door de ruilverkaveling en de transformatie van bijna het hele bos van Sorgwijck -10 van de 14 ha - in bouwland in de jaren vijftig van die eeuw. Ziekte en sterfte De zo schrikbarende sterfte was voor een groot deel kindersterfte, 's Zomers was er zo'n vliegenplaag, dat het eten van een boterham met stroopjesvet zonder een vlieg mee te happen heel moeilijk was. Die vliegen vonden hun broedplaats in de ontlasting van mens en dier, die door het ontbreken van goede sanitaire voorzieningen maar al te vaak toegankelijk was. En vliegen, uitgebroed in menselijke ontlasting, zijn bekwame transporteurs van darmziekten als tyfus, paratyfus en dysenterie. Na het overleven van de eerste besmettingen werd men immuun, maar juist de kinderen waren het veelal weerloos slachtoffer. In 1864-1866 stierven er in de gemeente ruim honderdveertig kinderen door pokken. In 1808 had Lodewijk Napoleon de inenting hiertegen al ingevoerd. Maar daar was in het orthodoxe Wissenkerke veel weerstand tegen. Het kerkhof moest ijlings worden uitgebreid. Ook de tuberculose maakte veel slachtoffers. Zoals gemeld is Ko's dochter daaraan overleden toen ze bijna achttien jaar oud was. Haar graf met het opschrift 'teeder geliefde eenige dochter' kan men nog aantreffen, gelegen tussen de graven van haar beide ouders. In de nauwe behuizing - 3.460 inwoners gepakt in 485 huizen in 1870 - had de besmetting optimale kans. Als Ko op zijn drieënveertigste jaar de hand aan de ploeg slaat begint hij met de aanleg van de eerste verharde weg op Noord-Beveland. In twee jaar komt die gereed, lopende van het Kamperlandse veer naar Kamperland, vandaar naar Wissenkerke om tenslotte doorgetrokken te worden naar Geersdijk. Een groot project, dat de gemeente driemaal de som kost van de jaarlijkse gemeentebegroting. Geen wonder dat er bij de inwijding door 'Staatsraad Gouverneur' - zoals de Commissaris des Konings meestal genoemd werd - Van Tets uitbundig feest werd gevierd: Eerepoortenvlaggen, klokgelui, talloze ereschoten, voetzoekers, vuurwerk' worden gemeld, en een diner door burgemeester aangeboden aan de Commissaris en de notabelen. Daarna volgt een grondige reorganisatie van het onderwijs, ingevolge de nieuwe wet op het L.O. van 1857. De verplichte vakken worden zelfs uitgebreid met vakken die de wet omschrijft als 'meer uitgebreid L.O.' Daartoe horen Frans, wiskunde, landbouwkunde en voor de meisjes tekenen en handwerken. Door de afwezigheid van leerplicht waren het schoolverzuim en analfabetisme groot. De school in Kamperland die in januari 103 leerlingen had, had er in april veertig minder; die gingen op het land werken. Wat doe je daaraan? De gemeenteraad verzon een list: in de verordening van het Armbestuur werd opgenomen dat families, die hun kinderen niet geregeld het onderwijs - en het godsdienstonderwijs!- lieten volgen, niet hoefden te rekenen op steun in de winter. Misdaad Een geest van opstandigheid ontbrak geheel. Meestal werd de armoede als beschikking des Heeren aanvaard. Natuurlijk werd er wel gestroopt, een hemd van de drooglijn gehaald of een zak tarwe meegenomen. Gewelddadigheid was uiterst zeldzaam. Het meest voorkomend misdrijf was uitschelden en beledigen. Alleen in 1869 - als de tarweprijs rampzalig is opgelopen - hoort men van een bende in Kamperland die 's nachts op roof uit gaat. De meest originele aangifte van diefstal is die door de heer Servaas Tak te Middelburg in 1871: hem is een schor ontstolen! Maar die beschuldiging doet onze anders zo beheerste Ko ontploffen: 'Een infame leugen Intusschen houde ik mij voor, met het oog op de bepalingen van het Strafwetboek den heer Tak te vervolgen over deze zijne valsche verklaring. Als na het overlijden van de ouders van mevrouw Keyl-Vader het grote geld komt binnenstromen, gaat dit vrolijk echtpaar daar zeer zorgeloos mee om. De rijksdaalders liggen voor het grijpen! Die 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 9