16
Aflevering 158 winter 2007
koppeling met de velddatabase, voor een deel al tijdens het veldwerk
plaatsvinden.
Op basis van het vooronderzoek was duidelijk waar de kruitmolen
ongeveer gesitueerd moest worden. Om de precieze ligging en begrenzing
van de fabriek met gracht, hoofd- en bijgebouwen in kaart te brengen zijn
eerst twee lange sleuven in kruisvorm over het terrein gegraven. Zodra de
begrenzing was vastgesteld, is het gehele terrein systematisch aan de hand
van tien meter brede werkputten opgegraven. In eerste instantie is daarbij
gefocust op het hoofdgebouw en vervolgens op de bijgebouwen. In een
laatste fase zijn delen van het binnenterrein aangepakt.
Het archeologisch onderzoek van kruitfabriek De
Eendracht heeft interessante resultaten
opgeleverd. Door verschillende gegevens van
het archeologisch en landschappelijke
onderzoek te combineren is gebleken dat de
locatie op een relatief hoog punt in het eertijds
landschap was gelegen, namelijk op een
kreekrug. Hoewel niet de resten van alle
gebouwen konden worden onderzocht, zijn van
het productieproces nog wel degelijk restanten
teruggevonden. In vrijwel alle gebouwen zijn
fundamenten van rosmolens en ook grote
fragmenten van molenstenen gevonden. Tussen
twee gebouwen in lagen tegenover elkaar twee
Fundament/basement paren van putten. Deze waren onderling verbonden door middel van
van een rosmolen. leidingen. De exacte functie van dit systeem binnen de vervaardiging van
het buskruit wordt uitgezocht. De onderzoekers hopen dit mysterie met
aanvullend historisch onderzoek op te kunnen lossen.
Aan het begin van het onderzoek leefde ook de hoop om aan de hand van
het vondstmateriaal en de vulling van gedempte kuilen, water- en
beerputten, die in de regel weggegooide gebruikswaar en voedselresten
bevatten, zicht te krijgen op de activiteiten, status, materiële cultuur en
voedseleconomie van de werklieden. Het ontbreken van kuilen en putten
wijst er echter op dat men de afgedankte gebruikswaar en de voedselresten
in de omliggende grachten zal hebben weggegooid. Helaas kon deze gracht
vanwege latere asbestvervuiling niet op oudere afvalresten worden
onderzocht.
Alle resultaten worden gepubliceerd in een wetenschappelijk rapport en
een publieksboek. Deponering van het vondstmateriaal geschiedt in het
Provinciaal Archeologisch Depot van de Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland.
Walcherse Archeologische Dienst (Middelburg, Veere Vlissingen)
Drs. B. Meijlink drs. B. Silkens
p/a Zeeuws Archief, Postbus 70 4330 AB Middelburg, tel. 0118-678803 en 06-52552925
e-mail b.meijlink@middelburg.nl en b.silkens@middelburg.nl