Toestemming tot afbraak van de Westmonster
in Middelburg (1575)
Aflevering 158 winter 2007
J.C. Verhage
Koninklijk Huisarchief Den Haag. Inventarisnummer A 11/XIV1/12,
folio 249 verso.
Brief nummer 2849, d.d. 14 februari 1575.
Samenvatting
De prins van Oranje geeft op verzoek van burgemeesters, schepenen en
raden van de stad Middelburg in Zeeland, toestemming (onder
voorwaarden) tot het afbreken van de Westmonster of ook wel de kerk van
Sint Maarten, staande aan de markt bij het stadhuis te Middelburg. Er
waren voldoende kerken aanwezig in Middelburg om het woord Gods te
verkondigen. Met de ware religie wordt hier de protestantse (Hervormde)
eredienst bedoelt. De afbraak van de kerk was noodzakelijk om de
toenmalige markt te vergroten. Er wordt gesproken over de aanleg van een
marktveld. Om de afbraak te bekostigen, konden de klokken en andere
zaken die in (en aan) de kerk aanwezig waren worden gebruikt als dekking.
Bij onvoldoende financiële dekking moesten de kosten ten laste komen van
de stad. N.B. De kerk, in eerste fase gebouwd omstreeks de 10e eeuw na
Chr., moest overigens ook worden afgebroken vanwege de slechte
bouwkundige staat waarin zij verkeerde. Voor de historie van de kerk: De
onderkant van de Markt, de Westmonsterkerk van Middelburg in archeologie
en historie2000, uitgeverij Uniepers, Abcoude, ISBN 90 6825 255 0, 111 blz.
geill. Redactie Jan J.B. Kuipers.
Acte waer by die van Middelburch vergundt wordt de kercke van
Westmunster aldaer aff te breken
Zijne prince gesien hebbende de requeste gepresenteert van wegen de
burge(meeste)ren, schepenen ende raeden der stede Middelburch op
Walcheren byde selve remonstrerende soe dat de voors stadt nyet versien
de 26 van eenighe gelegene plaetse alwaer men den marckt bequamelick
soude mogen houden, ter occasien vandien genootsaekt zynde de selve te
houden en eenighe enghe straeten tot verachterende des stadts ende
ongeryff der gheene die de marckt frequenteren biddende ons derhalven
seer oitmoedelick henlieden te accorderen ende bewillighen den kercke
genaempt Westmonster staende in een goede ende bequaeme plaetse by
tstadthuys der selver stede omme de selve aff te breken ende tot een
veltmerckt te accomoderen, soe ist dat syn prince totter supplianten beede
volveren ende alvoren wel wetende dat de selve stadt genouchsaem
versien is waer men t'woordt Godts sal mogen vercondighen ende
deperciteren der waerachtige religie volvoeren ende om ander redenen
daer toe momren heeft geaccordeert ende accordeert den remonstranten
by desen te mogen den voors kercke van Westmonster aff te breken ende
den plaetse vanden selve doen bereyden tot een mercktvelt den selven
totten costen der affbrekinge ghunnende ende ghevende de clocken in de
voors kercke synde ende wat voorts in ende aen de selve kercke goets sal
moghen wesen ende soe daer nyet boven de voors costen der affbrekinge
overschoot dat tzelve geemployeert mach worden tot soulangemente der